Binnenland

„Maximumsnelheid naar 100; benzineaccijns omhoog”

Extra's NMP3 flink geprijsd

Van onze binnenlandredactie
BILTHOVEN – Door maatregelen die worden genomen om de onlangs vastgestelde Kyoto-doelen te halen, kunnen de lasten van de overheid in de periode 1999-2010 oplopen tot circa 15 tot 20 miljard gulden. De uitgaven die nodig zijn om de opties uit te voeren die 'Kyoto' (wereldklimaatconferentie, 1997) dichterbij brengen, zijn niet gedekt in de NMP3-begroting. Over deze aanvullende mogelijkheden moet een volgend kabinet beslissen.

Dat staat in het vandaag gepresenteerde rapport dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) opstelde in aanvulling op de vierde Nationale Milieuverkenning. Het RIVM deed zijn werk op verzoek van het kabinet.

Uitvoering van het NMP3-pakket leidt ertoe dat –bij voortgaande economische groei– de emissies gelijkblijven of verminderen. Dat geldt voor de meest kritische milieuthema's: klimaatverandering, verzuring en vermesting. Het NMP3-pakket is echter onvoldoende om de gestelde milieudoelen te bereiken.

Het derde Nationaal Milieubeleidsplan geeft daarom ook een aantal aanvullende opties op het gebied van de milieuthema's klimaatverandering, verzuring en geluidshinder. De milieudruk wordt hierdoor verminderd, maar de milieukosten verdubbelen. Veel van deze opties zijn maatschappelijk ingrijpend van aard. De financiële lasten van deze 'extraatjes' nemen voor de overheid met minimaal 2 miljard gulden toe. Door maatregelen die worden genomen om 'Kyoto' te halen, kunnen de lasten in de periode 1999-2010 verder oplopen tot circa 15 tot 20 miljard gulden, zo berekende het RIVM.

Voor het thema klimaatverandering is het belangrijkste NMP3-voornemen het verder verhogen van de huidige energiebelasting met 3,4 miljard gulden, inclusief een gedeeltelijk terugsluizen van het geld in de vorm van positieve prikkels. Mede hierdoor liggen de geraamde broeikasemissies in 2010 circa 7 procent boven het niveau van 1990 en op het peil van 1995. De internationale verplichting is een stabilisatie in 2000 op het niveau van 1990.

Voor het belangrijkste broeikasgas (CO2) blijven de emissies met het NMP3-beleid toenemen tot 190 miljard kilo in 2010. Dit is 13 procent boven het peil van 1990 en ruim boven de 2000-doelstelling van 3 procent vermindering ten opzichte van 1990.

Relatief gunstig
Voor de milieuthema's verzuring en vermesting is het beeld relatief gunstig bij uitvoering van het NMP3-beleid, zegt het RIVM. De geraamde reductie wordt met name gehaald door maatregelen in de landbouw (emissiearme stallen en het invoeren van een mineralen-aangiftesysteem) en door beperking van de NOx-uitstoot (stikstofoxiden) in de industrie en andere sectoren.

Voor de doelgroep verkeer –een van de belangrijke bronnen voor het niet-realiseren van de milieudoelen– bevat het NMP3 slechts voorstellen die in internationaal verband moeten worden genomen. Alleen als de internationale gemeenschap besluit een aantal normen aan te scherpen, kan het effect van het NMP3-beleid flink toenemen. Door verscherping van technische eisen in met name het goederenvervoer (vrachtverkeer, binnenvaart, zeevaart) kan de uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden verder omlaag. „Zo kan de 2000-doelstelling voor NOx(250 miljoen kilo) vrijwel worden gehaald, maar dan wel bijna tien jaar later”, aldus het RIVM.

Voor het thema klimaatverandering vermeldt het NMP3 vooral aanvullende opties die gericht zijn op de vermindering van de CO2-uitstoot. Door ze uit te voeren kan Nederland voldoen aan de internationale klimaatverplichtingen (stabilisatie van broeikasgassen in 2000 ten opzichte van 1990), maar dan ook weer tien jaar later.

Benzineaccijns
Hiervoor moeten de meerjarenafspraken bij de industrie worden voortgezet, moet een convenant worden gesloten met de elektriciteitssector voor versnelde omschakeling van kolen op gas, zou de maximumsnelheid op autosnelwegen naar 100 kilometer per uur moeten en moet de accijns op benzine en diesel met twee kwartjes omhoog. „Bij uitvoering van de NMP3-opties is de CO2-uitstoot in 2010 terug op het niveau van 1995, wat nog altijd 10 procent boven de 2000-doelstelling is”, zegt het RIVM.

Naast de traditionele regelgeving wil het kabinet meer gebruikmaken van financiële instrumenten om de milieudruk terug te dringen. „Bij volledige uitvoering van het NMP3 plus opties wordt de totale reductie van CO2en NOxvoor ongeveer de helft gerealiseerd door de inzet van financiële instrumenten. Het merendeel van deze instrumenten vloeit voort uit de vergroeningsvoorstellen uit het Belastingplan voor de 21e eeuw. De meest effectieve maatregel hieruit is de verhoging van de energieheffingen. Als alle voorgestelde financiële instrumenten worden ingevoerd, stijgt het aandeel 'groene' belastingen in de totale belastinginkomsten van 14 naar 20 procent”, aldus het RIVM.