Binnenland28 mei 1999

D66 heeft alternatief voor vice-premier

Borst bungelt aan Bijlmerdraad

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Wanneer informateur Tjeenk Willink erin slaagt het paarse kabinet te lijmen, is het nog maar de vraag of ook minister Borst van Volksgezondheid blijft plakken. De bewindsvrouw bungelt aan een zijden Bijlmerdraad tussen het ambt van vice-premier en de AOW.

„Ik heb zin in doorregeren tot 2002”, zei de grijze dame van D66 gisteren gretig. Maar daarvoor moet zij volgende week wel eerst een kritische Tweede Kamer overtuigen van het feit dat haar Bijlmerbeleid van de afgelopen jaren absoluut verantwoord is geweest.

Een kamermeerderheid heeft daarover forse twijfels. De grootste coalitiefractie (PvdA) en de voltallige oppositie steunen de conclusie van het Bijlmerrapport dat mevrouw Borst laks reageerde op de stroom van gezondheidsklachten die ontstond in de jaren na de vliegramp van 1992.

„Ik zal volgende week in de Tweede Kamer niet aanvallen of verdedigen, maar uitleggen”, zei Borst gisteren. Ze ziet het debat met vertrouwen tegemoet, maar zal opstappen als de Kamer constateert dat zij verwijtbare fouten heeft gemaakt. Dat laatste lijkt overigens een afzwakking van haar eerdere uitspraak dat zij er de brui aan geeft wanneer de Kamer het harde oordeel van de Bijlmercommissie overneemt.

Lijmpoging
Cruciaal voor de positie van Borst is hoe de PvdA-fractie volgende week op haar formele verweer reageert. Daarbij gaat het niet in de eerste plaats om de inhoud van dat verweer. Die zal geen verrassingen bevatten. Hoe Borst denkt over het door haar gevoerde Bijlmerbeleid is na haar openbare verhoor door de enquêtecommissie en de publiciteit rond haar persoon wel bekend.

Het al dan niet slagen van de lijmpoging van Tjeenk Willink is voor de PvdA-fractie een veel belangrijker gegeven. Als het kabinet wat wankel weer overeind staat en de lijm nog nat is, wordt een gedwongen aftreden van Borst een heel gevoelige zaak. Het zal in dat geval nog even stormen tussen de Bijlmerboys en de lijmers van de PvdA-fractie.

„De positie van ministers in het Bijlmerdebat moet niet worden gebruikt in de lijmpoging”, zei Borst gisteren nog. „We gaan geen koehandel bedrijven, dat is niet netjes ten opzichte van de bewoners van de Bijlmer.” Toch kon ook zij er daarbij niet omheen dat in de politiek „alles een beetje samenhangt.”

Niet onoverkomelijk
Aan de andere kant hoeft zelfs de vrije val van vice-premier Borst uit een pasgelijmd en nog wankel kabinet geen onoverkomelijke zaak te zijn. Die ene tegenstem van VVD-senator Wiegel boeide D66 waarschijnlijk veel meer dan het politiek verscheiden van haar voormalige lijsttrekker, die de laatste tijd niet zo'n geweldige reputatie meer heeft.

Op haar eigen departement kan mevrouw Borst maar moeilijk de vinger aan de financiële pols houden en moest enkele maanden geleden deskundige assistentie worden verleend. Bovendien is Borst door de Bijlmerenquête inmiddels zodanig beschadigd dat het maar de vraag is of het voor haar partij gunstig is wanneer zij als aangeschoten wild op haar post blijft. Haar vertrek zou dat de geloofwaardigheid van D66 wel eens meer ten goede kunnen komen.

Van Boxtel
Wat onvermijdelijk meespeelt, is dat de sociaal-liberalen een aanlokkelijk alternatief hebben voor Borst. Dat is minister Van Boxtel, die momenteel de Kroon dient voor het Grotesteden- en Integratiebeleid. Van Boxtel zou kunnen doorschuiven naar Volksgezondheid, het beleidsterrein waarop hij in zijn jaren als D66-kamerlid functioneerde.

Als vice-premier zou Van Boxtel zijn partij een nieuw elan kunnen geven. Hij is jeugdig en fel en kijkt onverschrokken de wereld in. Hij vormt bovendien een geoliede tandem met zijn bevriende fractieleider, De Graaf. Samen worden zij wel de ”krullenboys” genoemd. Het zou voor de uitstraling van D66 niet verkeerd zijn wanneer die twee ”krullenboys” proberen de D66-kar vlot te trekken uit de zompige modder waarin die nu vastzit.