Binnenland

Man overhandigt een papiertje met de woorden: „gelt, veel gelt”

Een op vijf medewerkers
heeft na overval
psychische problemen

EINDHOVEN – Ongebruikelijke bankoverval: man stapt filiaal binnen, beent naar het loket en overhandigt een papiertje. Daarop staat: Gelt, veel gelt. De totaal verblufte medewerkster staart naar het epistel, verandert de t in een d en schuift het kladje weer terug. Onverrichter zake druipt de overvaller af.

„Waar gebeurd”, lacht dr. Shida van der Burg, die vandaag aan de Universiteit Utrecht is gepromoveerd op het psychisch welbevinden van bankmedewerkers die slachtoffer zijn van een overval. De afgelopen jaren sprak ze met 1355 bankbedienden, onder wie 239 medewerkers die aan den lijve een overval ondervonden.

Bivakmuts
Een op de vijf bankbedienden die een overval hebben meegemaakt, kampt nadien met langdurige en ernstige psychische problemen, concludeert Van der Burg. „Die mensen kunnen jarenlang last hebben van angstgevoelens en nachtmerries. Ze zien de overvaller met bivakmuts en pistool telkens weer voor zich. Ik heb een vrouw gesproken die na een overval finaal van de kaart was. Ze zat nadien wel weer op haar werkplek, maar vraag niet hoe. Anderhalf jaar later is ze van baan veranderd”.

Het heeft Van der Burg verbaasd dat de klachten van overvallen medewerkers niet zozeer zijn af te leiden aan de mate van geweld die de indringers gebruikten. Veel eerder is het de beleving van medewerkers tijdens de overval die latere (psychische) klachten veroorzaakt. „Je zou verwachten dat er meer klachten zijn als er bijvoorbeeld door overvallers meer geschoten en gescholden is. Maar dat verband heb ik niet kunnen vinden”.

Iets wat wel „heel duidelijk” de psychische problemen versterkt, betreft problemen waarmee het slachtoffer voorafgaand aan de overval reeds mee kampt. Van der Burg: „Iemand die bijvoorbeeld midden in een ingrijpende reorganisatie zit, blijkt wel vier keer zo veel kans te lopen op psychische klachten na een bankoverval” .

Nagenoeg alle bankmedewerkers zijn na een overval hun „onbevangenheid” kwijt. „Dat is heel kenmerkend. Ze zijn alerter geworden. Ze kijken vaker om zich heen en letten er meer op of iemand wel betrouwbaar is. Het is een automatisme”.

Zelfvertrouwen
Even groot als het aantal bankmedewerkers met ernstige psychische klachten is de groep die na een overval even vrolijk verder lijkt te gaan. „Die bankbedienden slapen er de eerste nacht misschien iets minder om, maar gaan daarna weer over tot de orde van de dag. Ik herinner me een medewerkster die na de zoveelste overval zei: Het was deze keer een hele simpele, een rustige”. Soms komt een medewerker zelfs gelouterd uit de strijd. De „bangige vrouw” bijvoorbeeld, die zich tijdens een overval kranig gedroeg, kreeg nadien meer zelfvertrouwen. „Die dacht: Kennelijk kan ik meer aan dan ik denk”.

Er zijn bankmedewerkers die zich verzetten tegen overvallers. „Dat kan een voldaan gevoel geven”, zegt Van den Burg, „maar achteraf schrikken die mensen toch vaak van hun eigen gedrag. Bij verzet is de kans op letsel tien keer zo groot, zo blijkt uit Canadees onderzoek. Je brengt jezelf en je collega's in gevaar”.

Van den Burg herinnert zich een dergelijke situatie in haar eigen werkomgeving. „Een chef bij ons bindt de medewerkers steeds maar weer op het hart vooral géén verzet te bieden aan overvallers. Totdat op een dag iemand al schreeuwend geld eiste. De chef, die niet wist wat er aan de hand was, dacht met een vervelende klant van doen te hebben en greep hem in zijn kraag. Dat hielp; het personeel heeft nadien flink gelachen. Op het moment zelf echter krijg je de bibbers”.

Van den Burg, zelf werkzaam bij de landelijke arbo-dienst van de Rabobank in Eindhoven, merkt dat nogal wat overvallen bankbediendes hun angst probeerden weg te moffelen. „Dan houden ze voor de buitenwereld krampachtig een schijn van succes op. Vooral sommige leidinggevenden hebben daar een handje van. Ze moeten immers een steunpilaar voor anderen zijn, is hun redenering. Dat vind ik jammer. We zouden het veel makkelijker met elkaar hebben als problemen open op tafel komen”.

Wandelstok
Tijdens haar onderzoek vernam Van der Burg ook 'mooie' overvallen met onverwachte afloop. „Neem die overval in een dorp. Een man dwong de baliemedewerker geld af te staan, toen er op dat moment juist een oude meneer en mevrouw binnenstapten. De oude man werd razend en heeft met zijn wandelstok de overvaller de bank uitgeranseld”.

Door J. Visscher