Binnenland

Eerdere berichtgeving

Veel gezondheidsklachten geuit bij verhoren Bijlmerramp

„Maanmannen namen dingen mee”

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Het probleem van mysterieuze mannen in witte pakken dook in de verhoren van de Bijlmer-enquêtecommissie gisteren ineens weer levensgroot op. De nauwkeurige beschrijvingen tonen aan dat de witte mannen meer zijn dan hersenschimmen of maanmannetjes.

Woensdag maakte getuige Th. Gras nog aannemelijk dat het spontaan opgekomen EHBO'ers zou kunnen betreffen omdat die werkten in witte overalls en schorten. De exacte herinneringen van C. O. Boer en W. D. van Os, zoals zij die gisteren voor de enquêtecommissie vertelden, zijn daarmee in tegenspraak.

Om kwart over negen liep brandweerman Boer de ochtend na de ramp een man in een rood pak tegen het lijf. Die beval hem bars een eind verderop te gaan staan. Wat er toen gebeurde, staat Boer nog helder voor de geest. „De man in het rode pak riep ”yes, yes” en toen kwam er een groep mannen in grote, stevige witte pakken aanrennen.”

Op het rampterrein voerde de groep een korte exercitie uit, waarna ze weer even vlug vertrokken als ze opgedoken waren. „Ze namen verschillende dingen mee”, herinnert Boer zich. Wat precies, kon hij niet zien. „Ze hadden er een doek overheen gelegd.”

Boer is de afgelopen jaren diverse malen in de media geweest als ooggetuige die de mannen in witte pakken zag. Een onbekend gebleven man herkende hem van de televisie en schoot hem aan met de mededeling dat in het ramptoestel zeven pallets met munitie hadden gezeten. Boer deelde het voorval gisteren aan de commissie mee.

Joods type
Van Os, verwoed vliegtuigliefhebber en medewerker van KLM, was tot enkele maanden geleden huurder van hangar 8 op Schiphol en kwam daar dagelijks. Een deel van de hangar werd anderhalf jaar lang gebruikt als opslagplaats voor de brokstukken van het rampvliegtuig.

Van Os ontmoette de 'maanmannen' op 5 oktober 1992, exact om 12 uur in de middag, in hangar 8. De bewakers van de hangar waren juist even gaan lunchen. Van Os was aan zijn vliegtuig aan het sleutelen toen door de doorgaans goed vergrendelde zijdeur vijf witte, gehelmde mannen binnenkwamen. Vier van hen begonnen tussen de brokstukken te speuren naar iets dat hen kennelijk interesseerde.

Eén man ging poolshoogte nemen bij Van Os. Hij naderde de KLM-medewerker tot op een afstand van 2 meter. „Hij zei geen boe of bah”, verhaalde die gisteren. „Hij keek me alleen aan door het plexiglas van het masker dat hij droeg. Hij had een donker uiterlijk, een Joods type.”

Ernstige problemen
Beide getuigen Boer en Van Os gaven aan ernstige problemen te hebben met hun gezondheid. Datzelfde verklaarde getuige P. Veen, een wijkagent die direct na de crash ter plaatse was. Hij typeert zichzelf als „niet zichtbaar invalide.” Sinds 1993 kampt hij met uitputtingsverschijnselen, huidproblemen en verlies van gezichtsvermogen. Hij vermagerde sterk, van 115 naar 83 kilo. Voor de ramp was hij „kerngezond.”

Boer arriveerde de ochtend na de crash op de rampplek als lid van de vrijwillige brandweer. Daar trok hij even zijn laars uit. Een stinkende wond aan zijn voet, die maar niet wil genezen, herinnert hem er nog dagelijks aan. „Ik moet telkens nieuwe schoenen kopen, ze rotten gewoon van mijn voet af”, vertelde hij gisteren.

Verder heeft Boer last van zijn longen en zijn huid. De emotionele verwerking van de ramp viel hem zwaar, temeer omdat anderen zijn problemen weigerden te relateren aan stoffen die bij de ramp vrijkwamen. Boer noemde daarbij expliciet de overheid en de Amsterdamse brandweercommandant Ernst. Hij stelt al zijn hoop op de parlementaire enquête. „Dit is onze laatste kans. Eind 1999 wil ik het Bijlmerboek dichtslaan. Het jaar 2000 moet eindelijk weer een ander jaar worden.”

Mycoplasma
Van Os hield „chronische vermoeidheid, gezichtsklachten, geheugenproblemen en een lusteloos gevoel” over aan zijn werk in de hangar.

Een internist die Van Os onderzocht, opperde dat hij besmet zou zijn met een mycoplasma, een bepaald type bacterie. Speurend op Internet ontdekte Van Os de Amerikaanse specialist Nicolson, die een verband legt tussen mycoplasma's en het Golfoorlogsyndroom. Dat wijst er mogelijk op dat het ramptoestel biologische wapens vervoerde, aldus Van Os. Over 3 weken krijgt hij uitslag van een bloedonderzoek.

Agent Veen kwam na tal van onderzoeken ook uit bij een mycoplasma. „Dat legt je hele immuunsysteem plat”, vertelde hij er gisteren over. Overigens betaalde Veen meer dan 10.000 gulden uit eigen zak om dergelijk onderzoek te kunnen laten verrichten.

Oogklachten
Ook andere getuigen klaagden voor de enquêtecommissie over hun gezondheid. Van de twaalf getuigen die sinds woensdag verhoord werden, zijn er acht vlak na de ramp in aanraking gekomen met wrakstukken van de gecrashte El Al-Boeing en resten van de lading die het toestel vervoerde. Zeven van hen kampen nog steeds met ernstige gezondheidsklachten. Bovendien hebben ze allen verscheidene kennissen die klachten overhielden aan de ramp.

„Slapeloosheid, nachtmerries en last van de ogen.” Dat zijn de klachten van mevrouw A. V. Akaijeboh, die vanmorgen haar verhaal deed. Op het moment van de ramp was de Ghanese vrouw enkele maanden bij familie in de Bijlmerflat. Ze had geen verblijfsvergunning en dat bemoeilijkte haar situatie vlak na de ramp. Ze durfde aanvankelijk niet naar een dokter te gaan, hoewel de overheid liet weten dat illegalen in dit geval niets hoefden te vrezen.

Akaijeboh en haar familie kwamen na de inslag van het ramptoestel in de flat vast te zitten. De deuren van de flatwoning wilden niet meer open. Met verwondingen aan haar linkerhand en aan haar ogen kwam de Ghanese vrij. De hand genas, de oogklachten hielden aan en slapeloosheid kwam erbij. Zwaar werk mag ze tot op de dag van vandaag niet doen.