Binnenland21 april 2001

Uitdagingen en bedreigingen internet centraal op ICT-congres

„Gewetensvorming dringend nodig”

Van onze redactie digitale media
PUTTEN – „Laten we onze omgang met internet tot een vast punt maken in catechese en onderwijs, bijvoorbeeld door middel van lesbrieven. Waar worden preken gehouden die jong en oud aan de hand nemen om de weg te wijzen met de Bijbel als uitgangspunt? We hebben dringend gewetensvorming nodig.” Dat zei SGP-leider ir. B. J. van der Vlies gisteren in Putten tijdens een ICT-congres voor de gereformeerde gezindte.

„Alles wijst erop dat internet een basisvoorziening wordt, zoals gas, water en elektriciteit”, beklemtoonde H. Appel, topman bij Sun Microsystems. „Internet is niet meer tegen te houden en zorgt voor radicale veranderingen.”

Een van de belangrijke gevolgen van de netwerksamenleving is volgens Appel de alomtegenwoordigheid. „Ik vertel geen science fiction, maar iedere klik op internet laat een voetstap na. We doen er nog niets mee, maar we kunnen het wel”, zo waarschuwde hij.

„Als we nog willen deelnemen aan het maatschappelijke leven, dan kunnen we inderdaad niet meer om internet heen”, beaamde Van der Vlies. Hij bekritiseerde de houding van 'het zal mijn tijd wel duren'. „We zijn ingehaald. Internet is onafwendbaar. Gelukkig zijn er goede toepassingen, die functioneel en verrijkend zijn. Maar de gezins- en zielsverwoestende elementen liggen óók binnen handbereik. Er woedt al lang een discussie over geschoond en schoon internet en wat al niet meer. We moeten nú de handen ineenslaan om naar wijsheid te zoeken in de informatiestroom. Kijk maar naar de jeugd, we zijn bijna te laat. Het is écht vijf voor twaalf.”

Verleiding
De verleiding via moderne media is bijzonder groot, waarschuwde Van der Vlies. Hij vroeg de ruim 200 congresdeelnemers wie in eigen kracht staande denkt te kunnen blijven. „Dat zou geestelijke hoogmoed zijn.” Terughoudendheid in het gebruik van internet betekent echter geen traagheid in het volgen van de ontwikkelingen, aldus de politicus.

Van de overheid hoeven we in ieder geval geen normen en regels te verwachten, zei Van der Vlies. „Ook de politiek loopt achter de feiten aan.”

Dat de discussie over acceptatie van internet in de gereformeerde gezindte een achterhoedegevecht zou zijn, ontkende dr. G. van den Brink, universitair docent aan de faculteit theologie van de Universiteit Utrecht. „Als ik de verontrusting zie over de 'ongelukken' die er gebeuren met chattende kinderen, dan is bezinning niet alleen noodzakelijk voor christenen, maar voor de hele samenleving. We voeren juist een voorhoedestrijd.”

De te verwachten koppeling van alle denkbare toepassingen aan internet zal het maken van goede morele afwegingen wel bemoeilijken, zo verwacht de hervormde predikant. „De ethiek holt achter de praktijk aan. Bovendien dreigt er een achterstandsituatie als je bepaalde toepassingen niet zult willen gebruiken. Elk 'nee' heeft consequenties. Daarbij komt dat iedereen weer andere afwegingen maakt. Goed en kwaad raken door internet verstrengeld, waardoor uitdagingen en bedreigingen ook in elkaar schuiven.”

Wapenrusting
De ontwikkelingen noodzaken de gereformeerde gezindte des te dringender tot bezinning op de informatie- en communicatietechnologie, zei Van den Brink. „Niet alleen de Tien Geboden vormen een richtlijn voor het gebruik van internet, maar laten we ook de geestelijke wapenrusting uit Efeze 6 naast de ontwikkelingen leggen.”

De Utrechtse predikant beklemtoonde dat deze wapenrusting alleen toegankelijk is voor hen die in een levende relatie met de Heere staan. „Elke weg tot moralisme los van God snijdt Paulus af. Regels alleen redden het niet. Een christen is pas wendbaar in de strijd als hij de gordel van waarheid draagt en betoont ernst te maken met het zoeken naar de wil van de Heere. Alleen uit persoonlijke verbondenheid met God ben je strijdbaar.”

Naast de negatieve aspecten van internet, zoals een versmalling van het kennisbegrip, bevordering van de individualisering en het ontstaan van een nieuw soort generatiekloof, zijn er ook positieve elementen van het wereldwijde net, zei dr. Van den Brink.

De geestelijke wapenrusting is niet louter defensief bedoeld, aldus de predikant. „We lezen ook van „de voeten geschoeid hebbende met de bereidheid van het Evangelie.” We mogen positief gebruikmaken van internet. Al blijft ook bij de overdracht naar heidenen de persoonlijke kennis noodzakelijk, een schild is niet alleen bedoeld om erachter weg te kruipen. Je moet er ook van tijd tot tijd overheen kijken. Daarbij kun je de helm der zaligheid niet missen. Hoe kun je anders staande blijven?”

Christenen moeten zich niet afzonderen, maar initiatieven ontwikkelen om een gezaghebbende en kwalitatieve ethiek te ontwikkelen, die ook voor anderen bruikbaar is, stelde prof. dr. ir. J. H. van Bemmel, rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ir. M. Houtman, SGP-gedeputeerde van Zuid-Holland, concludeerde dat de gereformeerde gezindte beter is in het formuleren van bedreigingen dan van uitdagingen. „Wij moeten beide uitwerken.”