Binnenland | 15 december 1999 |
Meer dan duizend eeuwelingenRIJSWIJK Meer dan duizend Nederlanders kunnen na de millenniumwisseling zeggen dat ze in drie eeuwen hebben geleefd. Dat zijn er honderd keer zo veel als in 1900, toen naar schatting slechts tien mensen honderd jaar of ouder waren. Vooral de laatste drie decennia is de gemiddelde leeftijd zienderogen gestegen. Door de steeds betere medische zorg zijn de sterftekansen afgenomen. Wat opvalt is dat het vrouwelijk geslacht het steeds langer volhoudt. Van de 1061 honderdjarigen op 1 januari 1999 waren liefst 907 vrouw tegen 154 man. Die verhouding van respectievelijk 85 procent en 15 procent is van de laatste tien jaar. Daarvoor lag die verhouding eigenlijk constant op 67 procent vrouwen en 33 procent mannen. Het einde is nog niet in zicht. Volgens de nationale bevolkingsprognose van het CBS zal het aantal honderdplussers de komende decennia verder toenemen. In 2020 zullen naar schatting 2000 inwoners honderd jaar of ouder zijn, en in 2050 is dat aantal vermoedelijk gestegen tot 5000. Het aandeel mannen zal net als nu op ongeveer 15 procent liggen, verwacht het CBS. Dat meer vrouwen honderd worden heeft vooral te maken met verschillen in stofwisseling en hormoonhuishouding. Het wordt ook in de hand gewerkt doordat mannen over het algemeen ongezonder werk doen, meer roken en drinken en vetter eten. Weinig honderdjarigen gaan het millennium bewust meemaken. De meesten zitten in een verzorgings- of verpleeghuis. Maar toch zitten er bij die eeuwelingen nog verrassend veel krasse mensen. Dat weet Fred van Dam uit Barneveld, die zich met recht honderdjarigendeskundige mag noemen, want hij verzamelt al 54 jaar gegevens over Nederlanders die de honderd passeren. ,De honderdjarigen die thuis wonen of in een verzorgingshuis, zijn over het algemeen goed aanspreekbaar. Ik weet van de oudste man van Nederland, de 108-jarige mijnheer Bos uit Rotterdam, dat hij heel goed bij de pinken is."ô Mensen van honderd jaar of ouder zijn mensen die vrolijk zijn van aard en een enorm sterke wil hebben. Echte doordouwers, die natuurlijk verdriet hebben gekend, maar ze hebben dat verdriet een plekje gegeven. Het zijn ook mensen die altijd gewerkt hebben, in hun eigen tempo en niet opgejaagd. En een heel regelmatig leven hebben geleid. |