Binnenland

Nederlandse vliegtuigen uitgekleed naar megaoefening in Amerika

Minder bommen voor F-16

Door R. Pasterkamp
LAS VEGAS – Nederlandse F-16's kunnen niet optimaal meedoen aan de voor jachtvliegtuigen meest realistische oefening ter wereld, Red Flag in de Verenigde Staten. Door bezuinigingen worden er minder bommen gebruikt. Er is zelfs overwogen om helemaal van deelname af te zien, aldus kolonel B. Ruijs, hoofd afdeling jachtvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht gisteren in Las Vegas.

In een gloeiendhete woestijn in de Amerikaanse staat Nevada woedt deze dagen oorlog. F-16's van verschillende landen, waaronder Nederland en België, voeren aanvallen uit op grond- en luchtdoelen. De jachtvliegtuigen opereren vanaf het militaire vliegveld Nellis bij Las Vegas. De temperatuur langs de startbaan kan overdag oplopen tot 45 graden.

Nederlandse F-16's doen om de twee jaar mee aan Red Flag. Doel is om de vliegers te trainen in een zo optimaal mogelijk nagebootste oorlogssituatie. Tijdens Red Flag moeten de verdedigers het opnemen tegen tal van vijanden in de lucht en op de grond. Op het immense oefenterrein (180 bij 50 kilometer) bij Las Vegas kunnen alle soorten van bedreigende situaties worden uitgewerkt. Daarbij schiet men naar hartelust met scherp.

Deelname aan Red Flag 1998 stond voor 3,7 miljoen gulden op de begroting van de Koninklijke Luchtmacht. Een halfjaar geleden kreeg kolonel Ruijs te horen dat hij daarvan een miljoen moest inleveren. Oorzaak was de kostenoverschrijving op de luchtmachtbegroting. Een fors deel van het budget gaat op aan het gebruik van de faciliteiten op de Amerikaanse basis. Ruijs kon dus niet veel anders dan in eigen vlees snijden. Door onder meer het aantal tijdens de oefening gebruikte bommen te verminderen, probeert de luchtmacht de domper te realiseren.

Kleintjes
Dit jaar is voor het eerst een gecombineerde Nederlands-Belgische eenheid naar Red Flag. Dit als gevolg van het twee jaar geleden gesloten samenwerkingsverband dat een grotere doelmatigheid van beide luchtmachten moet bewerkstelligen. Zo werken beide luchtmachten vanaf de Italiaanse basis Villa Franca hand in hand samen boven Bosnië.

Nederland is met negen F-16's op Red Flag, de Belgen met zeven. De oefening duurt tot eind volgende week. Iedere Nederlandse vlieger mag tijdens Red Flag niet meer dan zes echte bommen gooien. En dan alleen nog maar kleintjes van 500 pond. De zogenaamde 2000-ponders komen in Amerika niet eens in beeld; die zijn te duur. Een dergelijke bom kost 5700 dollar (11.500 gulden), terwijl een 500-ponder voor 2100 dollar (4250 gulden) bij de Amerikanen te koop is. Omdat het afwerpen van 2000-ponders op het oefenterrein op Vlieland niet is toegestaan, is de kans voor F-16-piloten om met dergelijke grote jongens te oefenen dit jaar verkeken.

„Slechte zaak”, vind kolonel Ruijs. „De vliegers moeten met alle systemen kunnen oefenen”. Volgens hem is het huidige budget voor Red Flag het minimum voor wat nog operationeel acceptabel is. „Wordt het nog minder dan kunnen we net zo goed thuisblijven. Je kunt toch niet meedoen door geen bommen te gooien?” De Belgen kennen overigens geen enkele beperking op bomgebied.

Scoren
Ruijs is niet van plan Red Flag los te laten, ook al is er sprake van verdergaande bezuinigingen. „Hier in de woestijn kunnen de vliegers laten zien dat ze hun opleiding waar kunnen maken. We scoren goed en tonen een hoogwaardige luchtmacht te zijn met uitstekend materiaal. Dan moet je deze oefening blijven doen. Red Flag is uniek in de wereld”.

In het paarse regeerakkoord is afgesproken om jaarlijks 375 miljoen gulden op Defensie te bezuinigen. De suggestie om in dit kader de luchtmachten van Nederland en België samen te voegen, wijst kolonel Ruijs van de hand. „Bij hen werkt het heel anders”. Simpel iets is dat de Belgen twaalf vliegtuigen in een squadron hebben, tegen Nederland met achttien.

Ook generaal V. Mardaga van de Belgische luchtmacht, eveneens aanwezig in Las Vegas, voelt weinig voor het idee. „Om twee naties te laten samenwerken, moeten wel eerst beiden de voordelen ervan inzien. Wij zijn er niet aan toe om, net als de marines van beide landen, de operationele staven ineen te schuiven”.