Binnenland | 13 april 1999 |
Rapport geeft voedsel aan boze vermoedensStress als mogelijke kwaaddoenerDoor J. van Klinken Als prof. dr. J. J. Weening van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in de zomer van 1998 een ernstige nierziekte vaststelt bij een bewoner van een van de verwoeste flats in de Bijlmer, denkt hij niet meteen een slachtoffer van de vliegramp met de El Al-jumbo tegenover zich te hebben. De man is pas in 1996 ziek geworden. Het begon met een hardnekkige vorm van astma, gevolgd door gewrichtsontstekingen en andere onbestemde klachten. De uiteindelijke diagnose luidt dat de man aan een auto-immuunziekte lijdt. In dezelfde periode wordt Weening geconfronteerd met een patiënt die in het AMC ligt met gewrichtsklachten, kortademigheid en een gestoorde nierfunctie. De man was als sloper betrokken bij de hulpverlening rond de vliegramp in de Bijlmer. Hij was zo'n 28 uur vrijwel onafgebroken in touw geweest op en tussen de nasmeulende puinhopen. Ook hij lijdt volgens nader onderzoek aan een auto-immuunziekte. Dan bekruipt professor Weening het gevoel dat er meer aan de hand is. Zeldzaam Het leek professor Weening van het AMC raadzaam de twee patiënten bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg te melden. Hij adviseerde de inspectie bij alle betrokkenen uit de Bijlmer die leden aan kortademigheid, gewrichtsklachten, spierzwakte en andere lichamelijke klachten, bloedonderzoek te laten verrichten. Maar de inspectie vond de twee gevallen te weinig voor een dergelijk ingrijpend onderzoek bij iedereen die zich heeft gemeld, waarbij ze zwaar liet meewegen dat het wereldkundig maken van de bevindingen van professor Weening heel veel zou losmaken. Met die beslissing nam het AMC geen genoegen. Het bestuur vond dat op z'n minst de eigen artsen en de huisartsen in de Bijlmer moesten worden ingelicht. Dat lekte uit, wat twee nieuwe meldingen opleverde. Ze betroffen een hulpverlener en een bewoner, die enkele jaren na de ramp voor de auto-immuunziekte SLE waren behandeld. Bijzonder was dat de vier patiënten allen mannen waren. Auto-immuunziekten treffen bijna altijd vrouwen. Normaal gesproken is slechts een op de negen patiënten een man. Vervolgens trad de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer aan. Dat betekende dat het hele verhaal alsnog naar buiten zou komen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg vond dat er toen voldoende argumenten waren om nader onderzoek te laten uitvoeren en de medische dossiers van de Bijlmer-slachtoffers te laten doornemen. Mysterie Nog lastiger wordt het om een relatie te leggen met een of meer stoffen die bij de brand in oktober '92 zijn vrijgekomen. Vanuit de Bijlmer is al gesteld dat de boze vermoedens die al jarenlang de ronde doen, blijken te kloppen. Zo veel gevallen van een dergelijke, zeldzame, ernstige ziekte dat kan geen toeval zijn. Zou het dan toch waar zijn dat El Al informatie over de lading heeft achtergehouden? En zou die informatie de verklaring bieden voor het mysterie van de auto-immuunziekten? Het vandaag gepresenteerde AMC-rapport biedt hierover geen uitsluitsel. Psychische problemen Een andere mogelijkheid is dat de ziekten zijn ontstaan als gevolg van psychische problemen. Die kunnen zijn veroorzaakt door de ramp zelf, maar ook door de vele speculaties na de ramp. De bizarre complottheorieën, veelal gevoed door de media, hebben wellicht diepe sporen van verwarring en ontreddering achtergelaten. Dat van de direct betrokkenen, met name de flatbewoners en hulpverleners, velen met psychische problemen kampen, is al uit eerder onderzoek gebleken. Op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg inventariseerde het AMC vorig jaar de gezondheidsproblemen in de Bijlmer door de huisartsen in deze wijk te benaderen. De uitslag luidde dat de artsen onder de slachtoffers veel stress, moeheid, huiduitslag en luchtwegaandoeningen tegenkomen. Voor mensen met psychische problemen in dit soort omstandigheden zijn het gebruikelijke klachten. Een andere aanwijzing dat er psychische factoren in het spel zijn, is afkomstig uit het Amerikaanse Harrisburg. Daar deed zich in de jaren '80 een ongeluk voor met een kerncentrale. Bij het ongeluk kwamen geen radioactieve of andere gevaarlijke stoffen vrij. Toch nam het aantal gezondheidsklachten, zoals moeheid, kortademigheid, hoofdpijn, gewrichtspijn en andere aandoeningen, in de jaren na het ongeluk sterk toe. Het trauma, de onzekerheid, de onrust, het gevoel door de autoriteiten te zijn voorgelogen, de woede en vooral de jarenlange stress worden als boosdoeners aangemerkt. Diezelfde factoren waren in de Bijlmer in ruime mate voorhanden. Als de parlementaire enquêtecommissie volgende week haar bevindingen bekendgemaakt heeft, zullen we weten wie zich dat het meest moeten aantrekken. |