Boekrecensie |
Titel: Zwaard van de Geest, het bruine boek in Nederland 1921-1945 Auteur: Gerard Groeneveld Uitgeverij: Vantilt Nijmegen, 2001 ISBN 90 756 9751 1 Pagina's: 416 Prijs: 59,90
|
Recensie door mw. dr. C. C. van den Haspel - 19 september 2001
Gerard Groeneveld voegt weinig toe aan de kennis over het fascisme
Bruine bladzijden in NederlandAl is de oorsprong ervan vaak niet bekend, iedereen doet mee met het in kleuren aanduiden van politieke partijen. Rood, blauw, groen, paars en bruin hebben in de politiek wat te zeggen. Die laatste kleur zijn de hedendaagse politici liever kwijt dan rijk. Het is de kleur van het fascisme. Aan een element van het Nederlandse fascisme wijdt Gerard Groeneveld een studie: Zwaard van de Geest, het bruine boek in Nederland 1921-1945. Groenevelds boek gaat niet over de uiterlijke verschijningsvorm van het gedrukte. Hij behandelt gedichten, brochures, romans en tijdschriften die in de jaren 1921 tot 1945 verschenen en waarin fascisten hun kijk op mens en samenleving aan de man probeerden te brengen. Voor het schrijven van deze uitgave heeft de auteur heel wat werk verzet. De uitgebreide literatuurlijst, het notenapparaat, het personenregister en het precieze zaakregister verraden dat de auteur zich nauwgezet met zijn stof heeft beziggehouden. De tekst van het boek geeft een uitgebreide opsomming van wat er zoal aan 'bruin goed' in Nederland is verschenen. Precies op het moment waarop de lezer geïrriteerd raakt door al die uitgeverijtjes met al hun titels, gaat de schrijver over op een thematische aanpak. Als je let op wat Groeneveld dan vertelt, is er in het interbellum en in de oorlogsjaren via het geschreven woord heel wat propaganda gemaakt voor een racistische, antisemitische levensvisie, voor genealogie en voor verbondenheid met bloed en bodem.
Besmet In zijn helder geschreven nabeschouwing wijst Groeneveld erop dat ongeveer eenderde van het totale boekenaanbod in 1944 op de markt gebracht werd door een bruine uitgeverij. Hierbij is natuurlijk de hamvraag wie dergelijke lectuur las. Volgens Groeneveld hij bewijst het niet, hij concludeert het uit wat in andere kringen gebruikelijk was werd het bruine boek haast uitsluitend in bruine kringen gelezen: door Nederlandse fascisten en hun sympathisanten, een groep van enkele honderdduizenden. Zij vonden in het bruine boek een bevestiging van hun gelijk.
Gepeupelregering Als de schrijver zich dat had gerealiseerd, had hij waarschijnlijk niet de afscheidsrede die de Leidse hoogleraar in de wijsbegeerte G. J. P. J. Bolland in 1921 hield, als het beginpunt voor het Nederlandse fascisme genomen. Het valt niet te ontkennen dat Bolland de democratie een gepeupelregering noemde en dat hij zich grof beledigend uitliet over de vrijmetselarij, het internationale Jodendom en de arbeidersklasse. Maar om voor het twijfelachtige etiket fascist in aanmerking te komen, was toch wel wat meer nodig. Mussolini droomde van een corporatieve staat en Hitlers antisemitisme was een onderdeel van een ruimer gedachtegoed, zijn sociaal-darwinisme. Hoezeer Groeneveld zich vaak beperkt tot het noemen van zijn stof zonder nadere analyse blijkt bijvoorbeeld ook als hij vermeldt dat J. H. H. Wamelinck een brochure schreef met de titel Groen van Prinsterer, dr. Kuyper en Mussert. Wel plaatst Groeneveld de brochure in het wijdere kader van de NSB-pogingen om ook in kerkelijke kring aanhang te krijgen, maar hij gaat niet op zoek naar een antwoord op de voor de hand liggende vraag waarom Wamelinck uitgerekend dit drietal, Groen, Kuyper en Mussert, in één adem noemt. Dat men de opvattingen van Abraham Kuyper in verband brengt met het denken van Groen van Prinsterer is nog te volgen, maar wat hebben die beiden met Mussert te maken?
Groen van Prinsterer Dat Abraham Kuyper graag door NSB'ers werd aangehaald, had deze volgens Schöffer aan zijn anti-Joodse en pro-Duitse uitlatingen te danken. Jaren na de verschijning van zijn proefschrift heeft Schöffer Kuypers opmerkingen over Joden nader onderzocht. Hij kwam tot de conclusie dat deze anti-Joodse opmerkingen vooral gelezen moeten worden in relatie met Kuypers antiliberale denken. Naar Kuypers oordeel hadden de Joden voor het liberalisme gekozen en dat was fout. Maar Kuyper wilde de Joden geenszins hun burgerrechten ontnemen. Ook in dit verband kan men dus zeggen: Oppervlakkig lezende NSB-'deskundigen' plaatsten Kuyper uit tactische overwegingen in het gezelschap van Anton Mussert.
Intellectuelen Waarom geloofden de genoemde heren blindelings in het fascisme en het nationaal-socialisme en onderkenden anderen Menno ter Braak, Jan Romein, predikanten als H. Berkhof of K. H. Miskotte wel degelijk hoe gevaarlijk deze politieke stromingen waren? Miskotte noemde het nationaal-socialisme zelfs een nieuw heidendom. Kennelijk is wetenschappelijke kennis op zichzelf, zuivere wetenschap zogezegd, geen garantie voor een juiste beoordeling van politieke partijen en hun geestelijke wortels. Misschien heeft men om dat te beoordelen nog iets meer nodig. Een duidelijk levensbeschouwelijk oriëntatiepunt bijvoorbeeld? Het boek van Groeneveld voegt geen wezenlijk nieuw gezichtspunt toe aan de kennis die er al bestaat over het fascisme en nationaal-socialisme in Nederland. Het boek illustreert, al was het alleen maar door de fraaie manier waarop het is uitgegeven.
|