Binnenland |
Nederlandse onderzoeksdrang herhaaldelijk gefrustreerdIsraëliër kwam, zag en overwonDoor P. Chr. Van Olst Opgeschrikt door antisemitisme in Nederland dat het gevolg zou zijn van onthullingen in de Bijlmerenquête, stuurde de Israëlische minister Yahalom (Transport) het hoofd van de burgerluchtvaart in Israël, A. Yarkoni, naar Nederland. De afgezant moest de luchtvaartverhoudingen tussen Nederland en Israël bewaken en kijken waar hij de parlementaire enquêtecommissie van dienst zou kunnen zijn. Yarkoni kwam, zag en overwon. Via de Israëlische luchtvaartmaatschappij drong hij er bij de Amerikaanse afzender van goederen die tot de onbekende 20 ton lading behoorden op aan nog eens goed in de archieven te zoeken naar de papieren van de vracht die op 4 oktober 1992 werd verscheept. Expediteur Satin Air Freight uit Jamaica ging de dozen na en vond ergens onderin een pakketje van zeventien house airway bills. Commissievoorzitter Meijer kon gistermorgen bij aanvang van de openbare verhoren verheugd melding maken van de vondst. Eindelijk is er dan de felbegeerde duidelijkheid over 16,7 ton van de 20.000 kilo lading die tot op heden onbekend was. Het kan zonder overdrijven de belangrijkste onthulling in de Bijlmerenquête worden genoemd. In een ingezonden artikel in NRC Handelsblad gaf huisarts Makdoembaks uit de Bijlmermeer deze week aan waarom: Gezondheidskundig zal verdere informatie over de complete lading van groot belang zijn. Als die informatie uitblijft, dan zullen de medici in de Bijlmer met een mond vol tanden en met de rug tegen de muur blijven staan bij de hulpverlening. In een openbaar verhoor voor de enquêtecommissie gaf Makdoembaks al aan hoe belangrijk de duidelijkheid is voor mensen die veronderstellen dat hun gezondheidsklachten iets te maken hebben met gevaarlijke stoffen die tijdens de ramp vrijkwamen. Afgekapt We hadden zeker meer boven tafel gekregen, liet Moes de enquêtecommissie gisteren een tikkeltje verbitterd weten. Maar de RLD schreef: Dit deel van het onderzoek zal niet worden uitgevoerd. De ECD deed wel ander onderzoek naar de lading, maar dus niet in de papieren van verzekeraar Lloyd. Niet alleen de onderzoeksdrang van ECD-rechercheur Moes werd gefrustreerd. Ook opperwachtmeester J. W. G. M. Houtman ving bot bij zijn superieuren. Onbeschroomd spuide Houtman, een agent van het type Bromsnor, er gisteren tijdens zijn openbare verhoor zijn gal over. Ik heb voorgesteld om dieper te graven, vertelde hij. Geef ons een budget, laat ons naar de afzenders in New York, de ontvangers in Israël en misschien naar de verzekeraars gaan. Dan halen we nog heel wat boven tafel. Zelf mag Houtman zich dan typeren als Ik ben wat dat betreft een indiaan, zijn superieuren zagen er niets in. Houtman kan er nóg boos om worden. Hij kan het ook niet velen dat er nooit een grondige evaluatie is gekomen van het optreden van de dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie op de avond van de ramp en de dagen erna. Driedelig grijs Een andere opperwachtmeester van de dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie, J. P. de Rooij, functioneerde op de avond van de ramp als contactpersoon tussen Rijkspolitie en het RLD-onderzoeksbureau BVOI. De verklaring die hij gisteren aflegde maakt nog onduidelijker hoe de rijkspolitie destijds met de vrachtbrieven van El Al is omgesprongen. De Rooij meldde dat bij de BVOI een envelop is binnengekomen met kopieën van Operations-documenten, maar ook met een stapel roze gekleurde doorslagen van officiële vrachtdocumenten. Die verklaring verhoudt zich moeilijk met de verklaring die brigadier Nix gisteren aflegde. Nix haalde de documenten bij El Al en kreeg naar eigen zeggen een dik pakket met uitsluitend Operations-kopieën mee. El Al-medewerker Plettenberg beweert weer dat Nix slechts zes originelen meenam. Vrachtinspecties El Al springt er ook niet uit wat betreft de fraude. Luchtvaartmaatschappijen zijn doorgaans heel nauwgezet in het naleven van de regels voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen. Afzenders van bepaalde vrachten willen er de hand nog wel eens mee lichten. |