Titel: Van Gogh
(serie “Meesters der (schilder)kunst”)
Auteur: Enrica Crispino
Uitgeverij: Ars Scribendi
Harmelen, 1997
ISBN 90 5495 128 1
Pagina's: 64
Prijs: ƒ 39,50

Titel: Michelangelo
(serie “Meesters der (schilder)kunst”)
Auteur: Gabriella di Cagno
Uitgeverij: Ars Scribendi
Harmelen, 1997
ISBN 90 5495 129 X
Pagina's: 64
Prijs: ƒ 39,50

Recensie door Marianne Witvliet - 4 september 1998

Serie “Meesters der (schilder)kunst” biedt populair geschreven biografieën

Portret van Van Gogh en Michelangelo

De eerste twee delen van de serie “Meesters der (schilder)kunst” belichten Van Gogh en Michelangelo. Na boeken over Picasso en over beeldhouwkunst (hieronder besproken) zullen Leonardo da Vinci, Rembrandt, de Impressionisten en Chagall volgen. Hoewel de onderwerpen reeds lang uitgekauwd genoemd mogen worden, introduceert uitgeverij Ars Scribendi een serie waarin de meesters op een originele manier in de zon worden gezet.

Behalve reconstructies in detail van een aantal werken, biedt de serie “Meesters der (schilder)kunst” analyses en karakterbeschrijvingen vanuit een historische, sociale en culturele achtergrond.

”Van Gogh” begint met een overzicht van tijdgenoten en in welke relatie zij met Vincent stonden. Opgemerkt wordt dat het werk van de miskende schilder, die tijdens zijn leven slechts één doek (”De rode wijngaard”) verkocht, in overeenstemming is met bijvoorbeeld het werk van romanschrijvers als Emile Zola en Charles Dickens. Hun verlangen was het dagelijks leven van de armen tot onderwerp van hun kunstuitingen te maken.

Eiffeltoren
In het rijk geïllustreerde boek volg je de ontwikkelingen die de schilder doormaakte in zijn werk. Het laat de overgang zien van het zware omber, zwart en donkergroen uit zijn Brabantse periode naar de snellere penseelstreken met lichtere, heldere kleuren uit zijn Franse periode. Ook de invloed van de divisionisten Paul Signac en George Seurat op Van Gogh komt aan de orde.

Verder is er aandacht voor zijn zelfportretten en voor de geestelijke instabiliteit die ten grondslag moet hebben gelegen aan zijn ideeën. Van Gogh wilde dat zijn werk gevoelens en emoties zou weerspiegelen. Dat laatste was zeer ongebruikelijk, omdat een schilderij volgens de opvattingen van die tijd een exacte weergave van de omgeving moest zijn.

Interessant is het om het leven van de schilder te zien in verhouding tot zijn omgeving. Zo wordt een beeld gegeven van het leven in de steden waar Van Gogh woonde en werkte, van de grote verschillen tussen rijk en arm, van het werk in de mijnen en van de bouw van de Eiffeltoren, die als poort moest dienen voor de wereldtentoonstelling van 1889. Ook het werk van andere moderne kunstenaars uit zijn tijd, zoals Monet, Manet, Pissarro (die een vriend was van Vincent en Theo van Gogh), Gauguin, Toulouse-Lautrec, Seurat en Signac, komt uitvoerig aan de orde. Een beknopt maar compleet portret.

Beeldhouwtalent
De opzet van “Michelangelo” is dezelfde als die van “Van Gogh”. Zijn tijdgenoten waren onder meer Leonardo da Vinci –die tegelijk zijn rivaal was–, Rafaël en Lorenzo il Magnifico, hoofd van de familie De Medici. Lorenzo ontdekte Michelangelo's beeldhouwtalent toen deze als jongetje de kop van een faun maakte. Later ontwierp Michelangelo een grafmonument voor de hertogen Lorenzo il Magnifico en diens broer Giuliano van Nemours.

Na een beknopt verhaal over steen- en beeldhouwers, de herontdekking van de Griekse en Romeinse kunstwerken en de toenemende waardering voor de tekenkunst, met als gevolg een verhoogde status van de kunstenaar, wordt in grote lijnen het leven van Michelangelo geschetst.

Omdat zijn talent al vroeg werd ontdekt, verkeerde dit genie vanaf zijn jonge jaren in de inspirerende omgeving van begaafde kunstenaars. Florence, waar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbracht, stak bovendien met kop en schouders uit boven andere grote culturele cen- tra als Vlaanderen, Venetië en Rome.

In vogelvlucht passeren allerlei onderwerpen: architectuur, het klassieke en pauselijke Rome, theater en literatuur. Ook het republikeinse bestuur in Florence, voordat het zich onderwerpt aan de De Medici's, krijgt aandacht. In deze periode werkt Michelangelo in opdracht aan zijn beeld van David. Het valt zo groot uit, dat in de ateliers van de kathedraal een muur moet worden afgebroken om het beeld te kunnen verhuizen.

Onderbelichte kunstenaars
Veel hoofdstukken worden terecht gewijd aan de details van Michelangelo's werk. Zijn pieta's, de graftombes, de koepel van de Sint-Pieter te Rome en in het bijzonder de plafondschildering van de Sixtijnse kapel, een fresco van 13 x 36 meter waar hij gedurende vier jaren aan werkte.

Tijdens zijn laatste levensjaren lijken de naderende dood en zijn diepe godsdienstige overtuiging hem naar het onderwerp van de gekruisigde Christus te leiden. Michelangelo werd 88 jaar.

In beide boeken zijn behalve een register ook een overzicht met belangrijke data, een catalogus en een lijst van afgebeelde werken, inclusief de afmetingen, opgenomen. Ook voor oudere jeugd zijn deze boeken zeer geschikt. Ze voegen beslist iets toe aan wat er over Van Gogh en Michelangelo verschenen is. Al hoop je er wel eens op dat ook het werk van de meer onderbelichte kunstenaars op deze wijze het zonlicht mag zien.