Binnenland11 april 2001

Japanse journalist vraagt zich af: Wat gebeurt er in dit land?

Twee volstrekt gescheiden werelden

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – De meeste senatoren hebben vanmorgen raar opgekeken bij het lezen van de ochtendkranten. Daarin zagen zij tot hun verrassing grote foto's van een massale demonstratie tegen een wetsvoorstel waarover zij gistermiddag en -avond hebben vergaderd. De stille stoet is aan hun voordeur voorbijgetrokken, maar binnen hebben ze er helemaal niets van gemerkt.

Die wat pijnlijke situatie mag kenmerkend heten voor de sfeer waarin het debat is gevoerd over het wetsvoorstel waarmee het kabinet erin is geslaagd euthanasie in Nederland niet langer strafbaar te stellen.

Door de wandelgangen van de Eerste Kamer schuimden gisteren de nodige buitenlandse journalisten. Nederland heeft immers een wereldprimeur. Een Japanse journalist raakt er bijna van in paniek. „Wat gaat die Nederlandse regering nu weer legaliseren, na de softdrugs, de prostitutie en het homohuwelijk?” Buiten heeft hij 10.000 demonstranten gezien. Tegenover de ingang van het gebouw ontwaart hij een levensgroot Mariabeeld. Daarnaast een foto van pater Koopmans en een rooms-katholieke vrouw die als in trance een rozenkrans bidt. Naast de ingang klinken de hartstochtelijke gebeden van de volgelingen van ds. Doornbos. „Wat gebeurt er in dit land?”

Hel en verdoemenis
Terwijl er buiten wordt geprotesteerd, gespeecht, gezongen en gebeden, wordt binnen –in de prachtige vergaderzaal van de Senaat– het vonnis onbarmhartig voltrokken. Door de associaties die ChristenUnie-senator Schuurman heeft gemaakt tussen het wetsvoorstel en de euthanasiepraktijk in Hitlers Derde Rijk, staan de verhoudingen al op scherp. Als de D66'er Kohnstamm, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie, 's middags het spreekgestoelte betreedt, heeft hij geen vragen meer aan de regering. Die doet blijkbaar precies wat hij en zijn vereniging willen. Maar met Schuurman heeft hij nog wel een appeltje te schillen.

Kohnstamm heeft het voorkomen en de dictie van een heer. Maar hij zegt: „Door insinuaties, door het leggen van valse causale en historische verbanden, en door te dreigen met hel en verdoemenis heeft de heer Schuurman geprobeerd de voorstanders van het wetsvoorstel in het gareel te houden. Als methode is dat herkenbaar, maar vooral ergerniswekkend. Zijn standpunt is in ieder geval mijlenver verwijderd van wat ik uit de Joodse en christelijke traditie heb meegekregen over wat naastenliefde is. Ik ken Schuurman als een aimabel mens en collega, maar zijn tong was dezer dagen vals.”

Gemeenschappelijk
Als Schuurman aan de beurt is, besluit hij niet terug te slaan. Hij zegt slechts dat Kohnstamm niet is ingegaan op wat hij bedoelde, en vooral heeft stilgestaan bij de zaken waarvan Schuurman zelf heeft gezegd dat hij ze zo niet heeft bedoeld. Met andere woorden: Kohnstamm maakt eerst een karikatuur van Schuurmans bijdrage, om die vervolgens boosaardig belachelijk te maken.

Schuurman doet nog een poging het gepolariseerde debat te redden, zoals hij een dag eerder heeft geprobeerd met een beroep op het gezonde verstand zijn collega's tot andere gedachten te brengen. „Is er nog iets gemeenschappelijks?” vraagt hij zich af. Ja, kamerbreed leeft immers de overtuiging dat er meer palliatieve zorg moet komen. Daarover dient Schuurman een motie in.

Maar de meerderheid gunt de minderheid niets, maar dan ook absoluut niets. Eerder maakt minister Borst van Volksgezondheid zich al schouderophalend af van het feit (inderdaad: het feit) dat christenen massaal de gezondheidszorg verlaten. „Niets aan te doen”, zegt ze laconiek. Gewetensbezwaarde artsen? Hun positie moet maar in CAO's en dergelijke geregeld worden. „We kunnen niet voor alles een wettelijke voorziening treffen.” Geconfronteerd met de motie van Schuurman noemt ze die „overbodig.” De voorstanders van de nieuwe euthanasiewet scharen zich tijdens de stemming als één man achter dit oordeel.

Machteloos
Maar niet dan nadat Kohnstamm nog één keer zijn tong heeft bewogen. Ook hij is op zoek naar eenheid. Zou die niet bereikt kunnen worden als Schuurman alsnog zijn motie zou intrekken?

Op de vraag van de Japanse journalist –„Wat gebeurt er in dit land?”– moeten we waarschijnlijk antwoorden dat we gisteren getuige zijn geweest van het machteloze protest van een laatste rest van orthodoxie in Nederland, en van de afrekening door de despotie van een paars-libertijnse meerderheid met een verleden dat door de opvattingen van die orthodoxie gestempeld is geweest.