Boekrecensie

Titel: De dagboeken van Anne Frank
Redactie: David Barnouw en Gerrold van der Stroom

Uitgeverij: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie/Bert Bakker
Amsterdam, 2001
ISBN 90 351 2199 6
Pagina's: 766
Prijs: ƒ 94,25

Titel: Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis; Cady's leven
Auteur: Anne Frank
Redactie: Gerrold van der Stroom

Uitgeverij: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie/Bert Bakker
Amsterdam, 2001
ISBN 90 351 2199 6
Pagina's: 112
Prijs: ƒ 94,25

Recensie door Enny de Bruijn - 4 april 2001

Dagboek en verhalen Anne voor het eerst compleet

Geschriften uit het Achterhuis

Van het bekendste boek uit de Nederlandse literatuur verscheen een nieuwe standaardeditie, vollediger dan ooit. In hun inleiding schrijven de samenstellers: „Nu, 56 jaar na de dood van Anne Frank, zijn ál haar eigen geschriften, haar dagboeken en haar verhaaltjes, compleet uitgegeven. Haar wens, haar verlangen schrijfster te worden is hiermee in vervulling gegaan.”

In de nieuwste druk van ”De dagboeken van Anne Frank” is voor het eerst de tekst van de vijf losse dagboekbladen –die twee jaar geleden opdoken– opgenomen. Niet dat dat tot opzienbarende aanvullingen leidt: de inhoud was in grote lijnen allang bekend. Van het dagboek van Anne Frank zijn namelijk twee verschillende versies nagelaten: één op losse vellen papier, één in een aantal schriften. De formulering verschilt, de inhoud is ongeveer hetzelfde. Nieuwe inzichten bieden de vijf bladzijden dus niet. Al is het voor historici en literatuurwetenschappers natuurlijk mooi dat de tekst nu completer dan ooit beschikbaar is.

Helemaal volledig? David Barnouw van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) sluit niet uit dat er ooit nog meer blaadjes van het dagboek gevonden worden. Anne Frank heeft haar oorspronkelijke dagboek deels overgeschreven. „Maar niet alles. Theoretisch zou het nog zo kunnen zijn dat er iets opduikt. We hebben al eens eerder gedacht dat het compleet was.”

Censuur
Vijftien jaar geleden verscheen de eerste druk van ”De dagboeken van Anne Frank”. Voor het eerst was er een wetenschappelijke uitgave beschikbaar – en dat was hard nodig ook. Wie de inleiding van de samenstellers leest, krijgt al gauw het gevoel: Wat is er ongelooflijk met die teksten gerommeld. Om te beginnen paste vader Frank de nodige censuur toe. Fragmenten waarin zijn dochter erg negatief was over zijn overleden vrouw, of over de familie Van Pels (Van Daan) liet hij bijvoorbeeld weg. Daarna had de uitgever moeite met passages waarin Anne onverbloemd over haar eigen seksuele ontwikkeling schreef. Ook op dat punt werd er dus hier en daar geschrapt. En ten slotte hebben verschillende personen zich grondig beziggehouden met verbeteringen op het punt van stijl en spelling. Soms valt er niet eens meer te achterhalen wie wat waar veranderde.

Die tekstgeschiedenis verklaart in ieder geval waarom er zo veel verschillende versies van ”Het Achterhuis” in omloop zijn, en ook waarom de diverse vertalingen niet altijd vergelijkbaar zijn. Een wetenschappelijke uitgave moest uitkomst bieden, ook al omdat steeds meer twijfels over de echtheid van het document de kop opstaken. Daarmee zou het laatste woord gesproken zijn. Toch kwam er in 1991, vijf jaar na het verschijnen van ”De dagboeken van Anne Frank”, nog een proces tegen de vereniging Vrij Historisch Onderzoek, die opnieuw beweerde dat de tekst vervalst was. De rechtbank besliste in het nadeel van de vereniging, „wat natuurlijk niet wil zeggen” –schrijven de samenstellers– „dat Annes dagboek nu gevrijwaard is van aanvallen door revisionisten, negationisten, oud- en neonazi's of pseudogeleerden.”

