Gedrag VVD ook toen directe aanleiding tot politieke brokken
Laatste kabinetcrisis 10 jaar geledenVan onze redactie politiek DEN HAAG Crises zijn er meestal genoeg in politiek Den Haag: WAO-crisis, varkenscrisis en visserijcrisis. Echte kabinetscrises zijn zeldzamer. Voor de laatste complete kabinetscrisis moeten we 10 jaar terug. Toen strandde de samenwerking van CDA en VVD in het kabinet-Lubbers II wegens onenigheid over het reiskostenforfait.
In de jaren '60 kwamen kabinetscrises vaker voor. Om hier van schering en inslag te spreken gaat wat ver, maar het is wel opvallend dat in de roaring sixties maar liefst vier regeerploegen hun ontslag bij Hare Majesteit indienden. Wie geslaagde lijmpogingen meerekent, komt voor de naoorlogse periode op negen kabinetscrises. De val van Kok II maakt het tiental vol. Dualisme De lijst van naoorlogse kabinetten die de gebruikelijke parlementaire termijn van 4 jaar niet wisten uit te zitten, begint in 1951. De VVD-fractie zegde toen het vertrouwen op in de geestverwante minister Stikker van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Drees/Van Schaik. Reden? De kwestie Indië. De liberale voorman Oud vond dat de regering niet zorgvuldig genoeg omging met het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren in Indonesië bij de overdracht van de soevereiniteit. Het tekent het dualisme van Oud Bolkestein en Wiegel hebben het blijkbaar van geen vreemde dat hij zelfs geen gesprek met Stikker meer wilde, maar het kabinet gewoon liet vallen. In 1958 was sprake van een nieuwe crisis toen minister Hofstra van Financiën, een PvdA'er, een wijziging op zijn belastingvoorstel vanuit de Tweede Kamer onaanvaardbaar noemde. Zijn afwijzende opstelling leidde tot het einde van het derde kabinet-Drees. Aan de vooravond van Kerst 1960 was het weer raak. Het kabinet-De Quay, dat net als Kok II kon steunen op een ruime kamermeerderheid (De Quay op 94 volksvertegenwoordigers, paars op 97), kwam ten val. De Tweede Kamer aanvaardde de motie-Eibergen inzake de woningbouw. Jenevercrisis De antirevolutionair Eibergen wilde 5000 gesubsidieerde woningen meer dan het kabinet wilde. Daarbij botste hij met zijn 'eigen' minister, mr. J. van Aartsen, vader van de huidige (demissionaire) minister van Buitenlandse Zaken. Deze jenevercrisis de AR-kamerleden hadden naar verluidt vrij veel borrels op leidde uiteindelijk niet tot de val van het kabinet. Dat trok de ontslagaanvraag na een geslaagde lijmpoging door De Gaay Fortman weer in. Het kabinet hobbelde door tot de zomer van 1963. Maar zonder Van Aartsen. In 1965 sneuvelde het kabinet-Marijnen. Het wist intern geen overeenstemming te bereiken over het omroepbeleid. Ruim een jaar later (1966) was het gedaan met het kabinet-Cals, dat niet anders kon doen dan heengaan in de Nacht van Schmelzer na een genadeloze KVP-motie over het te voeren financieel-economisch beleid. Rust was er aan het front tot 1972. Het kabinet-Biesheuvel bood toen zijn ontslag aan nadat de DS'70-bewindslieden Drees jr. en De Brauw opstapten uit onvrede met de bezuinigingen. Biesheuvel II ging door zonder DS'70 in afwachting van vervroegde verkiezingen. Op 22 maart 1977 leidde onenigheid in het roemruchte kabinet-Den Uyl over de Onteigeningswet (de grondpolitiek) tot het uittreden van de zes ministers van KVP en ARP. Dat betekende ook het einde van het kabinet-Den Uyl. In 1982 vond min of meer het omgekeerde plaats: de PvdA-bewindslieden hielden het kabinet-Van Agt II voor gezien uit onvrede met het financieel beleid. Kleinerend Tot slot de op een na laatste crisis. In mei 1989 zegde de VVD-fractie in de Tweede Kamer het vertrouwen op in het kabinet-Lubbers II. Kwam de nacht van Wiegel voor velen, zelfs voor insiders, als een complete verrassing, de val van Lubbers II had iedereen zien aankomen. CDA en VVD waren al een tijdje op elkaar uitgekeken en de kleinerende houding van premier Lubbers tegenover de liberale minderheid in het kabinet hing de VVD allang de keel uit. In paars II daarentegen was van een ruziesfeer nog absoluut geen sprake. Nog een verschil met 1989: Voorhoeve blies zijn 'eigen' kabinet op en verliet voor een aantal jaren, besmeurd met pek en veren, de actieve politiek. Wiegel tackelde deze week zijn eigen kabinet, maar zal, naar het zich laat aanzien, straks weer rustig in de senaatsbanken plaatsnemen. |