Binnenland24 april 1999

Bevolking Oostzaan verdeeld over opvang in recreatiegebied

„Het Twiske is veel te drassig”

AMSTERDAM – De bevolking van het 8500 inwoners tellende dorpje Oostzaan reageert verdeeld op de plannen om het nabijgelegen recreatiegebied Het Twiske beschikbaar te stellen voor de opvang van vluchtelingen uit Kosovo. Velen zijn benieuwd naar de bevindingen van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).

Het COA komt maandag kijken of het natuurgebied onder de rook van Amsterdam geschikt is voor opvang. Onder sommige bezoekers van café Huppeldepub heerst volgens de kroegbaas paniek. Veel bezoekers vinden wel dat er hulp moet komen voor de vluchtgelingen, maar zijn tegen de plannen voor opvang, aldus de kroegbaas vanachter de tap.

De mensen vragen zich volgens hem af om hoeveel Kosovaren het gaat en hoe lang de opvang gaat duren. Zelf vindt hij het raar dat zo'n kleine gemeente wordt uitgekozen. „Oostzaan is maar een klein dorp. Als er iets gebeurt, word je er gelijk mee geconfronteerd. Toen we een paar jaar geleden problemen hadden met een groepje jongeren, had het hele dorp daar direct mee te maken.”

Officieel verboden
Onder de bevolking heerst volgens de kroegbaas ook veel onbegrip over het feit dat de vluchtelingen misschien 's nachts in tenten in het recreatiegebied vertoeven. Dat is officieel van 11 uur 's avonds tot 6 uur 's ochtends voor de gewone dorpelingen verboden. Zelf is hij niet tegen de komst van een groepje van hooguit veertig vluchtelingen. Maar hij denkt dat er „toch wel betere plekken te vinden zijn” dan het recreatiegebied waar veel Amsterdammers met mooi weer recreëren.

Ook de beheerder van de uitspanning Paviljoen Het Twiske weet dat veel mensen tegen zijn. „Iedereen vindt het vreselijk erg van die vluchtelingen, totdat hun eigen achtertuin in beeld komt.” Zelf vindt hij het „een goede zaak” als ze komen. „We zullen er niet rijk van worden, maar zo mag je niet denken.”

Een 12-jarige jongen vindt dat het water- en moerasrijke gebied, waar tientallen soorten water- en moerasvogels verblijven, niet geschikt is voor de opvang. „Het is er veel te drassig voor zo veel mensen. Ze zullen er verdrinken, ze kunnen toch veel beter naar de Veluwe of zo”, aldus de jongen, die vervolgens zijn motorbootje vol gas de nabijgelegen Westerplas op stuurt.

Geen kijkasiel
Een beheerder van Het Twiske meent dat het met de drassigheid wel meevalt en dat er voldoende plekken zijn om tenten op te zetten. Op warme zomerdagen komen er volgens hem wel 30 à 40.000 mensen om in de speeltuinen of op de speelweiden te recreëren. Er zijn voldoende sanitaire voorzieningen. Wat hem betreft kunnen er zo 500 Kosovaren komen.

„Je zou het zelf toch ook fijn vinden als je ergens terecht kan als je in de knel zit. Ze kunnen hier lekker bijkomen na al die ellende en bombardementen. Maar je moet natuurlijk wel oppassen dat het geen kijkasiel wordt.”

De beheerder van het haventje De Roemer in Het Twiske woont helemaal alleen, midden in de natuur, aan een meertje. Hij heeft er geen enkele moeite mee om vluchtelingen als directe buren te krijgen: „Ik vind het best. Duizenden mensen zou niet gaan, enkele honderden wel. Die tenten zijn natuurlijk niet geschikt voor de winter.”

Eten en drinken
Volgens burgemeester A. Moens van Oostzaan wordt voor de opvang gezocht naar een gebied van 2 tot 3 hectare. Zelf geeft hij de voorkeur aan pre-fabwoningen in Het Twiske voor een duurzaam verblijf. „Tenten zijn prima als het mooi weer is, maar de Kosovaren moeten een goed dak boven hun hoofd hebben.” Overigens zouden wat hem betreft ook andere locaties in de regio in aanmerking kunnen komen voor vluchtelingenopvang als blijkt dat het recreatiegebied niet geschikt is.

De beheerster van camping Het Rietveen in Landsmeer, de gemeente waar het grootste deel van Het Twiske op ligt, vraagt zich af of het plan van de Zaanse gemeenten goed doordacht is. „Het komt wel erg plotseling uit de lucht vallen. Hoe moet dat met eten en drinken en waar vind je zo veel vrijwilligers die willen helpen?” Ze hoopt niet dat Het Twiske permanent bewoond gaat worden, maar ze vindt het „prima” als de vluchtelingen er in de zomer bivakkeren. „Ik hoop dat ze mooi weer hebben.”