Binnenland | 15 mei 1999 |
Commissie houdt vast aan relatie tussen Bijlmerramp en klachtenStresssyndroom kan Borst opbrekenDoor P. Chr. van Olst Ondanks een veelheid aan kritische vragen van alle Tweede-Kamerfracties houdt de enquêtecommissie vast aan de conclusie in haar eindrapport dat er een directe relatie bestaat tussen gezondheidsklachten en de Bijlmerramp. Borst had die relatie als minister van Volksgezondheid moeten onderkennen en er adequaat op moeten reageren. Omdat zij het verband tussen de ramp en de klachten niet wetenschappelijk bewezen achtte, was haar reactie te laks en daardoor bleef het aantal klachten stijgen. Dat scherpe verwijt is voor het kabinet onverteerbaar. Naar de mening van het kabinet staaft de commissie onvoldoende dat de relatie tussen ramp en klachten werkelijk bestaat. Daarom blijft minister Borst bij haar keus om niet louter omwille van de veelheid aan klachten een lichamelijk onderzoek uit te schrijven voor mensen die bij betrokken waren. In de lading van het ramptoestel zaten geen stoffen die de klachten in de hand konden werken. De klachtenpatronen waren bovendien veel te divers om eenduidig onderzoek te doen. Grootscheeps lichamelijk onderzoek zonder verhelderende uitkomst zou alleen maar onrust en paniek geven. Hoe kan de enquêtecommissie zo stellig beweren dat de relatie tussen lichamelijke klachten en de Bijlmerramp wel bestaat, terwijl het kabinet en de onderzoekers van het AMC menen dat die relatie niet valt aan te tonen? Het antwoord ligt niet bij een stofje waarvan de commissie alsnog heeft ontdekt dat het tot de lading van het ramptoestel behoorde, maar bij de verwevenheid van het psychische en het lichamelijke. Niemand twijfelt eraan dat een groot aantal slachtoffers van welke ramp ook kampt met stress en die stress heeft ook lichamelijke gevolgen, redeneert de commissie. Gersons Hier volgen enkele korte fragmenten uit dat verhoor. Gersons legt uit hoe de zogenaamde posttraumatische stress stoornis (ptss) kan leiden tot hele reële, niet te miskennen lichamelijke klachten. Commissielid mevrouw Oudayraj Singh Varma vraagt: Mijnheer Gersons, kunt u aangeven welk percentage van de mensen die betrokken zijn bij een ongeval, last krijgt van ptss? De heer Gersons: In 1992 hadden wij het idee dat het ongeveer één op vijf zou zijn. Dat was op basis van wat er in de internationale literatuur stond. Een halfjaar na dato hebben wij het onderzocht. Toen had een op de vier mensen ptss. Daarnaast had 32 procent gedeeltelijk deze klachten. Dat was veel meer dan wij hadden verwacht... Mevrouw Oudayraj Singh Varma: Wat voor klachten hebben mensen met ptss? De heer Gersons: Zo iemand slaapt vaak slecht, omdat hij eigenlijk bang is dat het weer gaat gebeuren. Hij doet dan het licht en de televisie aan, omdat dat een gevoel van controle geeft, en dan pas kan hij gaan slapen. Ptss is iets in onze hersenen. Daar zit een amandelkern, zoals wij dat noemen. Dat is een soort rode doos van gevaar. Zodra daar een signaal langskomt dat er iets heel gevaarlijks gaat gebeuren, raakt men in een soort opwinding. Men wil vluchten... Dat is levensreddend gedrag dat in onze natuur zit. Bij ptss is dat geactiveerd. Dat levert alle klachten op, omdat het niet functioneel is wanneer er geen gevaar dreigt. Mevrouw Oudayraj Singh Varma: Kunnen bij ptss ook lichamelijke klachten ontstaan? De heer Gersons: Je kunt lichaam en geest eigenlijk niet van elkaar onderscheiden, maar dat klinkt natuurlijk erg algemeen. Als je stress hebt, zijn je spieren voortdurend hoger aangespannen. Bovendien weet iedereen dat je jezelf steeds onplezieriger gaat voelen als je echt maanden niet goed slaapt. Wij weten ook uit rampen dat lichamelijke klachten vrij veel voorkomen als stressverschijnsel. Dat is al vanaf de Eerste Wereldoorlog bekend. Houvast Borst zelf zal aftreden als de Kamer de conclusie van de Bijlmercommissie overneemt, zo heeft zij aangekondigd. |