Binnenland

Migrantenvrouwen op stationsposters

VBOK gaat zich meer
op allochtonen richten

Van een onzer verslaggevers
EDE – De Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) gaat zich in haar hulpverlening, leden- en vrijwilligerswerving, reclame en voorlichting meer richten op allochtonen.

Dat zei VBOK-directeur drs. M. den Boer-Neele zaterdag desgevraagd tijdens de landelijke themadag over “Interculturele communicatie”.

Deze koerscorrectie is ingegeven door het feit dat ruim 40 procent van de abortussen in Nederland bij allochtone vrouwen wordt gepleegd. Bovendien neemt het aantal abortussen onder allochtonen drastisch toe. Met name Surinaamse en Antilliaanse vrouwen laten relatief vaak hun zwangerschap afbreken door een abortus provocatus. Parallel aan deze ontwikkeling neemt het aantal hulpvragen van allochtone vrouwen bij de VBOK toe, al is die toename iets minder dan de landelijke stijging.

De VBOK wil daarom de hulpverlening niet alleen laten aankomen op de professionele hulpverleners, maar ook de vrijwilligers van haar werkgroepen trainen om met de verschillende culturen om te gaan. Ruim vierhonderd van hen waren op de themadag afgekomen.

Daarnaast wil de vereniging haar achterban uitbreiden naar allochtone bevolkingsgroepen. „De VBOK wordt zo een betere afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Dat willen we ook”, aldus VBOK-voorzitter dr. K. Veling desgevraagd. Ook in de werkgroepen moeten meer allochtonen komen, aldus mevrouw Den Boer.

Voorlichting
De VBOK zal zich in de voorlichting op scholen meer richten op de aanwezigheid van allochtone bevolkingsgroepen. „We gaan al ons voorlichtingsmateriaal aanpassen, ook het audiovisuele”, aldus mevrouw Den Boer. Die omslag zal de nodige tijd vergen. De VBOK heeft al enige tijd hulpverleningsfolders in het Turks, Papiaments (voor Surinaamse en Antilliaanse vrouwen), Frans en Engels.

Ook de stationsreclame zal worden aangepast. De posters worden meertalig. Behalve de blanke vrouwen, die tot nog toe op de affiches prijkten, zullen ook allochtone vrouwen te zien zijn.

Inleider dr. Chr. Fahner, docent culturele antropologie aan de Christelijke Hogeschool Ede, zei overigens dat het begrip “allochtonen” niet mag worden vervangen door de term “buitenlanders”. „Vele allochtonen hebben de Nederlandse nationaliteit”. En: „Een allochtoon is Nederlander met variaties”.

Geen mens zit zonder vooroordelen tegenover 'vreemden', zo bleek uit een peiling onder de aanwezigen. Vooroordelen zijn dus niet vreemd, „maar ze mogen niet leiden tot stereotypen. Want stereotypen kunnen leiden tot racisme”, aldus Fahner. „Negatieve eigenschappen worden toegepast op de stereotypen. Dat gebeurt ook bij de media. Die zijn niet geschikt om stereotypen te veranderen”.

Veel fouten
Een 20-jarige hbo-stagiaire cijferde eens zichzelf en haar opleiding tegenover een Turkse, mannelijke hulpvrager weg. Het probleem was op slag verdwenen. Fahner: „Een Turkse man gaat geen problemen vertellen aan een onbenul. De studente maakte veel fouten”. Het moet volgens hem „verleden worden dat mensen zonder kennis van de multiculture samenleving hulp verlenen”.

De autoriteit die het gedrag bestuurt, verschilt in de culturen. In Nederland is dat vaak het “ik”, in andere culturen de autoriteit buiten het “ik”, zoals de ouders, een tante in Marokko of de omstandigheden. „Dat heeft veel gevolgen, ook voor de omgang van VBOK-vrijwilligers met allochtonen. De vrijwilliger wordt gezien als leidinggevende. Zij moet die rol ook nemen”.

Het tijdsbesef van Nederlanders verschilt van dat van veel allochtonen. Nederland, geworteld in de joods-christelijke traditie, houdt zich aan de (afgesproken) tijd. In veel culturen is tijd echter een zee. „Die krijg je, dus is er tijd voor een praatje”.

Taal is namelijk bij veel allochtonen bedoeld voor sociaal onderhoud. „Een aangenaam gesprek is als een bloemetje voor de mensen. Een Turkse man fantaseerde met zijn Nederlandse vrouw een gesprek over de vakantie die zij zouden willen. Er gebeurde niks. Na drie maanden zei de vrouw: We zouden toch op vakantie gaan? Haar man: Daar hebben we natuurlijk geen geld voor. Ik heb er toch met je over gepraat?”