Binnenland 30 juni 1999

Kuiper bepleit nieuwe partijstructuur

„Afscheid van verleden
nodig voor RPF/GPV”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – RPF en GPV moeten bij gebrek aan toekomstperspectief niet „blijven hangen in kwesties van nestgeur en partijcultuur.” Beide partijen moeten uitgaan van een gezamenlijke toekomst en daarbij „afscheid nemen van het verleden”, want „achterom kijken hindert om productief te worden in een nieuwe situatie.”

De oproep om het verleden achter zich te laten komt van dr. R. Kuiper, directeur van het wetenschappelijk studiecentrum van de RPF. In de jongste uitgave van RPF-periodiek ”Afgestemd”, geheel gewijd aan de ontwikkelingen tussen de twee protestants-christelijke partijen, spreekt hij de hoop uit dat de samenwerking zal leiden tot „een nieuw verzamelpunt voor allen die als vanouds de liefde van God doortocht willen verlenen.”

Volgens Kuiper brengt de samenwerking tussen RPF en GPV de christelijke politiek „een nieuw momentum.” Om dat momentum goed te benutten moeten beide partijen wel van harte aan iets nieuws willen beginnen. Kuiper dringt erop aan „samen de sprong te maken naar een nieuwe situatie: de koning is dood, leve de koning!”

Daarvoor is volgens Kuiper een ondubbelzinnige nieuwe partijstructuur nodig. „Aparte ledenregistratie en afzonderlijke ledencircuits doen op korte termijn afbreuk aan de geloofwaardigheid van de politieke boodschap en zullen op lange termijn geen stand houden. (...) Gaan we de eerstvolgende verkiezingen in met een dubbelhartig partijconcept, dan laten we het politieke momentum tussen onze vingers doorglippen.”

Kuiper pleit voor een partijcultuur van „politieke vreugde. Dankbaar zijn voor elkaar en voor wat we samen krijgen, is de beste investering in een nieuwe partijcultuur.” Naar buiten toe moet de samenwerking „nieuw elan” geven aan de christelijke politiek, stelt Corien Lambregtse, voorlichter van de RPF-fractie in de Tweede Kamer, in een bijdrage over de stijl van christelijke politiek. Strijd, principes en hartstocht moeten daarbij, naar het voorbeeld van Wiegel, centraal staan. Maar tegelijk vraagt een bescheiden missie om een bescheiden stijl, zonder ijdele pretenties.

„Bedreiging”
De Leidse rechtsfilosoof dr. A. Kinneging bevestigt in ”Afgestemd” dat er in Nederland ruimte is voor „een conservatieve partij, waarin traditionele christenen een plaats hebben én behoudende burgers die zich niet expliciet op de Bijbel beroepen.”

De nieuwe partij moet zich wat hem betreft „niet alleen profileren vanuit haar bijbelse grondslag, maar ook haar politieke thema's propageren als grondslagen van een fatsoenlijke maatschappelijke ordening, zodat de stellingnames ook voor behoudende katholieken en niet-christenen aantrekkelijk zijn.” Spectaculaire groei stelt hij zo'n partij overigens niet in het vooruitzicht. CDJA-voorzitter Teusjan Vlot al evenmin, al ziet hij in zo'n partij „op langere termijn” wel „een bedreiging” voor het CDA.