Binnenland9 augustus 1999

„Asbestproblemen kosten ons een maand”

Bataljon in Kosovo
uitgebreid ontsmet

Van onze binnenlandredactie
PRIZREN – Bataljonscommandant kolonel Gijsbers van het geniehulpbataljon in Prizren in Kosovo verwacht dat zijn eenheid een maand vertraging oploopt door de problemen met asbest in het kamp. Manschappen en materieel moeten uitgebreid worden ontsmet om de aanwezigheid van asbestvezels in het nieuwe kamp uit te sluiten.

Gijsbers verwacht dat vooral de ontsmetting van de 450 voertuigen van zijn bataljon veel tijd vergt. Hij hoopt elke dag 250 man 'veilig' te kunnen verklaren maar het schoonmaken van het materieel en vooral de filters in allerlei voertuigen kost weken. „In die tijd kunnen we aanzienlijk minder doen aan onze taak; steun leveren aan de humanitaire hulpverlening. Ik denk dat we hier een maand verspelen,” aldus Gijsbers.

De commandant heeft inmiddels een aantal potentiële nieuwe locaties verkend voor zijn eenheid van bijna 900 man. Op die locaties zijn metingen verricht waarvan de resultaten morgen bekend worden. Tot die tijd zit het geniehulpbataljon dus nog op de landingsstrook bij Prizren. Het kamp wordt continu nat gehouden en de manschappen lopen bij 38 graden Celsius verplicht met stofmaskers op. Gijsbers verwacht dat het onmogelijk is zijn grote eenheid op één locatie te vestigen. Waarschijnlijk zal gekozen worden voor twee of drie nieuwe kampen in de omgeving van Prizren.

In eerste instantie waren bij de verkenning van het kamp lage waarden van het minder gevaarlijke witte asbest gemeten. Pas vorige week bleek dat er in het hele kamp hoge concentraties van het gevaarlijke, kankerverwekkende blauwe asbest aanwezig waren. De asbestontdekking en de metingen door mannen in witte pakken leidden tot onrust onder de manschappen. Nu hebben de meesten vertrouwen in de aanpak van hun bataljonsleiding.

Gijsbers is nog niet klaar voor een analyse van de gang van zaken rond de asbestbesmetting. „Het is te vroeg om te concluderen dat we onvoldoende hebben gedaan om dit te voorkomen. We hebben juist heel veel gedaan, alleen is het achteraf gezien de vraag of dat de goede dingen waren.”

Eén sigaret
Een specialist van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam relativeert de zorgen bij het thuisfront: „De kans op mesothelioom (borstvlieskanker) door deze asbestbesmetting is niet nul, maar wel heel klein. De militairen hebben ongeveer net zoveel risico gelopen op kanker als iemand die één sigaret rookt. Ook daarvan kun je kanker krijgen, maar de kans is klein. De situatie waarin de militairen verkeren, is niet te vergelijken met die van scheepsbouwers die jarenlang dag in dag uit asbest inademden.”

Defensie erkent dat het personeel risico's heeft gelopen. „Het belangrijkste is nu de bron van de besmetting vast te stellen. We bekijken verder of het zin heeft mensen nu al te controleren op asbest. Besmetting is moeilijk vast te stellen en de incubatietijd kan dertig jaar bedragen. Alle militairen krijgen een aantekening in hun medisch dossier.”

Het speciale asbestonderzoeksteam van Defensie met externe deskundigen neemt ook stof- en grondmonsters op het kamp van de Gele Rijders in Orahovac. Defensie neemt na het ontdekken van het kankerverwekkende blauwe asbest in stofmonsters op het kamp van het geniehulpbataljon in Prizren geen enkel risico meer. Het departement laat alle plekken waar Nederlandse KFOR-militairen in Kosovo komen grondig onderzoeken.