Binnenland

De Hoop Scheffer weet niet boven tegenstellingen uit te stijgen

CDA-auto hortend en stotend verder

Door A. de Jong
DEN HAAG – De auto van het CDA loopt sinds de crash van 1994 nog altijd niet gesmeerd. Het voertuig heeft in de aanloop naar de kamerverkiezingen weliswaar een grote onderhoudsbeurt gehad, maar sindsdien heeft het vehikel al weer diverse deuken opgelopen. Hortend en stotend beweegt het zich voorwaarts. De richtingaanwijzer staat naar links, maar de bestuurder stuurt naar rechts.

Het programma van de CDA-partijraad afgelopen zaterdag in Rotterdam was goed opgezet. Korte toespraken, deelsessies over aansprekende onderwerpen, veel ruimte voor discussie. Over één ding kon echter niet gediscussieerd worden, althans niet in het openbaar: de gang van zaken rond de voordracht van kandidaat-voorzitter Van Rij. Niet dat iemand ontevreden is over Van Rij: integendeel. Wel bestaat er binnen de partij onrust over de wijze waarop De Hoop Scheffer een andere kandidaat, de Brabantse gedeputeerde Van Geel, door zijn veto de pas heeft afgesneden.

De woordenwisseling die hierover zaterdag plaatshad tussen partijvoorzitter Helgers en jongerenvoorzitter Teus-Jan Vlot, is meer dan een incident. Waarom wilde De Hoop Scheffer Van Geel pertinent niet als nieuwe partijvoorzitter? In de eerste plaats zinde het de partijleider niet dat de Brabantse gedeputeerde alleen voorzitter wilde worden als hij dat fulltime kon zijn. Zo'n voorzitter zou te veel macht kunnen krijgen ten koste van de fractie.

„Autootje pesten”
In de tweede plaats zag De Hoop Scheffer het waarschijnlijk niet zitten om samen te moeten werken met iemand met wie hij al eerder een kleine confrontatie had gehad. Het was immers Van Geel die dit voorjaar als vice-voorzitter van de programcommissie voorstelde het autogebruik van de Nederlander harder aan te pakken. Een voorstel dat door De Hoop Scheffer meteen onschadelijk werd gemaakt met de opmerking dat het CDA beslist niet uit was op „autootje pesten”. Opnieuw een partijvoorzitter met een uitgesproken christelijk-sociaal profiel, is voor De Hoop Scheffer blijkbaar te veel van het goede.

Hiermee zijn meteen twee oorzaken gegeven waarom het CDA er tot nu toe niet in geslaagd is overtuigend oppositie te voeren: onduidelijkheid over de inhoud van het beleid, onduidelijkheid over het primaat van het leiderschap. Dit zijn de –nauw met elkaar verweven– oorzaken waarom de partij er sinds 1994 maar niet in slaagt op koers te komen. Dit ook zijn de oorzaken waarom het CDA uit een tot nu toe zwak opererend paars II geen oppositionele winst kan halen. D66-voorman De Graaf typeerde de situatie vorige week treffend: „Soms denk je: zouden onze CDA-buren nog wel steeds naast ons wonen? Maar dan hoor je plotseling een deur knallen. Als je dan uit het raam kijkt, zie je Jacques de Milliano lopen”.

Partijleider
Als iemand de tegenstelling tussen partij en fractie, tussen een progressieve en een conservatieve koers zou moeten kunnen overstijgen, dan zou dat de partijleider moeten zijn. Het wordt steeds twijfelachtiger of De Hoop Scheffer daarvoor de geschikte persoon is. Geef hem de tijd, zo klonk het uit christen-democratische kring na de teleurstellende verkiezingsuitslag in mei. Dat argument gaat echter steeds meer zijn smaak verliezen. Is de voormalige diplomaat en buitenlandwoordvoerder, die per slot van rekening toch al twaalf jaar in de Kamer zit, uiteindelijk toch niet een maatje te klein voor het partijleiderschap? Steeds vaker wordt het geluid gehoord dat zijn optreden iets geforceerds, zijn leiderschap iets kunstmatigs houdt.

Zolang De Hoop Scheffer het spreekgestoelte kan bestijgen met van tevoren uitgeschreven teksten, voorbedachte oneliners en oh-domme-coalitie-grappen, weet hij het publiek nog wel te bekoren. Een brede, christen-democratische visie op de koers van de partij heeft hij echter tot nu toe niet ontvouwd. Ook een artikel in Christen Democratische Verkenningen van vorige maand verdient dat predikaat niet. Zijn poging enkele misverstanden over het CDA-verzet tegen de 24-uurseconomie recht te zetten, verzandt in waterige, fletse uitspraken die de lezer achterlaten met de vraag: Maar wat wil het CDA dan precies veranderen in deze maatschappij? Het streven van De Hoop Scheffer om alles en iedereen bij de partij te houden, leidt tot het verlies van een helder, herkenbare CDA-standpunt op tal van beleidsterreinen.

Christelijk erfgoed
Van eenzelfde vaagheid en tweeslachtigheid is sprake als hij het over de C van het CDA heeft. Jawel, de C is voor de partij van „groot belang”. Tegelijkertijd: Denk niet dat wij een kerkelijke partij zijn, denk niet dat wij willen moraliseren; nee, we staat eigenlijk voor een ruim „christelijk-joods-humanistisch” erfgoed. Wie zo schrijft, moet niet verbaasd zijn als de kiezer dit opvat als: vlees noch vis.

In de 'strijd' tussen partij en fractie lijkt De Hoop Scheffer een voorlopige overwinning te hebben behaald. Dat Van Rij en niet Van Geel in het voorjaar tot voorzitter wordt verkozen, is vrijwel zeker.

Fractie en fractieleider kunnen hun primaat echter alleen behouden, als ze op de lange duur bewijzen dat ze dat primaat waard te zijn. De fractie kan dat alleen bewijzen als haar leider een heldere koers uitzet, een koers die de partij-interne tegenstellingen overstijgt.

Tot nu toe is dat nog niet gelukt. De Hoop Scheffer mag dan op de partijraad een aanzienlijk deel van zijn speech gewijd hebben aan de voortreffelijkheid van zijn ploeg –bij de prestaties van elk fractielid stond hij afzonderlijk stil–, in het land is het 'succes' van de CDA-oppositie nog niet echt doorgedrongen.