Binnenland15 mei 2001

Rouvoet: VVD en D66 moeten zichzelf de spiegel van de imams voorhouden

Conservatieve VVD'ers tegen Dijkstal

Door B. J. Spruyt
AMSTERDAM – Niet alleen ChristenUnie, CDA en SGP keren zich tegen de vergelijking die VVD-leider Dijkstal dit weekeinde heeft getrokken tussen de uitspraken van imams over homo's en het verzet van christenen tegen de euthanasiewet en het homohuwelijk. Ook „andersdenkende” (conservatieve) VVD'ers distantiëren zich van zijn uitspraken. „De scheiding van kerk en staat is ook bedacht om de kerk tegen staatsinmenging te beschermen”, aldus J. Livestro.

Livestro, voorzitter van de Edmund Burke Stichting voor conservatieve gedachtevorming en persoonlijk medewerker van eurocommissaris Bolkestein, ging gisteravond in debat met Tweede-Kamerlid A. Rouvoet van de ChristenUnie en de Leidse jurist P. Cliteur. Op uitnodiging van de Amsterdamse afdeling van de VVD zouden ze het hebben over de conservatieve beweging die zich sinds enige tijd in Nederland manifesteert. In café ”de Libertijn” op het Thorbeckeplein legden de uitspraken van Dijkstal, die in christelijke kring een storm van protest hebben ontketend, beslag op een groot deel van het programma.

Al was het nieuws reeds enkele dagen oud, Rouvoet kon zich nog steeds opwinden over Dijkstals vergelijking tussen imams en christenen. „Ik vind wel dat er ruimte moet zijn voor discussie over de mate van zorgvuldigheid waarin moslims en christenen hun kritiek op facetten van de Nederlandse samenleving verwoorden. Op dat punt vind ik de parallel tussen de imams en onze bijdragen aan het debat over bijvoorbeeld de euthanasiewet overigens volkomen onterecht. Maar het is de rechter die die zorgvuldigheid moet toetsen, en niet de politiek.

Belangrijker vind ik de inhoudelijke opvatting van Dijkstal en zijn D66-collega De Graaf. Zij zijn dus van mening dat in een open en democratische samenleving bepaalde opvattingen –tegen homoseksualiteit of euthanasie– niet meer mogen worden uitgedragen. Mensen met afwijkende opvattingen moeten dan via een inburgeringscursus in het paarse keurslijf worden gedrongen. Dat is het begin van het einde van de democratie. Hiermee vallen VVD en D66 door de mand. Zij zouden zichzelf de spiegel van de intolerante imams eens moeten voorhouden.”

Remonstranten
Rouvoet werd op dit punt bijgevallen door zijn gesprekspartners Cliteur en Livestro, die lid zijn van de VVD, maar kritisch staan tegenover de koers die de partij onder Dijkstal vaart. Livestro ziet de uitspraken van Dijkstal als een symptoom van „de verslapping van de greep op de eigen beginselen” die zich momenteel in de VVD voordoet. „Het gemak waarmee fundamentele principes als verdraagzaamheid en de scheiding van kerk en staat worden opgeofferd aan de politieke waan van de dag, vind ik ronduit schokkend”, aldus Livestro.

„Het is de onverdraagzaamheid jegens opvattingen van minderheden, waarvan men vindt dat we die nu wel hebben gehad. En het getuigt van een gebrek aan inzicht in de vraag waarvoor de scheiding van kerk en staat is bedoeld. Die is er ook om de kerk tegen de staat te beschermen. Wat dat betreft lijken de uitspraken van Dijkstal een reprise van de zeventiende-eeuwse remonstranten, die ook een recht van de overheid in heilige zaken voorstonden.”

Cliteur viel zijn partijgenoot Livestro bij in diens kritiek op Dijkstal. Cliteur –„Ik ben een atheïst”– is van mening dat een ethiek niet op religie kan zijn gebaseerd. „We moeten met elkaar vaststellen, in een voortdurende zoektocht, welke zaken in zichzelf goed zijn, en niet goed zouden zijn omdat God ze goed noemt.” Ethiek die zich op overgeleverde teksten baseert, noemde Cliteur „fundamentalistisch.” Wat dat betreft is er dus een parallel tussen de uitspraken van de imams en de christelijke bezwaren tegen de nieuwe euthanasiewet. Maar de manier waarop iets gezegd wordt, maakt volgens Cliteur enig verschil.

„En het belangrijkste argument tegen het standpunt van Dijkstal vind ik de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid vind ik zo'n groot goed, dat we die nooit moeten breidelen, ook al voelen sommige mensen zich gekwetst door de uitspraken van anderen. Juist christenen hebben op dit punt nogal wat te verduren overigens. Ik vind niet dat de politiek het openbaar ministerie op bepaalde groepen moet afsturen om die groepen monddood te maken.”

PvdA/CDA/CU
Over het belang van de conservatieve beweging waren de gesprekspartners het ook grotendeels eens. Partijvorming moet niet aan de orde zijn, de gezamenlijke politieke strijd gaat tegen het postmoderne waardenrelativisme, stelden zij alledrie. Volgens Rouvoet kan het conservatisme „een stempel gaan zetten op het politieke debat in Nederland.” Rouvoet juicht dat toe, omdat hij „veel punten van overeenstemming” ziet tussen christelijke en conservatieve politiek.

Maar omdat de ChristenUnie een christelijke beginselpartij wil zijn, kan samenwerking tussen christelijke en conservatieve politici „slechts incidenteel” zijn. Gevraagd naar de coalitie waar in mei volgend jaar zijn hoop op gevestigd is, sprak Rouvoet zich uit voor een centrum-linkse regering van PvdA, CDA en ChristenUnie.