Verhaaltjes
In ieder geval kan de lezer van ”De dagboeken van Anne Frank” zelfstandig drie verschillende varianten vergelijken. De teksten (de beide versies van Anne zelf, en de tekst volgens de eerste druk van ”Het Achterhuis”) staan per pagina onder elkaar afgedrukt, de uitvoerige inleiding vertelt alles wat er te vertellen valt over de familie Frank, het Achterhuis, de geschiedenis van Annes dagboeken en het onderzoek naar de echtheid van de vijf 'nieuwe' dagboekbladen.

Niet alleen hebben de samenstellers in de nieuwe uitgave van ”De dagboeken” de actuele stand van zaken in de wetenschap verwerkt, ze hebben ook een editie gemaakt van de andere teksten die Anne Frank in het Achterhuis schreef. Die zijn samen verschenen in een apart deel onder de titel ”Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis; Cady's leven”. Hoewel de meeste al eens eerder gepubliceerd zijn, staan ze nu voor het eerst in een wetenschappelijke uitgave bij elkaar: schetsen, verhalen en een romanfragment.

De ”gebeurtenissen uit het Achterhuis” blijken voor een groot deel vertrouwde lectuur te zijn. Mevrouw Van Pels onder behandeling bij de tandarts, mijnheer Van Pels bezig met worstmaken, de acht Achterhuisbewoners aan tafel... Allemaal taferelen die zijn opgenomen in de gedrukte versies van Annes dagboek. Nieuw zijn de herinneringen aan de tijd dat Anne op het Joods Lyceum zat, de sprookjes en de roman-in-wording ”Cady's leven”.

Inbraak
Wie dat alles leest, kan begrijpen waarom Annes dagboek veel populairder is geworden dan haar verzonnen verhalen. De belevenissen in het Achterhuis zijn veel realistischer beschreven, met humor en psychologisch inzicht. Over een inbraak in het pand schrijft Anne bijvoorbeeld: „Maar hoe gaat het, als men juist heel zachtjes wil lopen dan kraken de treden van een oude trap juist dubbel hard. Weer 5 minuten daarna kwamen Piet en Pim, wit tot aan hun neuspuntjes, en vertelden ons hun wederwaardigheden. Ze hadden zich onder aan de trap neergezet en gewacht, zonder gevolg echter, maar opeens, ja hoor, ze hoorden twee harde bonzen, alsof hier in huis twee deuren dicht geslagen werden; Pim was in één sprong boven, Piet waarschuwde eerst nog Pf., die met veel omhaal en geruis eindelijk ook boven aanlandde. Nu ging het op kousevoeten een étage hoger naar de Pelsen-familie. Mijnh. was erg verkouden en lag al in bed, dus schaarden we ons allen aan zijn sponde en fluisterden onze vermoedens.”

Vergelijk dat eens met de stijl van ”Cady's leven”: „Zuster Ank, die naast het bed, in het kleine, witte kamertje de wacht hield, keek ongerust naar het kleine, bleke gezichtje, dat daar zo rustig als was er niets aan de hand op het kussen lag. Er was wel degelijk wat aan de hand; naar wat ze van den dokter gehoord had was het meisje onder een auto gekomen die juist een hoek omreed toen ze oversteken wilde.” Het doet een beetje sentimenteel aan, het is ook minder concreet dan ”Het Achterhuis” als het om het beschrijven van allerlei gebeurtenissen gaat. De andere opgenomen verhalen, waaronder Annes schoolherinneringen, zijn interessant voor wie alles van Anne Frank wil weten, maar nog steeds veel minder boeiend en diepgaand dan haar dagboek.

Wie op hoofdlijnen kennis wil nemen van de geschiedenis van Anne Frank kan nog steeds goed terecht bij een van de beknoptere –en goedkopere– edities van ”Het Achterhuis”. Maar de echte liefhebber heeft met deze herziene uitgave van het NIOD een standaardwerk in handen.