Boekrecensie

Titel: De Amerikaanse geschiedenis in een notendop
Auteur: Jan van Oudheusden

Uitgeverij: Prometheus
Amsterdam, 2000
ISBN 90 5333 980 9
Pagina's: 160
Prijs: ƒ 17,50

Titel: Amerika! Een reis door het land van Donald Duck en Coca-Cola
Auteur: Theo Vijgen

Uitgeverij: Sun
Nijmegen, 2000
ISBN 90 6168 574 5
Pagina's: 207
Prijs: ƒ 29,50

Recensie door dr. J. L. Krabbendam - 7 februari 2001

Niet alle indianen wonen in tenten

Massamedia bepalen in hoge mate het beeld dat wij van Amerika hebben. Dat daardoor een werkelijk historisch perspectief op de ontwikkelingen in dat deel van de wereld nogal eens verloren gaat, wordt opnieuw bevestigd door twee boeken die in kort bestek een kennismaking met het land van Coca-Cola willen bieden.

„Zo, die durft,” dacht ik, toen ik de laatste bladzijden van het korte overzichtswerk ”De Amerikaanse geschiedenis in een notendop” opsloeg. Ik trof daar een pagina aan met een portret van de nieuwe president: George W. Bush. Dat moet een gok geweest zijn, want het boek verscheen voordat de uitslag van de verkiezingen bekend was. Het bleek echter een slimmigheidje te zijn, want op de bladzijde ervoor (met hetzelfde paginanummer en een kartelrandje om deze bladzijde er eventueel uit te kunnen knippen) bleek de nieuwe president Al Gore te heten. Hoe slim de uitgever ook meende te zijn, de geschiedenis vóór zijn lukte hem toch niet. De verkiezingen van 2000 zullen echter niet te boek staan door wie won, maar door het langgerekte en dramatische proces dat aan de uitslag voorafging.

Het boekje past in een serie ”notendoppen” die een kort chronologisch overzicht met twee bladzijden literatuurverwijzingen, een reeks jaartallen en een register, volgend op een rechttoe rechtaan betoog over de belangrijkste gebeurtenissen in Amerika. Of eigenlijk, een betoog is het niet, het blijft een opsomming van gebeurtenissen, die maar spaarzaam met elkaar in verband gebracht worden.

Interpretatie
Er kleeft een groot gevaar aan dit soort korte historische overzichten, hoe nuttig ze ook mogen wezen voor de ongeïnformeerde lezer. De geschiedenis wordt voorgesteld als eenduidig en probleemloos. De tegenwerping dat het in een kort bestek moet, is wel begrijpelijk, maar niet afdoende. Ook in een kort overzicht kan aan bod komen wat de geschiedenis nu juist zo boeiend maakt: het verschil in visie en interpretatie. Waarschijnlijk is dat niet de behoefte van de doelgroep die in deze notendopserie bediend wordt, want die krijgt in een paar uur leestijd de hoofdmomenten uit de Amerikaanse geschiedenis gepresenteerd. Misschien moet ik daarom niet te kritisch lezen en gewoon beamen dat de selectie van de gegevens in grote lijnen inderdaad een samenvatting is van wat de historische handboeken over het Amerikaanse continent melden.

Toch mis ik in alle gegevens de onvermijdelijke variatie. Niet alle indianen woonden in tenten, sommige stammen leefden in steden, zoals de tienduizenden inwoners van Cahokia (bij St. Louis); niet alle zwarten waren slaven, vlak voor de burgeroorlog woonden 75.000 vrije zwarten in de staten New York en New Jersey. Veel verschijnselen worden teruggebracht tot één oorzaak: de Tweede Grote Opwekking aan het begin van de negentiende eeuw zou „een christelijke hervormingsbeweging” geweest zijn met veel aanhang (blz. 42). Op zich was dat wel een gevolg, maar de kern van de opwekking was geestelijk. Vrouwen kregen kiesrecht in 1919 omdat ze in de fabrieken werkten tijdens de Eerste Wereldoorlog, staat er. Maar ook –vul ik aan– omdat ze met een slimme strategie veel politici van zich afhankelijk maakten en zich konden presenteren als echte patriotten. De Pilgrim Fathers verlieten Leiden niet alleen omdat ze er niet konden aarden, nee, ook omdat hun kinderen er te makkelijk aardden.

Missers
Goed, omwille van de ruimte zouden deze nuances gemist kunnen worden, maar de missers hadden voorkomen moeten worden: hoe kunnen de Mormonen, een sekte van zuiver Amerikaans gehalte, Europa om godsdienstige redenen hebben ontvlucht? Theodore Roosevelt kreeg de Nobelprijs niet voor zijn bemiddeling tussen Duitsland en Frankrijk, maar tussen Japan en Rusland. John T. Scopes lokte het apenproces niet uit. De drooglegging verminderde wel degelijk de consumptie van drank. En er staan tegenstrijdigheden in: hoe kunnen ”progressives”, die zich eerder inzetten voor de opvang van immigranten, zich een paar bladzijden verder keren tegen de nieuwkomers?

Om nog een voorbeeld te noemen: er is in de laatste tijd in Amerika steeds meer belangstelling voor de Europese invloed en parallellen in de begintijd van de sociale wetgeving. Daarom kun je niet zomaar beweren dat de Amerikaanse hervormers niets van het Europees socialisme wilden weten. Waarschijnlijk willen de lezers van dit boek ook niet met dit soort discussies lastiggevallen worden: zij willen snel een overzicht over de gang van zaken in Amerika. Wie met dat doel voor ogen dit boekje leest (en niet als verklarende tekst of gezaghebbende bron) vindt in deze notendop voldoende gegevens.

Wonderland
Voor een jongere doelgroep maakte Theo Vijgen een aardig boekje met Americana. Een groter contrast in stijl is bijna niet denkbaar. Dit boek is een flitsende rondreis langs allerlei Amerikaanse bezienswaardigheden, veelal uit de visuele cultuur. Het biedt geen verklaringen: radio, film en televisie komen gewoon uit de lucht vallen. Net zoals het land zelf trouwens, het is een wonderland vol uitvindingen, slimme zakenlieden, vreemdsoortige gebouwen en originele types. Het boek staat vol met kernachtige teksten over het voedsel, rages, spraakmakende personages en nationale symbolen in het land van Donald Duck en Coca-Cola. In dit boekje wordt Amerika benaderd vanuit onze kennis van dat land die via de massamedia tot ons komt. Dat levert een ruime en veelzijdige collectie beelden op, maar nauwelijks enige samenhang.

Beide boeken hebben gemeen dat ze brede bevolkingsgroepen laten kennismaken met de clichés en iconen van Amerika, de negatieve en positieve associaties met het land dat steeds meer culturele ruimte inneemt. Wie dat proces wil begrijpen zal wat meer moeite moeten doen door zich bijvoorbeeld in te schrijven voor de cursus ”Kijken naar Amerika” van de Open Universiteit. Deze publicaties bewijzen nogmaals dat Amerika in het centrum van de publieke aandacht staat.