Boekrecensie |
Titel: Hitler 1936-1945. Vergelding Auteur: Ian Kershaw Uitgeverij: Het Spectrum Utrecht, 2000 ISBN 90 274 6734 X Pagina's: 1200 Prijs: 99,00 (na 1 januari 105,00)
|
Recensie door R. R. Zeeman - 22 november 2000
Indruk maken op HitlerEen nieuwe kijk op een onmens: in het tweede deel van zijn omvangrijke Hitler-biografie beschrijft de Britse historicus Ian Kershaw het wisselspel tussen de Führer en de maatschappij, die hem maar al te graag hielp. Menigeen wilde dem Führer entgegenarbeiten, inspelen op Hitlers wensen. Een sigarendoos met een stuk kaakbeen en twee bruggen, dat was alles wat begin mei 1945 van Adolf Hitler was overgebleven. Intussen had hij wel een ongekend spoor van vernielingen nagelaten. Ik zal als de grootste Duitser de geschiedenis ingaan, had de dictator gejubeld toen hij maart 1939 de Tsjechische rompstaat had ingelijfd. Uiteindelijk ging hij als de grootste misdadiger de geschiedenis in. Hij was, schrijft Ian Kershaw in de tweede band van zijn biografie, de belangrijkste aanstichter van de meest barbaarse oorlog in de geschiedenis van de mensheid en tegelijkertijd de inspirator van een volkerenmoord die de wereld nog nooit had meegemaakt. De Britse historicus uit niet alleen zijn morele afschuw. Hij stelt de vraag die tot op heden onbeantwoord is gebleven: Hoe kon een volk, dat zich beschaafd noemde, de handlanger van een dergelijk misdadig regime worden?
Onderzoeksmethode De tweede band zet de methodiek van de eerste voort. De 1200 pagina's dikke biografie is omvangrijker dan het eerste deel. Dat hangt enerzijds samen met het feit dat de wetenschappelijke literatuur de laatste jaren aanzienlijk is gegroeid. Kershaw is er de man niet naar daar geen kennis van te nemen en die te toetsen aan zijn eigen bevindingen. Anderzijds is Kershaw, net als in het eerste deel, af en toe wat breedsprakig. Misschien is de enorme tijdsdruk waaronder hij werkte, daar debet aan. Voortdurend citeert de auteur uitvoerig toespraken van Hitler die vaak op hetzelfde neerkomen. En niemand wordt zo uitgebreid geciteerd als minister van Propaganda Joseph Goebbels.
Dynamiek De vraag stellen betekent voor de historicus uit Sheffield het wezen van het nationaal-socialisme grondig onderzoeken. Het nationaal-socialisme kenmerkte zich door een onophoudelijke radicalisering, waardoor Hitler niet op zijn lauweren kon gaan rusten. In het bijzonder drie factoren stelt Kershaw verantwoordelijk voor de doorwerkende dynamiek: Ten eerste de persoonlijkheid van Hitler. Na de bezetting van het Rijnland was het zelfvertrouwen van de rijkskanselier enorm gegroeid. Kershaw ontdekt bij hem trekken van grootheidswaan. In toenemende mate geloofde de Führer in zijn onfeilbaarheid, hij waande zich de voltrekker van een historische missie, die geen uitstel kon lijden. Het idee een missie te moeten volbrengen verbond zich met de vrees niet lang te zullen leven en met Hitlers goklust, schrijft Kershaw. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog bekende de Führer: Ik heb in mijn leven altijd hoog spel gespeeld.
Idealen Ten derde het karakter van het NS-machtssysteem. Gedecideerd wijst Kershaw de gedachte van de hand dat Hitler in feite een zwakke dictator was. Weliswaar ziet hij ook bij hem steeds weer tekenen die op besluiteloosheid wijzen, terwijl hij in crisissituaties vaak zijn zenuwen niet de baas was. Maar de Britse historicus laat er geen twijfel over bestaan dat het hele systeem om Hitler draaide. Kershaw spreekt over een Führerautocratie, waarin uiteindelijk alles afhing van de wil van de dictator. Indrukwekkend beschrijft Kershaw het gedraai en geslijm om macht en invloed dat zich op het niveau vlak onder de Führer afspeelde. Bij het dingen naar de gunst van de dictator probeerden zijn slippendragers elkaar de loef af te steken met radicale initiatieven die de goedkeuring van de Führer konden wegdragen.
