Binnenland

Minister Borst: Naleving wet is zorgvuldig

Geen registratie van
motieven abortus

Van onze politieke redactie
DEN HAAG – De christelijke partijen in de Tweede Kamer vinden dat abortusartsen de motieven van vrouwen die hun zwangerschap willen afbreken, moeten vastleggen. Op die manier kan er een eind komen aan de „indianenverhalen” die hierover de ronde doen, aldus RPF-kamerlid Rouvoet. Minister Borst van volksgezondheid en de regeringspartijen nemen de suggestie niet over.

Gisteren sprak de Tweede Kamer over het rapport “Wet Afbreking Zwangerschap in de praktijk”. Aanleiding voor de totstandkoming van het rapport waren twee televisie-uitzendingen waaruit bleek dat abortusartsen de redenen van vrouwen die om abortus vragen inhoudelijk moeten toetsen. In de wet staat dat zij zich in een noodsituatie moeten bevinden, maar in de praktijk zouden artsen bereid zijn om vanwege „een geplande vakantie” of „een regenbui” zwangerschappen af te breken.

De naleving van de wet komt in grote lijnen overeen met de bedoeling van de wet, concludeerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg, die het onderzoek uitvoerde. De artsen hadden hun uitlatingen zo niet bedoeld en in de praktijk houden ze zich wel aan de wet. Minister Borst onderstreepte de conclusies van het inspectierapport en voegde eraan toe dat de artsen door de langdurige ondervraging van de EO- en Vara-journalisten „balorig” waren geworden zodat ze zich minder zorgvuldig uitdrukten.

De christelijke partijen, CDA, RPF/GPV en SGP, waren daar niet zo van overtuigd, zo bleek gisteren. Zij vinden het zinvol dat de motieven op grond waarvan de artsen tot moord in de moederschoot besluiten, openbaar komen.

Minister Borst vindt dit niet nodig omdat uiteindelijk de vrouw beslist in hoeverre zij zich in een noodsituatie bevindt. De arts moet de reden wel toetsen en ook op de alternatieven wijzen. De regeringsfracties, PvdA, VVD en D66, zijn het eens met de opvatting van de minister.

Rood licht
De kleine protestantse fracties benadrukten dat de wet volgens hen een principieel verkeerde keuze maakt, namelijk tégen de onvoorwaardelijke bescherming van het menselijk leven. Het CDA-kamerlid Lansink noemde de wet wel goed.

De vier christelijke partijen trokken wel samen op in hun conclusie dat de naleving van de wet te wensen overlaat. „Zelfs al vind je de Wet afbreking zwangerschap een goede wet, dan moeten na het lezen van het inspectierapport alle lichten op rood springen”, aldus SGP-kamerlid Van der Vlies.

Met name de conclusie dat in 20 procent van het aantal abortussen de hand wordt gelicht met de bedenktijd van vijf dagen, stuitte de christelijke partijen tegen de borst. De kamermeerderheid en de bewindsvrouw wuifden deze bezwaren weg.

In sommige gevallen gaat voor de abortusklinieken de bedenktijd in op het moment dat een vrouw zich tot de eigen huisarts wendt. In een aantal andere gevallen gaat het om vrouwen uit het buitenland. Ook vrouwen die door het verstrijken van de bedenktijd niet meer in aanmerking mogen komen voor een abortus, worden sneller behandeld. Volgens minister Borst en de regeringspartijen biedt de wet de ruimte om in dergelijke noodgevallen van deze termijn af te wijken.

Evaluatie
Voor hun wens om te komen tot een grondige evaluatie van de abortuswet konden de christelijke partijen geen steun krijgen. De regeringsfracties, die overigens heel weinig spreektijd nodig hadden voor hun inbreng, hebben daar geen enkele behoefte aan. Ze zien het onderzoek van de inspectie naar aanleiding van de televisie-uitzendingen als een voldoende diepgaand onderzoek naar het functioneren van de wet in de praktijk.

Ze gingen hiermee voorbij aan de (verschillende) brieven die het Comité Vrouwenbonden op Gereformeerde Grondslag (hervormd-gereformeerd, christelijk gereformeerd en Gereformeerde Gemeenten) voor het kamerdebat schreven aan Borst, Sorgdrager en de betrokken kamerleden. Daarin wijzen zij op de „schokkende feiten” van die het inspectierapport brengt. Zij, en ook de gisteren rond het Binnenhof actieve drs. L. P. Dorenbos van Schreeuw om Leven, willen de ongeboren vrucht in de moederschoot beschermen.