Binnenland2 september 1999

„Filter tussen de oren is beste
omgang met Kennisnet”

Door E. van Dijkhuizen
GOUDA – Hij krijgt forse kritiek op zijn plannen in de Kamer en in het veld, maar onderwijsminister Hermans gelooft nog steeds in Kennisnet. Er kan volgens hem nog maar één kink in de kabel komen. Dat gebeurt als Enertel, de beoogde exploitant van het landelijke computernetwerk, zijn afspraken niet nakomt. Maar ook daar is de bewindsman op voorbereid. „Ik heb de PTT achter de hand.”

Het is voor Hermans een uitgemaakte zaak: „Alle scholen moeten op Kennisnet” en: „Kennis van de informatie-en communicatietechnologie is absoluut noodzakelijk.” De bewindsman verzwijgt niet dat de aanloop naar Kennisnet tot nu toe een weg met veel hobbels is: het project zou te pretentieus, te duur en technisch onuitvoerbaar zijn. Hermans, relativerend: „Ach, ik beschouw Kennisnet als een voorbeeld van een project dat lang op zich heeft laten wachten, maar waarbij het allemaal toch nog goed komt.”

Uiterlijk op 1 oktober wil de VVD-minister een contract met Enertel op tafel hebben. „Een goed contract”, voegt hij er nadrukkelijk aan toe. Dat laatste is niet vanzelfsprekend. De moeder van Enertel, het Amerikaanse telecombedrijf Worldport, verkeert in grote financiële problemen. Hermans laat daarom op verzoek van de Kamer nagaan of Enertel nog wel de juiste kandidaat voor Kennisnet is. Hij heeft daar niet zo veel zorgen over. „De moeder verkeert in problemen, de dochter niet, zo is mijn inschatting.”

Als Hermans gelijk krijgt en de afspraken met Enertel staan zwart op wit, dan kan het telecombedrijf beginnen met „het uitrollen van Kennisnet over Nederland”, aldus de minister. Niet dat alle scholen dan een week later een aansluiting hebben. „Nee, dat duurt wel tweeënhalf tot drie jaar”, tempert hij de vreugde. „Maar, er komt een schema waarop precies staat wanneer een school aan de beurt is.”

De informatie- en communicatietechnologie (ICT), die op de meeste scholen nog in de kinderschoenen staat, zal het onderwijs volgens de bewindsman „heel anders” maken. „Les krijgen en lesgeven wordt veel aantrekkelijker.” Wijs geworden door het gekniep van zijn voorganger Ritzen, weet Hermans dat hij met een flinke zak geld over de brug moet komen om het onderwijs fatsoenlijk te computeriseren. „Deze kabinetsperiode is er 1,3 miljard voor ICT beschikbaar; vanaf 2002 wordt dat 330 miljoen structureel per jaar.”

Insiders zeggen: Veel te weinig.
„Het kan altijd meer, natuurlijk. Als ik 500 miljoen per jaar voor ICT heb, raak ik het ook kwijt. Maar laten we nu eerst eens proberen het beschikbare bedrag goed te besteden. En ik kan nu al zeggen dat de voorhoedescholen, die als eerste met ICT aan de slag zijn gegaan, er wat extra geld per leerling bijkrijgen. Hoeveel dat is, zeg ik op Prinsjesdag.”

Het grootste deel van het totale ICT-budget gaat volgens Hermans naar de scholen. „Ik schrijf niet voor wat ze er precies mee moeten doen, als ze het maar besteden aan ICT. Er bestaat niet slechts één goede manier. Wel één slechte, namelijk als leerlingen straks niet blijken om te kunnen gaan met de moderne multimedia. Dat komt dan wel openbaar tijdens het bezoek van de inspectie. Die gaat een school aan de hand van landelijk vastgestelde kerndoelen beoordelen of zij voldoende aan ICT doet. Trouwens, die vraag zal ook voor ouders steeds belangrijker worden, als een van de criteria bij hun schoolkeuze.”

Als Kennisnet eenmaal werkt, zal het snel ingeburgd zijn, verwacht Hermans. „Ik denk dat we ons over een paar jaar niet meer kunnen voorstellen dat er een tijd zonder Kennisnet was.” De bewindsman staat nog steeds vierkant achter de beslissing om een landelijk computernetwerk op poten te zetten en de scholen niet zelf te laten aanmodderen met ICT. „In Engeland hebben ze afgezien van zo'n netwerk en daar hebben ze nu spijt van.”

Er zijn scholen, bijvoorbeeld christelijke, die niet alle informatie van Kennisnet aan hun leerlingen willen voorschotelen, omdat ze niet alles verantwoord vinden. Zij gaan selecteren. Is dat wel de bedoeling van Kennisnet?
„Ik heb er begrip voor dat bepaalde scholen dat willen. De plannen van het reformatorisch onderwijs om met filters te gaan werken, passen uitstekend in het ICT-beleid van de overheid. Ik hoop dat deze scholen hun ervaringen ook zullen doorgeven aan andere.”

De bewindsman betwijfelt wel of technische filters afdoende zijn. „Er zullen altijd leerlingen zijn die de filters weten te kraken. Daarom vind ik de vorming van het eigen geweten, de eigen moraal, minstens zo belangrijk. Het filter tussen de oren is uiteindelijk de beste omgang met Kennisnet.”