Recensie door drs. D. van Meeuwen - 4 september 1998 Levensloop Lodewijk Napoleon door broer bepaald
Duidelijk portret van een miskende koningIek ben konijn van Olland. Zo moet het geklonken hebben uit de mond van Lodewijk Napoleon, koning van Holland en broer van de grote Napoleon Bonaparte. Volgens de overlevering heeft hij dit gezegd tijdens een toespraak, in een poging zijn nieuwe onderdanen te behagen door hun taal, het Nederlands, al een beetje te spreken. Deze anekdote versterkt het beeld van de wat onbeholpen en niet bijster intelligente man. Zo wordt hij immers in de vaderlandse geschiedenis vaak beschreven. Goed, hij heeft zich van een heel gunstige kant laten zien bij de verschillende rampen die ons land troffen tijdens zijn regeringsperiode, maar verder stond hij in onze geschiedschrijving lang te kijk als een sukkel die aan de leiband van Napoleon liep. De Franse historici doen daar nog een schepje bovenop. Bij hen rijst het beeld van een ziekelijke druiloor, een verdorven rokkenjager en zelfs verrader van Frankrijk. Wie was deze man? Cristina de Munck laat in haar boek een andere kant van hem zien. Zij baseert haar oordeel niet op anekdotes maar vooral op honderden door Lodewijk geschreven brieven. Deze later gepubliceerde brieven, gericht aan Napoleon en tal van andere personen, in combinatie met veel literatuurstudie leverden de schrijfster tal van gegevens op. De lezer krijgt in dit vlot geschreven boek een vrij compleet beeld van de mens Lodewijk Napoleon. Vertrouwensrelatie De schrijfster laat zien dat de levensloop van Lodewijk op beslissende momenten bepaald is door zijn broer Napoleon. Dat begon al toen hij zeven jaar oud was. Zijn negen jaar oudere broer nam na het overlijden van vader Bonaparte de leiding van de familiezaken over. Er ontstond een soort vertrouwensrelatie tussen de daadkrachtige Napoleon en zijn zachtaardige broer. Toen de militaire ster van Napoleon begon te rijzen tijdens de woelige dagen van de Franse Revolutie, nam hij Lodewijk in zijn kielzog mee. Eigenlijk drong Napoleon zijn broer allerlei militaire functies op, terwijl Lodewijk helemaal geen militair in hart en nieren was. Integendeel! Tijdens een van de vele veldtochten zegt Lodewijk Napoleon van zichzelf dat hij alles waarnam met een leeg hart. Dat neemt niet weg dat hij zijn militaire taken altijd ijverig oppakte. Hij organiseerde vakkundig en zeer geordend. Hij eiste veel van zijn mensen. Eigenschappen die hij later tijdens zijn koningschap in Holland ook aan de dag zou leggen. Maar hij kon niet echt genieten van het militaire leven. Hij was veel meer een man van kunst en cultuur. Zo maakte hij talloze gedichten, ging hij graag naar de schouwburg en las filosofische boeken. Een bijzonder goede tijd heeft hij in Toeplitz gehad. Daar heeft hij een poosje gewoond na zijn aftreden als koning van Holland. De grote Goethe was er zijn buurman en Lodewijk genoot van diens literaire en politieke beschouwingen. Verscheidene bronnen geven aan dat Lodewijk eigenlijk de enige ontwikkelde en goedgemanierde Bonaparte was. Zwarte schaduw Napoleon mocht zijn broer aanvankelijk graag, maar moest niet zo veel hebben van diens culturele inspanningen. Hij stuurde Lodewijk vaak tegen diens zin op pad met militaire opdrachten. Bovendien had Lodewijk een vrij zwakke gezondheid. Verschillende keren moest hij veldtochten onderbreken om naar kuuroorden te gaan voor een herstelperiode. Heel nadrukkelijk stuurde Napoleon het leven van zijn broer toen hij hem dwong om te trouwen met Hortense Fanny de Beauharnais. Het meisje was de dochter uit het eerste huwelijk van Josephine, de vrouw van Napoleon. Dit huwelijk was één grote tragedie. Hortense moest niets van Lodewijk hebben en omgekeerd zat de liefde ook niet diep. In zijn Hollandse jaren wilde Hortense meestal niet bij hem wonen. Zijn drie zonen heeft Lodewijk maar weinig gezien. Kortom, dit door zijn broer opgedrongen huwelijk heeft altijd als een zwarte schaduw over zijn leven heen gelegen. De ingrijpendste beslissing van Napoleon in het leven van Lodewijk is diens benoeming tot koning van Holland geweest. Dit gebeurde in 