Recensie door Tera Voorwinden-Hofman - 24 mei 2000
De waarheid over
de gravin van Isenburg
In 1630 wordt ene Marie-Anne von Hohenzollern op vijftienjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de graaf van Isenburg, een oud en zwartgallig heerschap. Het huwelijk is niet wat het moet zijn en na vier jaar neemt Marie-Anne de benen, in gezelschap van haar kamerdienaar Jean-Alexandre de Maussave. Via Parijs komt het paar in het Zuid-Franse Albi terecht. Ook deze twee krijgen onenigheid. De gravin eindigt in een klooster en van Maussave horen we niets meer.
Over de gravin doen verschillende verhalen de ronde. In zijn onlangs bij uitgeverij Bert Bakker verschenen boek Het tragische lot van de gravin van Isenburg voert Siep Stuurman (1946), hoogleraar Europese geschiedenis aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, de lezer aan de hand van allerlei verhalen langs de belangen, conventies en verborgen motieven van de diverse beschrijvers van het lot van de ongelukkige gravin.
In 1678 publiceert Antoinette de Salvan, een aristocratische dame uit Albi, een historische roman over de treurige geschiedenis van Marie-Anne, die ze inmiddels in Albi had leren kennen en regelmatig sprak. Als we haar mogen geloven, vluchtte de gravin omdat haar man haar dreigde te vergiftigen met diamantpoeder. Er bestaat echter ook een zeventiende-eeuws manuscript dat pas twee eeuwen later gepubliceerd werd, waarin het verhaal over de moordlustige graaf naar het rijk der fabelen werd verwezen. Het zou slechts als dekmantel dienen voor echtbreuk en overspel. Nog veel later meent een Duitse literatuurhistoricus zeker te weten dat de gravin een overspelige slet was.
Geleerde vrouw
Siep Stuurman beschuldigt De Salvan van het hanteren van allerhande subjectieve elementen en stokpaardjes. Zo zouden de lyrische beschrijvingen van het landschap rond Albi door de gravin in de roman meer te maken hebben met de voorliefde van De Salvan voor haar geboortestreek dan met de bewondering van Marie-Anne voor het natuurschoon. Een motief dat steeds terugkomt in De Salvans geschriften kan ook in deze roman niet ontbreken volgens Stuurman: discriminatie van het vrouwelijk geslacht. De Salvans geleerde pretenties waren zelden welkom en zeker niet vanzelfsprekend. Ze leefde in een tijd dat de rol van de geleerde vrouw op het toneel door een man werd vertolkt, terwijl actrices andere vrouwenrollen speelden.
De Salvan schetst in haar geschriften een perfect vijandbeeld van de oude aristocratie: vrouwen zijn domme nuffen en mannen zijn ijdele domkoppen die niets beters weten te doen dan pochen op hun afkomst en op hun kwaliteiten als vechtersbaas. Het beeld dat zij van de graaf van Isenburg schetst, moet volgens Stuurman tegen deze achtergrond worden bezien. Dit past namelijk al te goed in het negatieve beeld van de traditionele cultuur van haar dagen. Ze schildert de graaf als een onbehouwen ijzervreter. De gravin verschaft haar een mooie tegenpool. Zij is beschaafd en verfijnd, niet nuffig of saai.
Domme gans
De Historiettes van Gedéon Tallemant des Reaux vertellen een ander verhaal. Het gaat overigens om een van de merkwaardigste documenten uit de zeventiende eeuw. Historiettes is de naam van een omvangrijke collectie schetsen en verhalen over zeer uiteenlopende personen en voorvallen uit de tijd van Lodewijk XIII. Het manuscript is tussen de familiepapieren van de Tallemants terechtgekomen en pas in 1834 gepubliceerd. In deze publicatie komen we ook de avonturen van de gravin tegen, maar in een versie die nogal afwijkt van het verhaal van De Salvan.
In Tallemants verhaal laat de gravin zich verleiden door de eerste de beste Franse charmeur. Daarbij is ze een domme gans die zo veel mogelijk geld over de balk gooit. Ook deze versie moet in haar context geplaatst worden. Tallemant stond bekend als een aristocratisch leeghoofd met een flanerende levensstijl en een voorliefde voor de onderkant van het menselijk bestaan in alle betekenissen van die term. Vooral vrouwen komen er bij hem vaak slecht af.
Objectief oordeel
Eind jaren dertig van de vorige eeuw duikt Marie-Anne weer op, nu in een beschouwing van de Duitse literatuurhistoricus J. Eggen van Terlan. Terlan legt zijn lezers een erudiet betoog voor, hij schrijft vanuit de positie van de geleerde die met behulp van de beschikbare bronnen een objectief oordeel probeert te vellen. Daarmee is zijn reconstructie van het leven van de gravin de eerste met een wetenschappelijke pretentie, waarbij het wapen van de historische kritiek wordt ingezet. Ook hij komt tot de conclusie dat de gravin een overspelige vrouw was. Overigens was Terlan ingetrouwd in de familie Isenburg.
Wie heeft er gelijk? Is de waarheid over de gravin nog te achterhalen? Het valt te betwijfelen of er überhaupt antwoorden zijn op deze vragen. Eerlijk gezegd is het ook niet bijster boeiend te weten hoe het precies zat met de gravin. Wel boeiend is de zoektocht naar historische feiten en de manier waarop een reconstructie van die feiten totstandkomt. Stuurmans boek gaat ten diepste over het probleem van de historicus: bestaat er zoiets als (objectieve) geschiedschrijving?
|