Binnenland |
Oud-bewindslieden keuvelen gezellig op party van 'hun' ministerieNostalgie naar de echte BuZa-ministerDoor P. Chr. van Olst Onder toeziend oog van Zijne Koninklijke Hoogheid prins Claus, tal van diplomaten, ambtenaren van Buitenlandse Zaken (BuZa) en andere genodigden voor de party van het jarige departement doet de jongste oud-minister, H. van Mierlo van paars I, het betoog dat hij vlak voor zijn vertrek hield nog eens dunnetjes over. De ministers van buitenlandse zaken hebben in het proces van Europese eenwording steeds meer terrein verloren aan de minister-presidenten of kanseliers en aan de ministers van financiën. En daar moeten zij snel iets aan doen, anders dreigt hun ministerschap een lege huls te worden. Het pleidooi van de in rustiger vaarwater terechtgekomen democraat vindt instemming bij diens voorgangers: van de oudste aanwezige, oud-KVP-bewindsman N. Schmelzer die buitenlandse zaken beheerde in de twee kabinetten-Biesheuvel (1971-1973), tot aan de huidige eurocommissaris Van den Broek, die tijdens zijn zittingstermijn in de drie kabinetten-Lubbers op een gegeven moment de confrontatie aanging met zijn minister-president die een zijns inziens te bemoeizuchtige houding aannam. Onacceptabel Oud-VVD-politicus Van der Klaauw blijkt dat, in tegenstelling tot veel van zijn partijgenoten die vandaag de dag aan het roer van Nederland staan, onacceptabel te vinden. Ik vind het heel onverstandig van Bolkestein dat hij die zet heeft gedaan, meldt de carrièrediplomaat, die minister van buitenlandse zaken was in het kabinet-Van Agt I. Van Agt zelf, in zijn derde kabinet (1982) een blauwe maandag premier en minister van buitenlandse zaken tegelijk, gaat verder in zijn kritiek op de inhalige houding van de huidige premier Kok en de zijnen. We moeten in diepe schaamte verzinken, formuleert hij in zijn geheel eigen taalgebruik. Tot het begin van de jaren '90 hebben we steeds fors van de Europese integratie geprofiteerd. Dan moeten we niet klagen als we nu eens een tijdlang netto moeten afdragen. De oud-bewindslieden, zes van de acht nog in leven zijnde, praten ook over leukere dingen dan de buitenlandse politiek van het huidige kabinet en de uitholling van de positie die zij eens bekleedden. Ze mogen de zaal meedelen wat in hun herinnering de hoogte- en dieptepunten uit hun ambtstermijn waren. Voor Schmelzer was het beroerdste moment dat hij alle beweeglijke dossiers van Buitenlandse Zaken moest overdragen aan zijn opvolger, minister Van der Stoel (PvdA). Zijn hoogtepunt(en): Iedere keer dat ik nieuw beleid wist te initiëren dat in eerste instantie zowel intern als extern op verzet stuitte. Een voorbeeld? Ik was de eerste Nederlandse minister die ervoor pleitte dat de Volksrepubliek China een plaats in de VN-veiligheidsraad zou krijgen. De VS waren daar pas veel later aan toe. Fokstier Voor zowel oud-minister Van Mierlo als Van den Broek ligt een hoogtepunt in een belangrijk Europees verdrag. Voor de eerste is dat het nog recente Verdrag van Amsterdam: Ik denk dat de inhoud daarvan in de toekomst veel meer gewaardeerd zal worden dan nu het geval is. Voor Van den Broek gaat het dan over Maastricht: Dat het zo vlak na zwarte maandag toch nog lukte, is onvergetelijk. En wat was voor Van den Broek de grootste opluchting? De oud-bewindsman hoeft er niet lang over na te denken: Het moment dat ik de verantwoordelijkheid voor het maken van een fraudebestendig paspoort kon overdragen aan de staatssecretaris van binnenlandse zaken. |
![]() |