Binnenland26 maart 1999

Nederlandse F-16 schiet Servische Mig uit de lucht

Historisch moment voor luchtmacht

Door R. Pasterkamp
AMENDOLA – Op de zijkant van de grijze F-16 is, net onder de glazen koepel, met zwarte verf piepklein het silhouet van een Mig-29 gespoten. Als teken van overwinning. Gevoelens van trots en ingetogenheid strijden om de voorrang bij de Nederlandse gevechtseenheid. „We zijn blij dat het wapen het deed, maar het heeft waarschijnlijk wel een mensenleven gekost.”

De Nederlandse en Belgische vlaggen hangen donderdag halfstok op de militaire vliegbasis Amendola in Zuid-Italië. Vanwege de Belgische vlieger die begin deze week met zijn F-16 in het thuisland verongelukte. „De collegavliegers zijn aangeslagen”, heet het. De vlaggen hangen niet halfstok omdat een Nederlandse F-16-vlieger woensdagavond een Servische Mig-29 dodelijk trof. Daar zijn de Nederlanders op Amendola zelfs een beetje trots op. Zo trots, dat het de commandant van de Nederlands-Belgische eenheid, luitenant-kolonel J. Abma, zeer deed dat hij gistermiddag het nieuws niet zelf wereldkundig mocht maken.

Een historisch moment voor de Nederlandse luchtmacht. Het was sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voorgekomen dat een toestel met de driekleur een tegenstander uit de lucht schoot. De 'eer' viel te beurt aan de J-063, ingedeeld bij het 322 squadron van de vliegbasis Leeuwarden. De naam van de vlieger wordt angstvallig geheim gehouden. Uit angst voor repercussies.

De J-063 maakte deel uit van een groepje van vier Nederlandse F-16's dat woensdagavond om 19.30 uur opsteeg vanaf Amendola. Dit kort nadat van de NAVO het commando kwam om over te gaan tot de aanval op Servische doelen. Het kwartet F-16's kreeg als taak om andere gevechtstoestellen, beladen met bommen, te beschermen. De vlucht ging vanuit Italië, over de Adriatische Zee, over Albanië richting Servië.

Radar
Kort na het passeren van de grens kwam er een melding van een Awacs-vliegtuig. Deze NAVO-Boeings, met een enorme draaiende radar op het dak, houden vanaf grote hoogte alle vlieg- en radarbewegingen op de Balkan in de gaten. De melding klonk serieus en dreigend: Vanaf een vliegveld in de buurt van Belgrado zijn drie Mig's opgestegen.

Een van de Nederlandse F-16's kreeg even later het signaal dat een Mig wel erg dichtbij kwam. Indachtig de wapenspreuk van het 322 squadron („Niet praten, maar doen”) vuurde de vlieger haast automatisch een advanced medium range air-to-air missile (Amraam) af. Na ongeveer 30 seconden explodeerde de radargeleide bom in de buurt van de Servische Mig. Die raakte zwaarbeschadigd en stortte neer.

Alles gebeurde in het donker. De vliegers van beide toestellen hebben elkaar niet gezien, alleen kunnen waarnemen via de radar. Volgens overste Abma „is er een redelijke kans dat de vlieger zich heeft kunnen redden.” Zekerheid was daarover gisteravond niet te verkrijgen. Ongeveer tegelijkertijd met de Nederlandse actie schakelden andere NAVO-toestellen ook twee Mig's uit.

Ten tijde van de Koude Oorlog was de Mig, bijgenaamd fulcrum, een geduchte tegenstander van de westerse luchtmachten. Maar door slecht onderhoud en weinig training is de klad erin gekomen. De Servische luchtmacht beschikt over ongeveer tachtig Mig's, afkomstig uit de voormalige Sowjet-Unie. Over het algemeen is er van de toestellen weinig tegenstand te duchten.

Spanning
Op het platform van de basis Amendola hangen mannen van de luchtmacht uiterst behoedzaam Amraam-raketten onder een F-16. Het vliegtuig kan er vier dragen. De raket is 3,65 meter lang, weegt 152 kilo en heeft een wapenlading van ruim 20 kilo. Na lancering wordt het wapen via een radar met meer dan 4000 kilometer per uur naar zijn doel in de lucht geleid. Hoe snel het doel ook beweegt, de Amraam blijft het volgen. Er is geen ontkomen aan.

De Koninklijke Luchtmacht beschikt sinds vorig jaar over de Amraam-raketten. Alleen de opgepepte F-16's (die de zogenaamde Midlife Update achter de rug hebben) kunnen de raket meenemen en afvuren. Aan het wapen hangt per raket een prijskaartje van een slordige 1 miljoen gulden, vertelt commodore De Jong van de luchtmachtstaf. Afgevuurde Amraam's zijn voor rekening van de Nederlandse belastingbetaler. De Jong: „Daar betaalt de NAVO geen cent aan mee.”

Bus
Van een oorlog is op Amendola, afgezien van de wapens die op scherp staan, weinig te merken. Om 5 uur 's middags staan overal op de basis groepjes Nederlandse en Belgische militairen te wachten op een bus die ze naar het hotel zal brengen. De werkcontainers gaan dicht, morgenochtend zien we verder.

Volgens overste Abma draait het 'circus' echter 24 uur per dag door. Overdag vliegen meestal de Belgen, 's nachts zijn de Nederlanders aan de beurt. Het strijdgewoel aan de overkant van de Adriatische Zee is maar 20 minuten vliegen met de F-16. Over inzet, resultaten, vliegers, tactiek en ervaringen wil de commandant weinig kwijt. Beleid van de NAVO, luidt steeds het excuus. De superieuren in Brussel wilden zelfs tegenhouden dat Abma gistermiddag aan Nederlandse journalisten op Amendola verslag deed van de hit. Maar dat ging toch net iets te ver.

Wie op Amendola de oorlog zoekt, moet naar een grote witte tent op het terrein, die weinig tactisch afsteekt bij allemaal gecamoufleerde legertenten. Hier eten de mannen en vrouwen. Belangrijk om het moreel op peil te houden. In een hoek van de tent staat een enorm beeldscherm, waarop CNN de oorlog binnenbrengt. „Hier zien we sneller wat er is gebeurd dan via de officiële kanalen”, aldus een militair.

Aan een muur hangt een poster van de Luchtmacht met daarop twee over elkaar gelegde bokshandschoenen. De tekst eronder luidt: „Ik ben bereid een opdracht tot het gebruik van geweld zorgvuldig en weloverwogen uit te voeren.” De vlieger van de J-063 zit hier straks weer te eten.