Binnenland

Bijzondere band Nederland-Israël bereikte in 1973 hoogtepunt

„Premier Lubbers wist van lading”

Van onze binnenlandredactie
APELDOORN – Minister Maij was „ontgoocheld”, burgemeester Van Thijn voelde zich „op het verkeerde been gezet.” Het meest onwaarschijnlijke scenario rond de Bijlmerramp blijft nog ver achter bij de werkelijkheid. Wie wisten er nu wel precies wat de inhoud van vlucht El Al 1862 met bestemming Tel Aviv op 4 oktober 1992 was?

De Israeli's natuurlijk. Maar ook de Amerikanen, beweerde onderzoeker R. Vleugels gisteren in het VPRO-radioprogramma Argos. Vleugels, gespecialiseerd in het werk van inlichtingendiensten, adviseerde de enquêtecommissie Bijlmerramp. Volgens de onderzoeker kan het niet anders of het gecrashte toestel had biologische en/of chemische wapens aan boord.

Leverancier waren de Verenigde Staten, daar kwam de Boeing 747 vandaan. Op Schiphol werd een tussenlanding gemaakt om bij te tanken. Het transport kreeg als stempel ”staatsgeheim”. Vleugels: „Israël heeft er geen enkel belang bij dat terroristische organisaties weten wat het land in de VS voor wapens koopt.”

Een wapenzending gaat altijd vergezeld van een agent van de Israëlische geheime dienst. Ook in dit geval. Dat zou de aanwezigheid van de vrouwelijke passagier aan boord van de El Al 1862 kunnen verklaren. Deze dame stond op geen enkele lijst vermeld, zo werd deze week duidelijk in verhoren bij de enquêtecommissie.

Contact
Volgens Vleugels maakt de Mossad gebruik van eigen radiofrequenties en houdt de agent aan boord contact met agenten op de grond. Dat verklaart weer de aanwezigheid van Israëlische geheim-agenten kort na de crash op de rampplek. Zo zou een vierwiel-aangedreven busje binnen 9 minuten in de Bijlmer zijn geweest. Het busje liftte vanaf Schiphol mee achter een brandweerauto.

Ook zouden er binnen een halfuur na de klap twee bruine helikopters zonder enig merk- of herkenningsteken op een kruispunt in de buurt van de rampplek zijn geland. Dit verhaal wordt bevestigd door Bijlmerbewoner Henk Prijt. Hij zag kort na de ramp een helikopter landen tussen de flats. „Er werd iets opgepikt en weg was het ding weer.”

Vleugels beweerde gisteren in Argos dat er op de avond van de ramp (4 oktober 1992) overleg is geweest in het Torentje van de minister-president aan het Binnenhof. Daarbij zouden vier mensen aanwezig zijn geweest: premier Lubbers, BVD-chef Docters van Leeuwen, de hoogste ambtenaar op het gebied van inlichtingen en veiligheid secretaris-generaal Hoekstra en een onbekende. „Misschien wel de ambassadeur van de Verenigde Staten”, aldus Vleugels. „Amerika moest het bevriende land Nederland toch inlichten.”

Hoekstra en Docters van Leeuwen spreken het bestaan van een dergelijke bijeenkomst tegen. Lubbers zegt geen „nee” en „moet zijn agenda raadplegen”, zo viel gisteren in een nagespeeld gesprek op de radio te horen. De oud-premier komt later nog als getuige voor de parlementaire enquêtecommissie. Volgens Vleugels was de premier op de hoogte van de lading van vlucht El Al 1862.

Sterke band
De enquête maakte gisteren duidelijk dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Rijksluchtvaartdienst zich al vanaf 1973 inspanden om gegevens rond El Al-vluchten op Schiphol geheim te houden. Vanaf dat jaar gelden kennelijk afspraken die zo zwaarwegend zijn dat ze nooit zijn bijgesteld.

Begin oktober 1973 vielen Egyptische en Syrische troepen gebieden binnen die Israël na de Zesdaagse Oorlog (1967) bezet hield. Israël dreigde in deze Yom Kippoer-oorlog onder de voet te worden gelopen. Dat was voor Nederland onaanvaardbaar. Vanaf de jaren '50 voelden de opeenvolgende kabinetten een sterke band met de Joodse staat. Zo ging er in de Israëlisch-Arabische oorlogen van 1956 en 1967 Nederlands militair materieel naar Israël.

Premier Den Uyl en minister Van der Stoel van Buitenlandse Zaken voelden ondanks hun sympathie voor Israël in het najaar van 1973 weinig voor nieuwe wapenleveranties. Die opstelling was voor minister Vredeling van Defensie reden om op eigen houtje te handelen. Tegelijkertijd benaderde de Amerikaanse CIA onder anderen het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en Algemene Zaken om zo veel mogelijk wapens naar Israël te krijgen. Vredeling besloot tankonderdelen en munitie naar Israël te laten overbrengen.

Grijs gespoten Boeings 707 van El Al en de Israëlische luchtmacht haalden de spullen op van de militaire vliegvelden Gilze-Rijen, Soesterberg, Ypenburg en Valkenburg. De Israëlische toestellen kwamen het Nederlandse luchtruim binnen met als eindbestemming Schiphol, om vervolgens van het oorspronkelijke vluchtplan af te wijken.

De transacties moesten zowel in binnen- als buitenland geheim blijven. Vredeling handelde immers tegen de wil van het kabinet en militaire leveranties zouden in de Arabische wereld niet goed vallen. Dat laatste bleek wel toen eind '73 een olieboycot werd afgekondigd tegen Nederland. Onduidelijk is op welke manier de Nederlands-Israëlische connectie in de daaropvolgende jaren is voortgezet. Dat de bijzondere status van El Al op Schiphol daarvan deel uitmaakte, lijkt na de Bijlmerverhoren van deze week alleen maar waarschijnlijker geworden.