Binnenland

„Meer drang en dwang in instellingen”

Zorgen over beperking
van vrijheid dementen

HILVERSUM – Er is in toenemende mate sprake van zorgelijke situaties in de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen en instellingen voor mensen met een verstandelijke handicap.

Dat zei prof. mr. H. D. C. Roscam Abbing, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit Utrecht, vandaag in haar jaarrede als voorzitter van de Vereniging voor Gezondheidsrecht.

Roscam Abbing heeft zorgen over het gecamoufleerd toedienen van medicijnen, het gebruik van onrustbanden, gedwongen toediening van voedsel, vocht en medicatie, zonder dat daarvoor een rechtsgrond aanwezig is. De hoogleraar gezondheidsrecht wijst op het rapport van het Staatstoezicht op de volksgezondheid over 1997. Ook uit het rapport over 1996 bleek al dat in de verstandelijke gehandicaptenzorg ongerechtvaardigd vrijheidsbeperkende maatregelen werden toegepast. Het stijgend aantal dementerende patiënten zorgt voor een toename van dergelijke situaties, aldus Roscam Abbing.

Zij noemt het strijdig met goed hulpverlenerschap en de professionele verantwoordelijkheid dat vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast die uitstijgen boven wat is toegelaten. „Door de tekorten in de zorg wordt de neiging tot dwang en drang thuis en in de verzorgings- of verpleeghuizen versterkt”.

Vrijheid
De wetgever moet volgens de hoogleraar gezondheidsrecht echter niet op de stoel van de behandelaar gaan zitten. De medisch-professionele zelfstandigheid en de keuzevrijheid van de patiënt moeten voorop staan.

Roscam Abbing noemt wetgeving op het terrein van medisch-professioneel handelen soms wel noodzakelijk, bijvoorbeeld als belangen van derden een rol spelen of als het niet gaat om medische handelingen, ook al worden ze door een arts uitgevoerd, zoals bij abortus en euthanasie het geval is.

Zij wijst erop dat het aantal wettelijke regels ten aanzien van geneeskundige handelingen lijkt toe te nemen. De hoogleraar noemt als voorbeelden het gebruik van foetaal weefsel voor geneeskundige doeleinden, bepaalde handelingen rond reageerbuisbevruchting en sekseselectie. „De mogelijkheid in de Wet bijzondere medische verrichtingen om binnen korte tijd een verbod uit te vaardigen op medische verrichtingen die door de politiek maatschappelijk, ethisch of juridisch ongewenst worden geacht, kan remmen aanleggen die vanuit medisch-professioneel oogpunt en ook vanuit het oogpunt van het patiëntenperspectief discutabel kunnen zijn”.