Hoofdmotief Kershaw laat aan de hand van voorbeelden zien hoe dit gebeurde. In de omgeving van Hitler werd de rol van de Entgegenarbeiter de ene keer door Herman Göring vervuld, die bijvoorbeeld bij de Anschluss van Oostenrijk in maart 1938 het tempo bepaalde. Een andere keer door minister van Buitenlandse Zaken Von Ribbentrop, die bij de Sudenten-kwestie in de herfst van 1938 en bij de agressie tegen Polen in 1939 nog strijdlustiger was dan de dictator zelf. In de oorlog zelf was het vooral Martin Bormann, de chef van de partijkanselarij, die als het ware de wensen van Hitlers lippen aflas en ze ijverig in bevelen omzette.
Volgzaamheid De Britse historicus wordt niet moe de volgzaamheid van de meeste officieren te beschrijven. Als lichtend voorbeeld stelt hij daartegenover meubelmaker Georg Elsen. Hij pleegde in 1939 helemaal alleen een bomaanslag in de Bürgerbräukeller in München, waar Hitler zou spreken. Hitler overleefde de aanslag omdat hij, tegen zijn gewoonte in, een korte toespraak hield en al was vertrokken voordat de bom ontplofte. De militairen ondernamen een dergelijke poging pas in de zomer van 1944. In het hoofdstuk De ontketende barbaren, dat handelt over de nazi-terreur in Polen, schrijft Kershaw: Academici, en daarbij stonden historici voorop, overtroffen elkaar bij het rechtvaardigen van de Duitse hegemonie in het oosten. Rassen-'deskundigen' togen aan het werk om de 'wetenschappelijke' basis te creëren voor de bewering over de minderwaardigheid van de Polen. Hitler hoefde niets anders te doen dan deze mensen een blanco volmacht voor hun barbaarse handelwijze te geven. Er heerste geen gebrek aan bereidwillige helpers om dit alles in de praktijk om te zetten.
Holocaust Volgens Kershaw was er geen duidelijk bevel van Hitler nodig. Het was voldoende dat hij algehele instemming signaleerde. Er was noch een bevel, noch een aanwijzing nodig. Bereidwillig begrepen ze dat de tijd van de afrekening was gekomen. Kershaw benadrukt dat ook veel gewone Duitsers meededen, zonder Hitlers beslissende aandeel uit het oog te verliezen. Zonder hem, schrijft Kershaw, was de realisering van het programma van de fysieke uitdelging van de Europese Joden ondenkbaar geweest. Hoezeer Hitler de Joden ook haatte en dit kenbaar maakte, in zijn naaste omgeving mocht niet over de moord op de Joden worden gesproken. Dit kan, aldus Kershaw, erop wijzen dat hij zich bewust was van zijn misdaad. Het is slechts een vermoeden van de Britse historicus. Zeker weten doet hij het niet.
Verlies aan populariteit Parallel aan het voortschrijdende lichamelijke verval beschrijft Kershaw een ander gebeuren, dat hij voor belangrijker houdt. Hoe meer de oorlog vorderde en de eindoverwinning op zich liet wachten, des te minder trad de dictator in het openbaar op. Zijn minister van Propaganda drong er bij Hitler keer op keer tevergeefs op aan zich te tonen aan de bevolking, die zo zwaar leed onder de geallieerde luchtaanvallen. Kershaw: Het Derde Rijk veranderde in een Führerstaat zonder Führer. De loyaliteit van de bevolking, maar ook van zijn paladijnen, waarop Hitler eerder kon rekenen, nam hierdoor af. De auteur noemt het sluipende verlies aan populariteit van Hitler, maar beschrijft het helaas niet uitvoerig. Aan het einde van de oorlog keerden velen zich van Hitler af. Dit proces voltrok zich onder alle lagen van de bevolking, maar Kershaw beschrijft het slechts voorzover het zich in Hitlers directe omgeving voordeed.
Belezenheid Kershaws biografie is een product van enorme belezenheid. Het is een samenvatting van alle kennis over Hitler, het nationaal-socialisme en de Führerstaat. In literair opzicht blijft zijn werk misschien achter bij Joachim Fest, maar het is wel goed leesbaar. Ook heeft Kershaw minder studie verricht naar Hitlers karakter dan Fest. Anderzijds heeft Kershaw, door zich meer af te wenden van Hitlers persoon en zich te richten op de maatschappij die de Führer voorbracht, een nieuwe kijk op deze onmens ontwikkeld. De vraag waarom een zo gestoord iemand een dermate gruwelijke rol in de wereldgeschiedenis heeft kunnen spelen, zal de historici verder bezighouden. Maar niemand is zo dicht bij het antwoord gekomen als Ian Kershaw.
|