KNMI „tevreden” over
noodweerwaarschuwing

DE BILT – Frank Kroonenberg, meteoroloog bij het KNMI, blikt tamelijk „tevreden” terug op het noodweer van zaterdag. „Er is natuurlijk schade, maar door onze waarschuwingen zijn grote ongelukken uitgebleven. Onze verwachtingen zijn uitgekomen; alleen de zware windstoten vielen uiteindelijk mee. Maar goed, je kunt het beter ietsje te zwaar aanzetten dan er te lichtvaardig mee omspringen”.

Het KNMI gaf zaterdagochtend om zeven uur en om twaalf uur al een zogenoemde voorwaarschuwing. „Die is bedoeld om het publiek op scherp te zetten. Daarmee proberen we te voorkomen dat mensen domme dingen gaan doen of zich overvallen voelen. In de loop van de middag was het zulk vochtig en klef weer, dat zelfs een leek kon voelen dat het mis zou gaan”.

Vanaf dat moment stond de telefoon in De Bilt niet meer stil. Zeker niet toen het KNMI om half drie een officiële waarschuwing voor noodweer liet uitgaan. „De media, het ANP voorop, pikten het goed op. Onze mediameteoroloog Harry Bakker heeft in veel uitzendingen zijn verhaal kunnen doen”.

Ook hulpdiensten en overheidsinstellingen werden door de waarschuwingen al vroeg attent gemaakt op het naderende noodweer. Het KNMI werd zaterdag behalve door regen ook overspoeld door „waanzinnig veel” telefoontjes van allerlei instellingen en organisaties.

Evenementen
Een roei-evenement voor gehandicapten, de Dordtse Stoomdagen, het Aids-festival in Amsterdam, de Operatie Oranje in Scheveningen, markten, braderieën, campinghouders, golfclubs. Allemaal wilden ze weten wat het weer zou doen en of hun evenement nog wel kon doorgaan.

Het ruige weer voldeed zaterdag inderdaad aan alle criteria die de gezamenlijke meteorologen hebben gesteld aan de benaming noodweer: zware tot zeer zware windstoten, langdurig regen of korte, heftige buien en zwaar onweer met veel ontladingen in de grond.

In het midden van het land viel de meeste neerslag, zo blijkt uit de metingen van het KNMI. In De Bilt viel maar liefst 47 millimeter. Ook de Oostelijke Mijnstreek (38 mm) en Zeeuws-Vlaanderen (30 mm) kregen een flinke portie nattigheid over zich heen. De minste neerslag (ongeveer 10 millimeter) viel in de Achterhoek, Groningen en Friesland.

Op onweer werd het land over het algemeen gesproken gelijkelijk getrakteerd. Het kaartje van Kroonenberg staat zwart van de inslagen. Het KNMI noteerde honderden inslagen per uur.

Wind
Alleen met de wind viel het mee. De weerkundigen hadden gewaarschuwd voor windstoten van 80 tot 85 kilometer per uur. Het bleef bij uitschieters in buien van ongeveer 60 kilometer per uur. Desondanks legden veel bomen het loodje. Dat is niet verwonderlijk, want in de zomer zijn bomen door hun grotere oppervlak minder goed bestand tegen wind dan in de winter.