Boekrecensie

Titel: Van Korea tot Kosovo. De Nederlandse militaire deelname aan vredesoperaties sinds 1945
Auteurs: Christ Klep en Richard van Gils

Uitgeverij: Sdu Uitgevers
Den Haag, 1999
ISBN 90 1208 766 x
Pagina's: 399
Prijs: ƒ 49,90

Recensie door S. J. van Leeuwen - 17 mei 2000

Vredesmissies van Korea tot Kosovo

Nog nooit had de toekomst van de wereld er zo rooskleurig uitgezien. De altijd aanwezige dreiging van een atoomoorlog leek met het einde van de Koude Oorlog verdwenen. Niets was minder waar. De vele vredesmissies die de Verenigde Naties (VN) na de val van de Muur ondernamen, laten zien dat wereldvrede nog ver te zoeken is. Het boek ”Van Korea tot Kosovo” biedt een overzicht.

Tot het einde van de Koude Oorlog (1945-1989) had het Westen naar de Russen gestaard, die op hun beurt terugkeken. Beide partijen leken te wachten op een eerste stap op de weg naar de vernietiging van de wereld. Een openlijke aanval zou fataal zijn geweest en dus waren het niet de Amerikanen en de Russen die elkaar bestreden, maar de Noord-Koreanen en de Zuid-Koreanen. Of de Noord- en Zuid-Vietnamezen. Of de Israëli's en een stuk of wat Arabische buurlanden.

Machtsvacuüm
Terwijl beide wereldmachten over de Muur en onder het Gordijn door gluurden, laaiden verspreid over de wereldkaart conflicten op. Met het verdwijnen van de Sovjetvijand achter het IJzeren Gordijn werd de aandacht van de wereld gevestigd op vele al jaren voortwoekerende conflicten. Het machtsvacuüm in het voormalige Sovjetkamp leidde bovendien tot verdeeldheid in Joegoslavië en uiteindelijk zelfs tot een burgeroorlog van formaat. De wereldvrede was bepaald nog niet gered.

Tot dan toe was de hoeder van de wereldvrede aan beide handen gebonden geweest. De Russen hadden de ene arm een Koude Oorlog lang in een stevige houdgreep gehouden, de Amerikaanse tegenpartij de andere. Zo werd ingrijpen in het Midden-Oosten tegen de Sovjetgezinde Arabieren door de Russen tegengehouden. Krachtdadig optreden tegen Israël kon echter op Amerikaans verzet rekenen. Pas toen de ene arm uit de Sovjethoudgreep bevrijd werd, konden politiek gevoelige oorlogen bestreden worden.

In ”Van Korea tot Kosovo. De Nederlandse militaire deelname aan vredesoperaties sinds 1945” wordt de geschiedenis van de VN-operaties waaraan Nederland heeft deelgenomen uitvoerig uiteengezet. Een historisch overzicht plaatst de missies in de tijd en laat zien dat Nederland veranderde van een onwillige dwarsligger in het braafste en ijverigste jongetje in de VN-klas. Met een vijfde plaats op de wereldranglijst van troepenleveranciers doet Nederland het niet slecht.

Srebrenica
Dutchbat en Dutchbat III spelen een hoofdrol in het overzicht. Het eerste Dutchbat diende in Libanon en probeerde, tevergeefs, te voorkomen dat Israël de Palestijnen en de Palestijnen Israël aanvielen. Libanon liet zien dat Nederland militair gezien uitstekend in staat was een VN-operatie uit te voeren. Dat het effect van Dutchbat beperkt bleef was niet aan de militairen maar aan de politiek te wijten.

Dutchbat III is een ander verhaal, dat vijf jaar na dato nog niet ten einde is. „Geen ander land wilde zich in het wespennest Srebrenica wagen” stellen de schrijvers van het boek. De gevolgen waren ernaar. Omringd door vijandig gezinde Serviërs konden de Dutchbatters weinig meer dan wanhopig uitbreken, in plaats van moslims beschermen, zoals de opdracht luidde.

De belangrijkste Nederlandse VN-operaties, Libanon en Srebrenica, zijn daarmee eigenlijk geslaagde mislukkingen. Geslaagd, omdat Nederland blijk gaf van zijn militaire vaardigheden. Het Nederlandse lange haar, waar kaalgeschoren buitenlandse militairen wenkbrauwfronsend naar keken, heeft kennelijk geen invloed gehad op de kwaliteit van de prestaties. Mislukt, omdat de twijfelende politieke baas de militaire waakhond aan een te korte ketting hield. De prikjes van de Palestijnse, de Israëlische en de Servische kat kwamen dan ook des te harder aan.

Politieke voorzichtigheid
”Van Korea tot Kosovo” maakt duidelijk dat mislukking van vredesoperaties voor een groot deel te wijten is aan politieke voorzichtigheid. De medewerking van de strijdende partijen lijkt ondergeschikt, omdat geen enkele partij bestand is tegen de overdaad aan VN-gevechtskracht die de politiek, zoals in het geval van de Iraakse inval in Koeweit, kan oproepen.

Het historisch overzicht, de beschrijvingen van de operaties, de bijlagen en de uitgebreide registers maken ”Van Korea tot Kosovo” tot een uitstekend overzichtswerk. Dat de lijst van afkortingen, met acroniemen als Unmibh, Unpredep en Stanavformed, onuitspreekbaar is geworden, doet daar natuurlijk niets aan af.