Armeense instellingen waren doelwitTurkse regering pleegde aanslagen in NederlandRIJSWIJK De Turkse geheime dienst (MIT) heeft begin jaren '80 in Nederland en Frankrijk moorden en bomaanslagen gepleegd op Armeense vluchtelingen en Armeense instellingen. Dat staat in het niet-openbare deel van het zogenoemde Susurluk-rapport, dat is op gesteld door de Turkse regering. In dit rapport wordt vooral de extreem rechtse misdadiger Abdullah Çatli in verband gebracht met acties tegen Armeniërs in Frankrijk en Nederland. Çatli kwam eind 1996 bij Susurluk aan de Turkse westkust om door een auto-ongeluk. Ook twee andere inzittenden, de hoge politiefunctionaris Hüseyin Kocadag en voormalig schoonheidskoningin Gonca Us, vonden daar de dood. Een meerijdende Koerdische parlementariër overleefde. Het ongeluk vormde het begin van wat in Turkije bekend staat als het Susurluk-schandaal, over de banden tussen overheid en maffia. De Turkse media hebben uitgebreid aandacht gegeven aan het openbare deel van het rapport, het geheime deel is daar niet gepubliceerd. Dat laatste maakt melding van maar liefst tien aanslagen in Frankrijk, voornamelijk met bommen, en twee moorden. Doelen waren zowel auto's van Armeniërs als Armeense instellingen gedurende 1983 en 1984, in onder meer Parijs, Marseille en Alfortville. Ook werden twee Armeniërs gedood bij de acties: een niet nader genoemde op 5 december 1985 en een tien dagen later in Lyon. In Nederland springt de moord op 5 november 1982 in Utrecht op de 22-jarige Armeense tolk Nuber Yalimyan het meest in het oog. Yalimyan kwam in zijn woning om het leven door messteken en pistoolschoten. De daders ontkwamen. Ook de beschieting van een Armeens café in Hengelo op 7 juli 1983 en brandstichting de volgende dag in woningen van leden van de Armeense jeugdorganisatie in Enschede behoorden tot deze acties. De acties in opdracht van de MIT waren gericht tegen leden en medestanders van de Armeense bevrijdingsbeweging Asala. Asala kwam vooral eind jaren '70, begin '80 in het nieuws met soms bloedige aanslagen op Turken in binnen- en buitenland. De meest geruchtmakende aanslag voerde Asala in 1983 uit op het Parijse vliegveld Orly. Daarbij vielen acht doden. Door het Susurluk-schandaal kwam aan het licht dat de Turkse autoriteiten rechtse maffiagroepen gebruikten om politieke vijanden uit de weg te ruimen. In ruil daarvoor kregen die de vrije hand in de drugshandel en bij het afpersen van personen en organisaties. Dit soort criminele activiteiten vond de laatste jaren plaats onder het mom van bestrijding van Koerdische terreur. |