Binnenland22 mei 1999

Advies GPV

Aan Hare Majesteit de Koningin,

Met het oog op de ontstane kabinetscrisis wil ik U gaarne het volgende in overweging geven.

De crisis, ontstaan naar aanleiding van de verwerping door de Eerste Kamer van het wetsvoorstel tot herziening van de Grondwet inzake het referendum, dient niet langer te duren dan onvermijdelijk is. Het eerste jaar van het tweede kabinet-Kok is immers verlopen zonder dat belangrijke politieke vraagstukken tot een definitieve oplossing kwamen. Ook de verantwoordelijkheid van ons land in internationaal verband maakt een goed overleg tussen regering en Staten-Generaal extra belangrijk.

De huidige crisis is echter niet los te zien van de ontstaansgeschiedenis van het kabinet. De keuze om ook D66 in het kabinet op te nemen, betekende in het licht van de politieke verhoudingen een risicofactor. Eventuele pogingen om te komen tot herstel van de coalitie liggen mede tegen die achtergrond dan ook niet voor de hand. Een hernieuwd beroep op de kiezers zou, nu er geen sprake is van een conflict tussen kabinet en Staten-Generaal, zo kort na de vorige verkiezingen alleen moeten worden gedaan als gebleken is, dat de crisis niet op een andere manier opgelost kan worden.

Daarom moge ik U in overweging geven via een korte informatieronde te doen nagaan of het mogelijk is een kabinet te formeren, waarvan de samenstelling voldoende recht doet aan de verkiezingsuitslag en dan kan vertrouwen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal. Mocht die mogelijkheid blijken te ontbreken, dan rest slechts de ontbinding van de Tweede Kamer.

Moge God U de wijsheid geven de beslissingen te nemen die in het belang van het land nodig zijn.

G. J. Schutte