Regeerakkoord moet duidelijkheid
geven
Voorrang in ziekenhuis
voor Borst bespreekbaar
DEN HAAG - Voorrangsregelin gen in het ziekenhuis voor werkende burgers
zijn voor minister Borst (Volksgezondheid) „het bespreken waard". Het nieuwe
regeerakkoord moet duidelijkheid verschaffen in dat „grote dilemma".
Dit zei de minister gisteren tijdens het Nationaal Debat Gezondheidszorg
in Den Haag. Zij reageerde hiermee op het rapport Gezondheidszorg in Tel,
dat donderdag werd gepresenteerd.
Daarin wordt voorgesteld dat de werkgevers 175 miljoen investeren in
het wegwerken van wachtlijsten voor werknemers. Dat levert hen een bespa
ring van 1 miljard op aan ziekte- en wao-kosten. Het plan botst met het
uitgangspunt dat er geen tweedeling mag zijn tussen werkenden en niet-wer
kenden, waarvoor een breed politiek draagvlak bestaat, zo constateerde
de minister.
Van de aanwezige politici van de re geringspartijen, was de VVD'er Kort
hals niet op voorhand tegen. „In eerste instantie lijkt het niet sympathiek.
Maar als het effect is dat de wachtlijsten ook voor niet-werkenden korter
worden, is het het overdenken waard".
De kamerleden Vliegenthart (PvdA) en Wolffensperger (D66) menen dat
je je met een dergelijke regeling op een hellend vlak begeeft en de solidariteit
in de zorg ondermijnt.
Een grootscheepse hervorming van het verzekeringsstelsel in de zorg
komt er de komende kabinetsperiode niet, als het aan minister Borst ligt.
PvdA en VVD denken hierover nog altijd ver schillend. „Wij moeten onze
energie niet steken in grootscheepse hervor mingsplannen waarvoor onvoldoende
politiek en maatschappelijk draagvlak is".
Vergrijzing
Tijdens het debat, dat werd georgani seerd door de Nederlandse Zorgfedera
tie, brak NZf-voorzitter Krol een lans voor een zorgspaarfonds om de kosten
van de vergrijzing op te vangen. De zorgkosten door de vergrijzing stijgen
tot in 2030 sterker dan die van de aow, aldus Krol. Een spaarfonds is nodig
om ook in de toekomst de pre mies betaalbaar te houden. Zijn idee kreeg
vooralsnog geen warm onthaal van de aanwezige politici van de vier grote
partijen. |