Boekrecensie |
Titel: De metamorfose van de wereld. De cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw Auteur: Peter Conrad Uitgeverij: Anthos/Manteau Amsterdam, 1999 ISBN 90 7634 111 7 Pagina's: 895 Prijs: 125,-
|
Recensie door J. C. Karels - 28 juni 2000
Een streep door oude wijsheidHistoricus Peter Conrad beschrijft in De metamorfose van de wereld de twintigste eeuw als een onomkeerbare en ingrijpende breuk met het verleden. Die breuk noemen we moderniteit, aldus Conrad. De twintigste eeuw haalde een streep door alle opgezamelde wijsheid van onze voorouders. Ambitieus en onconventioneel is het boek. In een bestek van 900 pagina's haalt Conrad als in een film de afgelopen honderd jaar voor de geest. Zijn stijl is caleidoscopisch: hij schetst aan de hand van talrijke getuigen uit literatuur, kunst, wetenschap en muziek een visioen waarin bommen het laatste woord spreken, monsters volken terroriseren en mensen als insecten worden uitgeroeid. Wetenschappers bevragen het heelal als nooit tevoren. Tijd en ruimte worden vernietigd. De koelkast, de wasmachine en de auto komen. Dingen veranderen in gebruiksartikelen, personen in consumenten. Conrad: Ik schreef dit boek in de hoop te gaan begrijpen wat het heeft betekend in de twintigste eeuw te leven.
Bevrijden Maar de werkelijke wereld is een hersenschim, het geliefde domein waar de wijze, vrome en deugdzame mens zich koestert, beweerden talloze schrijvers in de twintigste eeuw in navolging van de filosoof met de hamer. Het werd een van de gevaarlijkste waagstukken van het modernisme: de systematische aanval op de werkelijkheid, het schrappen van alles wat zich voorheen als vertrouwd en herkenbaar had voorgedaan. Kunstenaars en schrijvers werden de nieuwe goden, die zich ten doel gingen stellen de mens te vervreemden van zijn geriefelijke huisbakken schijnwereld, en te bevrijden van namaak.
Kafka Kafka's verhaal belicht nog een ander aspect van de moderne wereld. Kennelijk heeft de beschaving geen overwinning behaald op de barbarij. Morele relaties lijken in één vlucht ongedaan gemaakt te kunnen worden. De zichzelf prijzende cultuur, vast van plan de nieuwe mens te scheppen, blijkt niet meer te zijn dan een gestoffeerde rommelkamer, die zonder moeite leeggehaald kan worden. De geschiedenis lijkt eerder aan te tonen dat de mens een wilde blijft. Juist de moderne tijd vertoont een bedroevende affiniteit met de oeroude 'primitievere' tijdperken. Monsters verdwijnen niet, maar krijgen de kans. Hele volken worden deze eeuw geterroriseerd door beesten. De meest nihilistische gokker van deze eeuw was Hitler, die de kans op militair succes afzette tegen een mislukking die een Apocalyps inhield, en hij beleefde satanisch genoegen aan de catastrofe die toen kwam.
Derde ouder Meegesleept wordt de lezer in een onbegrijpelijke droom, onecht en toch gebeurd. Conrad ziet scherp: Door te ontkennen dat God verantwoordelijk is voor de schepping, brak de moderne tijd de wereld af. Hij treurt daarover niet. Geen weeklacht, geen verlangen. Geen besef dat een wereld zonder ijkpunt wel eens verloren zou kunnen gaan. Conrad ziet alleen verandering. Binnen een enkele molecule gaat het spel van combinaties door en zorgt ervoor dat het leven doorgaat en nooit ophoudt te veranderen.
|