Binnenland

Hoge Raad 'om' in nieuw Pikmeer-arrest

Overheid niet langer
veilig voor de rechter

Van onze binnenlandredactie
DEN HAAG – Sinds gisteren is strafrechtelijke vervolging van lagere overheden en ambtenaren weer mogelijk. De Hoge Raad schiep die ruimte in een tweede arrest over de omstreden stort van verontreinigde baggerspecie in het Friese Pikmeer. Het college kwam daarmee terug op het eerste Pikmeer-arrest, waarin het aan publieke instanties een “strafrechtelijke immuniteit” gaf.

De Hoge Raad vernietigde in april 1996 in het eerste arrest de veroordeling door een lager rechtscollege van een ambtenaar uit Boarnsterhim die leiding had gegeven aan de illegale stort in het Pikmeer. De ambtenaar dumpte in 1993 zonder vergunning 500 kubieke meter verontreinigd slib van de gemeente Boarnsterhim in het Friese meer.

Onrechtmatig, maar de Hoge Raad ging ervan uit dat een gemeente niet strafrechtelijk vervolgd kan worden. De desbetreffende ambtenaar zou delen in die “strafrechtelijke immuniteit”. Controle van overheidshandelingen is geen taak van de rechter, maar van een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging, zo was de terughoudende opstelling van de rechters van de Hoge Raad.

Die uitspraak deed echter veel stof opwaaien. Het openbaar ministerie zou door het arrest vleugellam gemaakt zijn wat de vervolging van lagere overheden betreft. De maatschappelijke onrust had onder meer te maken met nieuwe ontwikkelingen, waarbij sprake is van privatisering van overheidstaken en nauwere samenwerking tussen overheidslichamen en private ondernemingen.

Exclusief terrein
Het hoogste rechtscollege wees de zaak weer terug naar de Economische Kamer van het gerechtshof in Leeuwarden. Vervolgens ging de verdachte ambtenaar opnieuw in cassatie.

In het nu gewezen Pikmeer-2-arrest komt de Hoge Raad terug van zijn stelling dat lagere overheden geheel boven de wet staan. Immuniteit geldt alléén voor bestuurshandelingen die uitsluitend door een openbaar lichaam in het kader van een aan deze instantie opgedragen bestuurstaak kunnen worden verricht. Tot dit exclusieve terrein behoort bijvoorbeeld het uitgeven van een paspoort of rijbewijs.

In andere gevallen is wel ruimte voor strafrechtelijk optreden tegen lagere overheden en hun ambtenaren, zo blijkt uit het arrest. In het geval van de betrokken Friese ambtenaar zal echter eerst het Arnhemse hof nog moeten vaststellen of hij in opdracht van zijn werkgever handelde. In dat geval wordt hij niet verder vervolgd, want de Hoge Raad is van mening dat de stort van de verontreinigde bagger een specifiek aan de gemeente opgedragen bestuurstaak vormde.

Gelukkig
In politiek Den Haag toonde de VVD zich bij monde van het kamerlid Klein Molenkamp gelukkig met het arrest. De VVD'er vindt het juist dat daar waar de overheid het exclusief voor het zeggen heeft geen strafvervolging kan plaatsvinden, maar dat op de andere terreinen wel degelijk kan worden opgetreden. Ook D66 houdt bij monde van kamerlid Scheltema-de Nie vast aan een zekere mate van strafrechtelijke immuniteit.

Voor CDA en PvdA gaat de uitspraak nog niet ver genoeg. Ook op haar exclusieve domein moet de overheid aangepakt kunnen worden wanneer er strafbare feiten zijn gepleegd, vindt fractiespecialist Koekkoek van het CDA. „Het is een stap vooruit, maar onvoldoende om af te zien van een wetswijziging”.

Minister Sorgdrager van justitie wilde zich gisteren nog niet in de kaart laten kijken. Zij beschouwt het arrest als een „belangrijke steun in de rug” voor het door haar gevoerde beleid.