Binnenland

Afwijkingen kunnen steeds vroeger worden vastgesteld

Verfijnd ultrageluidsonderzoek
brengt foetus beter in beeld

Door W. van Hengel
AMSTERDAM – Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ultrageluidsonderzoek maken het mogelijk steeds vroeger in de zwangerschap aangeboren afwijkingen bij het kind op te sporen. Dat biedt vroegtijdige mogelijkheden voor behandeling. De therapeutische ontwikkelingen gaan echter minder snel dan de vorderingen in de diagnostiek. De keerzijde van de medaille is dan ook dat de toegenomen kennis leidt tot meer zwangerschapsafbrekingen. Een ontwikkeling die niet zozeer te wijten is aan de techniek, als wel aan het veranderde normbesef.

De nieuwe mogelijkheden om een diagnose te stellen staan centraal op het congres “De foetus als patiënt” dat deze week in Amsterdam wordt gehouden. Er wordt aan deelgenomen door zo'n achthonderd obstetrici: gynaecologen die zich hebben gespecialiseerd in zwangerschap en verloskunde.

De presentaties op het congres zijn soms indrukwekkend. De ontwikkelingen gaan snel. In de achtste tot tiende zwangerschapsweek is het nu met doppler-ultrageluid mogelijk de doorbloeding van de hals- en hersenslagaders zichtbaar te maken. Daarbij worden variaties in de geluidsfrequentie ten gevolge van de bloeddoorstroming omgezet in beelden. Ook de ontwikkeling van de diverse hersenstructuren en het ruggenmerg kan worden bekeken. Zelfs bij kinderen met een lengte van 2,5 tot 3 centimeter, iets kleiner dan een lucifer. De activiteit van de hartkleppen kan haarscherp in beeld worden gebracht.

En dat alles in driedimensionale, verbazingwekkend scherpe en levensechte beelden. Opnamen van de contouren van het kind maken zelfs de gelaatstrekken zichtbaar. Een Noorse obstetricus uit Trondheim eindigde zijn presentatie dan ook in juichtoon: „Driedimensionale sono-embryologie zal nieuw leven brengen in de menselijke embryologie”.

Behandeling in baarmoeder
Dat valt echter nog te bezien. De diagnostische ontwikkelingen gaan inderdaad snel. De therapeutische mogelijkheden blijven daar vooralsnog bij achter. Operaties op het kind in de baarmoeder behoren, althans in Nederland, nog niet tot de mogelijkheden. Ingrepen in het buitenland waarbij de baarmoeder werd geopend en het kind werd geopereerd, zijn tot nu toe niet bijzonder succesvol geweest. Prof. dr. H. P. van Geijn, hoofd van de afdeling verloskunde in het VU-ziekenhuis en medeorganisator van het congres, verwacht echter dat in de toekomst met behulp van kijkbuisapparatuur behandelingen, waaronder operaties, in de baarmoeder tot de mogelijkheden gaan behoren. En met behulp van laserchirurgie is inmiddels met succes geprobeerd de soms ontregelde bloedtoevoer bij eeneiige tweelingen waarbij het ene kind te veel en het andere te weinig bloed krijgt, te normaliseren.

Als voordeel van de geavanceerde echotechnieken noemt de Amsterdamse hoogleraar verloskunde de mogelijkheid dat al tijdens de zwangerschap kan worden vastgesteld wat een kind precies mankeert. „Dit soort onderzoek komt uiteraard niet uit de lucht vallen. Het wordt met name gedaan als er al eerder problemen zijn geweest. Je moet dan denken aan een groeivertraging, te veel vruchtwater, vroegtijdige weeën, bloedverlies of een eerder kind met aangeboren afwijkingen”.

Het onderzoek vindt plaats in door het ministerie van VWS speciaal aangewezen centra. Het ultrageluidsonderzoek dat daar kan worden gedaan staat volgens Van Geijn op een ander niveau dan de routine-echo's die in ziekenhuizen worden gemaakt. „Daar bedrijven ze over het algemeen meer globale diagnostiek. Al voor de geboorte kan met behulp van de nieuwe technieken met steeds grotere mate van zekerheid worden bepaald welke afwijkingen een kind heeft. Als die behandelbaar zijn, kunnen bij de, zo nodig vervroegde, geboorte de juiste mensen en middelen onmiddellijk worden ingezet. Dat voorkomt voor het kind risicovol tijdverlies”.

Keerzijde
En als de aandoening niet behandelbaar is? De praktijk laat zien dat in die gevallen meestal besloten wordt tot abortus. Het is de negatieve keerzijde van de snelle ontwikkeling van deze nieuwe medische technieken en de erfelijkheidstesten. Van Geijn bevestigt dat de verfijning van de prenatale diagnostiek kan leiden tot meer (vroege) abortussen. Dat gebeurt volgens Van Geijn op twee gronden: omdat het kind niet levensvatbaar is na de geboorte of omdat het leven van het kind als onleefbaar wordt beschouwd.

Obstetrici beschouwen het als een voordeel dat de ontwikkelingen in de ultrageluidstechniek het mogelijk maken steeds eerder diagnoses te stellen, zodat de abortus zo vroeg mogelijk in de zwangerschap kan plaatshebben.

Van Geijn wijst er overigens op dat het met ultrasound ook mogelijk is bepaalde aandoeningen uit te sluiten bij kinderen met een verhoogd risico. Dat kan abortussen „uit voorzorg” voorkomen. Overigens kan het dan nog zeer moeilijk zijn de ouders ervan te overtuigen dat hun kind gezond is. „Als ze inmiddels al min of meer besloten hebben de zwangerschap af te breken, hebben ze innerlijk vaak al afstand van het kind genomen”.

Geen advies
De Amsterdamse hoogleraar verloskunde ziet abortus in bepaalde gevallen als een noodoplossing. „Als het kind echt een onbehandelbare afwijking heeft, moet je de ouders desgewenst wel een oplossing bieden. In onze kliniek wordt abortus echter niet geadviseerd door artsen. Mensen mogen hun eigen keuze maken. De huidige wetgeving biedt de foetus eigenlijk geen bescherming meer. Zelfs na 24 weken zwangerschap zijn ouders niet verplicht in alle opzichten het belang van het kind na te streven. Ik ben ervan onder de indruk gekomen hoe snel mensen na een teleurstellende diagnose soms afscheid nemen van hun gehandicapte kind. Een kind dat ze op de echo al hebben gezien”.

Komt u geen mensen tegen die geloven dat de zorg voor zo'n kind aan hen is toevertrouwd waarbij ze God om kracht vragen zo'n kruis te kunnen dragen?

„Dat kom ik weinig tegen. Ik hoor nu zeggen: Waarom wordt dit mij aangedaan? Dokter, kunt u mij nog helpen?