Binnenland

Vliegverkeer NAVO-basis al jaren een doorn in het oog

„Ons dorp is aan 'n ramp ontsnapt”

Door R. Pasterkamp
GEILENKIRCHEN – Op de NAVO-basis Geilenkirchen hangen de vlaggen van alle zestien NAVO-landen halfstok. Enkele kilometers verderop, aan Nederlandse kant, zouden ze het dundoek wel in top willen hangen. „Ons dorp is aan een ramp ontsnapt.”

Hij kan het donderdagmiddag nog maar nauwelijks beseffen, de al wat oudere inwoner van Schinveld. Dat er nou toch zo dicht bij zijn huis een vliegtuig is neergestort. En wat voor een. „Weet u hoe breed zo'n ding is?” Hij doet demonstratief zijn armen wijd uit elkaar. „Wel 40 meter.”

Schinveld ligt weggemoffeld tegen de grens met Duitsland. Vanaf de A2, min of meer de life-line met de rest van Limburg en natuurlijk de rest van de wereld, is het nog een aardig eindje rijden. Het glooit hier. Verderop, over de grens, nog meer. Liefelijk landschap. Sinds woensdagavond met een wond in het bosgebied.

Bijtanken
Een zilvergrijze KC-135 Stratotanker van de United States Air Force (USAF) komt woensdagmiddag om 17.03 uur los van de startbaan op Geilenkirchen. Het bijna 42 meter lange toestel met een maximumstartgewicht van 146.000 kilo wint snel aan hoogte. Het tankervliegtuig met vier Amerikaanse bemanningsleden aan boord is op weg voor een standaardmissie: het bijtanken in de lucht van Awacs-toestellen.

De Awacs-kisten (E-3A's), met de typerende ronddraaiende radar op het dak, zijn de vliegende ogen en oren van de NAVO. Op een hoogte van 30.000 voet (ruim 9 kilometer) kan een Awacs ruim 312.000 vierkante kilometer van het aardoppervlak in de gaten houden. Drie E-3A's kunnen met elkaar heel Centraal-Europa 'bewaken'. Om zo min mogelijk overlast te bezorgen, blijven ze lang in de lucht en krijgen daar ook nieuwe brandstof. Geilenkirchen is de thuisbasis van de achttien Awacs-vliegtuigen. Ze worden gevlogen en bediend door multinationale crews afkomstig uit elf van de zestien NAVO-landen.

De missie van de tanker duurt 3 uur en 36 minuten. Boven de Noordzee en Noord-Duitsland worden dorstige E-3A's 'gevoed'. Tijdens de terugkeer naar de basis meldt de piloot via de radio aan de verkeerstoren van Geilenkirchen dat hij eraan komt. Het sein voor het grondpersoneel om zich klaar te maken. Om nog onduidelijke redenen maakt de piloot even na half negen evenwel een doorstart. „I'm going around”, hoort de toren uit de kist, de gebruikelijke termen om aan te geven dat een doorstart wordt gemaakt.

Gloed
Ver komt-ie niet. Het toestel draait naar rechts weg en stort neer in een bosgebied. Nog net op Duitse grond. Het scheelt nog geen 100 meter of het was bij 'ons' gebeurd. Een enorme explosie volgt. De hemel kleurt oranje. De gloed blijft minutenlang boven de bomen hangen.

Binnen no time loeien de sirenes. In totaal zullen 300 reddingswerkers zich met tachtig auto's naar de plek des onheils spoeden. Twee lichamen worden snel geborgen. De andere twee zijn donderdagmiddag nog niet gevonden. Reddingswerkers staakten hun zoektocht omdat het in verband met de aanwezige kerosine bij het wrak te gevaarlijk werd. Het bosgebied waar het toestel neerkwam, werd door de Amerikanen onmiddellijk tot verboden gebied verklaard. En verboden is verboden in Amerikaanse ogen. Ook bijna 24 uur na de klap komt er niemand door. Overal is militaire politie.

De commandant van de basis, de Duitse brigadegeneraal Klaus-Peter Stiegletz, verklaart op een chaotische persconferentie in de bioscoop van de basis dat de vier bemanningsleden ervaren waren. „Ze hebben vaker op Geilenkirchen gevlogen.” De oorzaak van de crash is nog onbekend. Aan boord van het toestel was geen zwarte doos of voice-recorder.

Opvallend is dat Stiegletz zijn verhaal, ondanks aanwezigheid van Amerikaanse en Nederlandse media, puur in het Duits doet. De leiding van het onderzoek naar de ramp is in handen van de Amerikaanse luchtmacht. Kolonel Terry New, hoofd van het onderzoeksteam, houdt tijdens de persconferentie zijn kaken stijf op elkaar.

Ontsnapt
Burgemeester H. Meijers van het Limburgse Onderbanken verwoordde gisteren treffend de onrust binnen zijn gemeente na de crash. „Hoe tragisch het gebeurde ook is voor de families van de Amerikaanse slachtoffers, in feite zijn we aan een echte ramp ontsnapt.” Het toestel kwam vlak bij de bebouwde kom van Schinveld (gemeente Onderbanken) neer. „De toestellen vliegen vaak zo laag dat we de piloot een boterham kunnen aanreiken”, aldus een bewoner.

In Onderbanken bestaat al veel langer verzet tegen de vliegbasis. Al 20 jaar wordt geprotesteerd tegen de lawaaioverlast die de enorme Awacs-vliegtuigen veroorzaken. Na de crash van een tankvliegtuig is bovendien de angst opgelaaid dat een toestel ooit op de bebouwde kom terechtkomt. CDA-kamerlid Eisses-Timmerman heeft gisteren staatssecretaris Van Hoof (Defensie) schriftelijk om opheldering gevraagd. Zij wil onder meer weten welke veiligheidsmaatregelen er op en om het vliegveld in acht worden genomen. In feite overbodige vragen omdat de NAVO standaardveiligheidsvoorzieningen hanteert die veelal strenger zijn dan de nationale normen.

Kappen
Deze crash kan overigens als een boemerang op Nederland terugslaan. Voor de grote toestellen is het opstijgen en landen op Geilenkrichen al jaren een probleem, omdat de start- en landingsbaan aan Nederlandse kant feitelijk enkele honderden meters te kort is. Daardoor raken de vliegtuigen bijna de toppen van de bomen in de Schinveldse Bossen, gelegen tussen Onderbanken en het vliegveld. De leiding van de luchtmachtbasis dringt al geruime tijd aan op het kappen van een groot aantal bomen, of in ieder geval het toppen ervan. De gemeenten Onderbanken en Brunssum zijn daar fel op tegen en hebben deze maatregel tot nu toe kunnen tegenhouden. Het ministerie van Defensie heeft namens de NAVO bij minister Pronk (Milieu) aangedrongen op het nemen van een aanwijzingsbesluit om de bomen toch te kunnen toppen. Een beslissing daarover is nog niet genomen.