1806, tegen de zin van Lodewijk en die van de Hollanders. Over dit soort besluiten werd echter niet gediscussieerd. Keizer Napoleon dicteerde, ook in zijn familie! Broer Jozef moest naar Italië, broer Lodewijk naar Holland. Van dit laatste besluit heeft Napoleon in de loop der jaren heel wat spijt gekregen. Hij zag zijn broer namelijk als handlanger van zijn politiek. Lodewijk moest alleen maar de Franse belangen in het oog houden. Niets meer en niets minder. Lodewijk zag dit heel anders. Eenmaal koning van Holland wilde hij juist een goede koning zijn voor dit voor hem onbekende volk. Hij kwam op voor de belangen van het volk en verdedigde die tot het uiterste. Dit verschil van inzicht heeft tot grote ruzies tussen beide broers geleid. Vooruitstrevend Direct vanaf zijn aankomst in Den Haag in juni 1806 ging Lodewijk op de hem eigen wijze hard aan het werk. Hij leerde snel Nederlands en bezuinigde flink op de uitgaven van het leger en de vloot. Dit laatste was natuurlijk niet naar de zin van Napoleon. Lodewijk Napoleon reorganiseerde het binnenlands bestuur. De burgerlijke stand, het kadaster en een goed Wetboek van Strafrecht werden ingevoerd. Tamelijk vooruitstrevend was zijn opvatting over de afschaffing van de doodstraf. Het lukte hem niet dat door te voeren, maar wel stelde hij het koninklijk recht op het verlenen van gratie in. Tijdens zijn regering bleven heel wat ter dood veroordeelde smokkelaars door gratieverlening in leven. Er kan gesteld worden dat het Nederlandse volk onder zijn regering meer een juridische eenheid werd. Veel aandacht was er voor cultuur. Zo is Lodewijk Napoleon de grondlegger van de Koninklijke Bibliotheek en het Algemeen Rijksarchief in Den Haag en het Rijksmuseum in Amsterdam. In 1807 ontplofte in Leiden een kruitschip. Meer dan vijfhonderd huizen werden geheel of gedeeltelijk verwoest. De koning trok er onmiddellijk heen en stelde een nationaal rampenfonds in. Ook bij een grote watersnoodramp in de Betuwe was Lodewijk Napoleon heel snel in het getroffen gebied. Hij bezocht slachtoffers, waagde zijn leven in wankele roeibootjes, steunde met geld en toonde dat hij hart voor het gewone volk had. De Nederlanders kwamen erachter dat er een centrale regering was en zijn optreden bracht een soort nationale solidariteit teweeg. Verwijdering In 1810 was de verwijdering tussen Napoleon en zijn broer een publiek geheim. Napoleon liet de Hollandse koning bespioneren en controleerde of hij de keizerlijke besluiten wel uitvoerde. Dat laatste was niet meer het geval. De breuk ontstond niet, zoals vaak beweerd is, door het negeren van de door Napoleon ingestelde handelsblokkade tegen Engeland. Lodewijk probeerde die blokkade wel uit te voeren maar hij kreeg hem niet sluitend. De breuk ontstond door zijn weigering mee te werken aan een oneerlijke verdeling van de staatsschuld, die erg in het nadeel van zijn koninkrijk zou zijn, en het invoeren van de dienstplicht. Lodewijk Napoleon zag dit als ordinaire maatregelen van zijn broer om Holland uit te zuigen. Dat kon hij niet met zijn geweten in overeenstemming brengen. Napoleon accepteerde dit niet, de diplomatieke druk werd opgevoerd en in juli 1810 trad zijn broer vrijwillig af. De rest van zijn leven is Lodewijk Napoleon eigenlijk een zwerver gebleven. Uiteindelijk stierf hij in 1846 in Italië, 68 jaar oud. De Munck beschrijft met veel invoelingsvermogen de mens Lodewijk Napoleon. Daarin is zij heel goed geslaagd. De lezer krijgt de indruk van een eenzame figuur, die vaak troost zocht in het schrijven van gedichten en boeken. Die, ondanks zijn tegenzin om koning van Holland te worden, het beste ervan probeerde te maken. En toch werd hij miskend! Bij zijn begrafenis in Saint-leu gaf de Nederlandse afgevaardigde een treffend getuigenis van hem. Het is meer dan veertig jaar geleden dat de overledene de troon van mijn vaderland accepteerde, die hem in 1806 werd aangeboden. Hij leverde het ondubbelzinnige bewijs van zijn verlichte geest, zijn ijver, van zijn toewijding, van zijn oprechte intenties en van zijn liefde voor zijn onderdanen. Laat zijn devies het onze zijn: Doe wel en zie niet om. |