Binnenland22 mei 1999

Na paars is D66 als politieke partij overbodig

Een slag over principes

Door P. van de Breevaart
Niemand in Den Haag wilde een kabinetscrisis. Niemand verwachtte ook een crisis. Opeens was die er toch. Het is een crisis als gevolg van een slag over principes, geen religieuze maar staatkundige. Deze slag won Wiegel en in zijn voetspoor de tegenstanders van paars en van het referendum. D66 is de grote verliezer, zij het dat ze eervol ten onder is gegaan. Een partij verloor van een senator. Dat zegt veel over de zwakte van de partij.

D66 staat sinds haar oprichting in 1966 bekend als de partij van de staatkundige hervormingen. Steeds maar weer herhaalden de partijbonzen, met emeritus partijleider Van Mierlo voorop, dat het volk haakt naar staatkundige vernieuwingen. Dat het volk hartstochtelijk verlangt naar de gekozen minister-president, de gekozen burgemeester, dualisering van provinciaal en gemeentelijk bestuur en –last but not least– het correctief referendum.

Het blijft echter merkwaardig dat dit naar vernieuwing dorstende volk de partij die al dit moois zo hoog in het vaandel heeft staan, maar niet aan een fiks aantal kamerzetels helpt. Integendeel, dat volk strafte deze partij bij de verkiezingen van 6 mei vorig jaar zelfs af door haar 10 zetels af te pakken en zo de D66-fractie in de Tweede Kamer van 24 naar 14 leden te laten dalen.

Desondanks hadden de D66-leiders de heroïsche, bijna kamikaze-achtige moed om ook Kok II opnieuw van een –ietwat fletse– paarse kleur te voorzien, door daarin te participeren, zij het met wat minder bewindslieden en wat minder invloed. Eén ding moesten PvdA en VVD aan D66 toegeven: het correctief referendum moest er komen.

Geen weerklank
Welnu, dat kwam er ook. Althans, zo leek het tot dinsdag. Slechts een enkele VVD-senator gromde en bromde wat bij deze in liberale ogen volstrekt overbodige, zelfs ontoelaatbare vernieuwing. Maar de idealisten van D66 dachten echt dat de regeerakkoorden uit 1994 en 1998, waarin de coalitie beloofde het referendum te zullen invoeren, normerend waren voor de paarse fracties in zowel Tweede als Eerste Kamer. Evenwel vond deze 'staatkundige vernieuwing', namelijk die van binding van de senaatsfracties aan het regeerakkoord, geen of in elk geval uiterst weinig weerklank bij de VVD.

Wie geen vreemdeling in politiek Den Haag is, weet hoe intens de democraten hongerden naar succes. Daarom accepteerden zij de door het VVD-kamerlid Te Veldhuis geëiste hoge drempels in de referendumprocedure, zoals die van 40.000 ondersteuners van een initiatief en 600.000 adhesiebetuigers van een aanvraag en de eis dat de meerderheid van de referendumstemmers, maar dan wel ten minste 30 procent van het electoraat, „ja” moet zeggen tegen de referendumvraag om deze rechtskracht te geven.

Inschikkelijkheid
Maar zelfs de inschikkelijkheid van D66 heeft haar grenzen. Deze partij eiste dat het referendum –voor de democraten een principekwestie– er nu echt moest komen. De D66-leiders gingen tot aan de politieke limiet door te eisen dat in elk geval de VVD-senatoren zich loyaal zouden tonen aan de 'paarse' coalitie door voor de grondwetsherziening te stemmen.

Op zichzelf is er met het slaan van zo'n piketpaal niets mis. Zelfs een partij als D66, die steeds maar weer roept dat zij de wil van de meerderheid van het volk representeert, heeft zo haar principes. Maar wat bleek in de nacht van dinsdag op woensdag? Dat ook VVD-senator Wiegel zijn politieke principes heeft. De liberaal liet zijn eigen principes prevaleren boven de tot coalitiebelang verheven principes van D66. Daarmee was het referendum van de baan en paars II opgeblazen.

Dus hebben de democraten nu niets meer in 'paars” te zoeken. Natuurlijk is dat jammer voor het volk. Althans, zo willen de D66-leiders het graag verkondigen en ook graag horen. Want zij werden in de afgelopen dagen niet moe telkens maar weer te vertellen dat niet minder dan 70 procent van het volk een referendum of volksraadpleging wil. Dat zou onderzoek hebben uitgewezen. Jammer toch dat Wiegel dat onderzoek niet kende of al in de prullenbak had gedeponeerd.

Over onderzoek gesproken. Een meerderheid van het volk wilde ook op enig moment –een jaar of drie geleden– herinvoering van de doodsstraf. Toch heeft D66 geen poging gedaan dit punt in het regeerakkoord voor paars II op te doen nemen. De toenmalige minister van justitie, de D66'er Sorgdrager, wees deze meerderheidswens kort na het onderzoek zelfs radicaal van de hand. Terwijl juist zij bij haar aantreden had verklaard dat zij in de wil van het volk ijkpunten voor haar beleid ziet.

Fileprobleem
Natuurlijk kan en moet de wil van het volk voor partijen met louter horizontale principes van grote invloed zijn. Het is zaak dat betrouwbaar overkomende politici telkens maar weer goed naar het volk luisteren en hun beleid of plannen in goed Nederlands aan het volk uitleggen. Wiegel kon en kan dat, De Graaf niet. Trouwens, ook VVD'ers als Bolkestein en Dijkstal missen de statuur van Wiegel.

Bij een heldere en overtuigende presentatie van de politiek is geen referendum nodig. Bovendien moet de overheid ook moed hebben om het algemeen belang soms te laten prevaleren boven het groepsbelang. Als de politiek bijvoorbeeld echt vindt dat rekeningrijden hét middel is om het fileprobleem te lijf te gaan. Dan moet er geen correctief referendum, dat aan de ANWB de mogelijkheid geeft zo'n maatregel ongedaan te maken, mogelijk zijn.

D66 voegt als partij in deze moderne tijd niets (meer) toe aan het tableau van politieke groeperingen in ons land. De partij roept alleen maar herinneringen op aan de roerige jaren '60 van deze eeuw. In de afgelopen 33 jaren fungeerde D66 als vergaarbak voor beschaafde ontevredenen, die ideologische principeloosheid tot principe hebben verheven.

D66 is na paars overbodig geworden. Maar als de partij zichzelf in leven wil houden, zou het geen kwaad kunnen als haar bonzen eens een cursus politiek bedrijven zouden volgen bij... ja, bij wie? Vermoedelijk kan Wiegel hun nog heel wat leren. Deze raspoliticus heeft het vermogen zich razend populair te maken, zelfs bij kiezers die zijn liberale ideeën afwijzen. Dat is D66-politici tot nu toe niet gelukt. Of heeft die populariteit van Wiegel iets met conservatisme te maken?