Binnenland

Zoon kwam niet los van imago vader

W. Drees jr. overleden

Door G. A. Vroegindeweij
DEN HAAG – Op de leeftijd van 75 jaar is afgelopen zaterdag dr. Willem Drees jr., de zoon van vadertje Drees, overleden. Hij is er nooit in geslaagd helemaal los te komen van het imago van zijn vader, die minister-president is geweest. Dat is opmerkelijk omdat Drees junior ook een indrukwekkende staat van dienst heeft opgebouwd.

Na diverse functies bij het Centraal Planbureau en het Internationaal Monetair Fonds volgde zijn benoeming tot de hoogste ambtenaar bij het ministerie van financiën, thesaurier-generaal. Daarnaast was hij parttime hoogleraar openbare financiën.

Drees junior volgde de politieke ideeën van zijn vader en kwam dus in de PvdA terecht. In de tweede helft van de jaren zestig maakte hij zelfs deel uit van het partijbestuur. De partij kwam in die periode echter met de beweging Nieuw Links en onder leiding van Den Uyl in radicaal vaarwater terecht. De partij keek bijvoorbeeld nogal positief aan tegen de situatie in het communistische Oost-Duitsland en Noord-Vietnam.

Drees senior, die in 1988 overleed, en zijn zoon vonden dat geen goede ontwikkeling. Ze zegden beiden hun lidmaatschap van de PvdA op. Drees junior sloot zich aan bij de Democratisch-Socialisten (DS'70), zijn vader niet.

DS'70 koos Willem Drees tot lijsttrekker en zo kwam junior op bijna vijftigjarige leeftijd in de Tweede Kamer terecht. Omdat de confessionele partijen en de VVD geen meerderheid meer hadden, werd de partij betrokken bij de kabinetsformatie. Dat resulteerde er uiteindelijk in dat Drees de nieuwe minister van verkeer en waterstaat werd onder premier Biesheuvel.

Dat kabinet was echter geen lang leven beschoren en dat gold ook voor DS'70. Het aantal zetels in de Tweede Kamer liep snel terug van acht naar nul. In 1983 is de partij opgeheven. Vanaf die tijd was Drees partijloos. Hij stemde op diverse partijen. „Het hangt mede af van de mensen. Ik vind het altijd erg leuk als ik iemand op de lijst zie die ik ken en waardeer. Ik zal bij plaatselijke verkiezingen mezelf meer door het milieu laten leiden en bij Tweede Kamerverkiezingen door de visie op buitenlandse politiek en defensie”, zo verklaarde hij in 1989 tegenover deze krant.

Autogebruik
Als minister maakte Drees zich niet populair bij de autobezitters. Hij voorzag dat Nederland door de onstuimige groei van het autoverkeer zou dichtslibben en bepleitte krachtige maatregelen. Zo zouden gemeenten het aantal parkeerplaatsen bij kantoren drastisch moeten beperken. Het parkeren in binnensteden zou stevig in prijs moeten stijgen. Tot het laatst toe was Drees van mening dat geen enkel kabinet het autogebruik en de milieuvervuiling op een goede wijze heeft aangepakt.

Nadat hij zich in 1977 had teruggetrokken uit de politiek werd de oud-minister lid van de Algemene Rekenkamer. Na zijn pensionering, in 1984, is hij zich weer bezig gaan houden met zijn professie: de openbare financiën. In 1985 verscheen er een boek onder de titel “Nederlandse overheidsuitgaven”. Ook in bundels en periodieken schreef hij regelmatig over dit onderwerp.

Drees was een echte dualist. Hij ergerde zich mateloos aan het ontstane gebruik in het Haagse dat de premier wekelijks overleg heeft met de fractievoorzitters van de regeringspartijen. Hij noemde deze groep het 'politbureau'. Drees: „De discussie in het parlement is daardoor een farce”.


Dr. Willem Drees jr.