Binnenland

Kamerfracties reageren zeer terughoudend

Van Aartsen sceptisch
over Kosovo-bestand

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Minister Van Aartsen van buitenlandse zaken reageert, net als de Tweede Kamer, terughoudend op het door de Amerikaande onderhandelaar Holbrooke bereikte akkoord met de Servische president Milosevic. Volgens hem blijft de dreiging met een luchtaanval van de NAVO voorlopig nodig om Milosevic aan zijn woord te houden.

Mochten er daadwerkelijk zo'n 2000 waarnemers in Kosovo worden gestationeerd, dan moet dat, wat Van Aartsen betreft, met voldoende veiligheidsmaatregelen gepaard gaan. „We kunnen daar niet zomaar mensen naartoe sturen”. Het gaat vooral om de verzekering van de Serviërs en de Kosovo-rebellen dat ze de waarnemers ongemoeid laten. Op de vraag of de militaire bescherming van de NAVO moet komen, antwoordde de minister dat dat „niet per se” het geval hoeft te zijn.

Het is Van Aartsen overigens nog onduidelijk of Holbrooke en Milosevic sluitende afspraken hebben gemaakt over de 2000 waarnemers die in Kosovo moeten controleren of de Serviërs zich aan de gemaakte afspraken houden. Secretaris-generaal Solana van de NAVO zei gisteren aan het begin van de avond dat ook over de waarnemers een akkoord is bereikt. „Maar wij hebben officieel nog niets gehoord. We moeten afgaan op mededelingen van de media”, reageert een woordvoerder van Van Aartsen voorzichtig.

Volgens de minister zijn in elk geval de politieke regeling van het conflict met de Kosovaren en de toekomstige positie van Kosovo binnen de Joegoslavische federatie nog onderwerp van gesprek. „Het akkoord is dus zeker nog niet compleet”, aldus de woordvoerder.

Sceptisch
De fracties in de Tweede Kamer staan niet te juichen bij het akkoord tussen de Amerikaanse onderhandelaar Holbrooke en de Servische president Milosevic over Kosovo. Vooral VVD en CDA reageren sceptisch. PvdA, D66 en GroenLinks zijn gematigd positief, maar ook afwachtend, omdat de details van het akkoord nog niet bekend zijn.

PvdA-kamerlid Valk noemt de overeenkomst veelbelovend. „Ik ben er verheugd over. Kennelijk heeft het dreigen met actie effect gesorteerd”. Maar hij voegde eraan toe dat moet worden afgewacht of Milosevic zich aan alle afspraken zal houden. Het dreigen met militaire inzet blijft daarom zijns inziens nodig. Valk wil de vraag of Nederland mensen moet leveren voor de groep OVSE-waarnemers nog niet beantwoorden. Hij wil eerst van het kabinet weten op welke wijze de veiligheid van de waarnemers is gegarandeerd.

Kamerlid Vos (GroenLinks) zegt hoopvol gestemd te zijn. Zij is voor deelname van Nederland aan de OVSE-missie. „Nederland heeft daar een verantwoordelijkheid te dragen”, aldus Vos. Zij is wel kritisch over de mate van autonomie voor Kosovo. Met D66 vindt GroenLinks dat er veel actiever met het bevrijdingsleger van de Kosovaren moet worden gesproken.

D66 vindt de overeenkomst interessant, maar buitenlandwoordvoerder Hoekema wil weten hoe de NAVO de afspraken kan afdwingen. Het principe van onbewapende „monitors” wijst hij niet op voorhand af. „Je kunt zelfs stellen dat ongewapende waarnemers minder provocerend werken dan gewapende”. Hoekema ziet geen reden om op voorhand van Nederlandse deelname aan de missie af te zien.

„Niet prachtig”
CDA en VVD vinden het akkoord „absoluut niet prachtig”, zoals VVD-kamerlid Blaauw het verwoordde. „We verwelkomen de doorbraak, maar die mag niet halfslachtig uitpakken, waardoor we over een halve maand in eenzelfde situatie zitten als afgelopen week”, meent CDA'er Verhagen. Beiden maken zich zorgen over de positie waarin de OVSE-waarnemers terechtkomen. Volgens Blaauw lijkt het akkoord sterk op het Unprofor-scenario dat in Bosnië onwerkbaar is gebleken. „Voor je het weet heb je er 2000 gijzelaars neergezet”.

VVD en CDA willen dan ook eerst meer weten over de veiligheidsgaranties die de waarnemers krijgen en in hoeverre die ook daadwerkelijk door de NAVO kunnen worden afgedwongen. Om die reden vinden zij actieve deelname van Nederland aan de waarnemersmissie op dit moment voorbarig. „We moeten eerst maar eens zien waarmee de ministers (Van Aartsen/Buitenlandse Zaken en De Grave/Defensie, red.) komen”.