Binnenland10 april 2001

Niet de laatste stap

Door mw. drs. Alie Hoek-van Kooten
„Wij maken ons grote zorgen over het nieuwe wetsvoorstel m.b.t. de euthanasie. De euthanasie dreigt uit het wetboek van strafrecht te worden gehaald.

Hoek-van Kooten
Zo kan het straks gebeuren dat wanneer je een pad inloopt met het bord ”verboden toegang volgens art. zoveel van het wetboek van strafrecht” dat je dan kan worden veroordeeld, en wanneer je als arts iemand doodt volgens de zogenaamde zorgvuldigheidseisen, je vrijuit gaat. Als er toch iets in het strafrecht thuishoort, dan is het toch wel het doden van mensen.

Tot nu toe stond het ook in het wetboek van strafrecht. Maar waarom zijn artsen dan zo bang? Als je toch volgens de regels van de jurisprudentie handelt, dan heb je toch niets te vrezen? Als ik mij aan de snelheid houd, ben ik toch ook niet bang voor een bekeuring?

In 1998 werd ruim de helft van het aantal gevallen van levensbeëindiging niet gemeld. Er worden dan dus valse overlijdensverklaringen afgegegeven. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Uit onderzoek is gebleken dat er onder de nieuwe wet niet meer gemeld zal worden. Ik durf te stellen dat hoe ruimer de wet is, des te meer mensen er door euthanasie zullen komen te overlijden.

Het eerste euthanasieproces werd al in 1973 gevoerd en leidde begin jaren '90 tot een wetsverandering. Het is daar niet bij gebleven zoals velen al vreesden en ik ben bang dat wanneer het wetsvoorstel van vandaag wordt aangenomen, dit ook zeker de laatste stap niet zal zijn. Dat komt omdat iedere volgende stap kleiner is dan de eerste grote stap toen euthanasie onder bepaalde voorwaarden aanvaard werd.

Het lijkt zo logisch in de oren te klinken dat een mens zelf over eigen leven moet kunnen beschikken, maar men heeft ondertussen niet in de gaten wat voor een enorm besmettelijke werking ervan uitgaat. Dat is nu precies de reden waarom gevallen van suïcide, zelfdoding en gezinsmoorden ook zo min mogelijk vermeld worden. Je leeft nu eenmaal niet alleen in een maatschappij en wij beïnvloeden elkaar vaak veel sterker dan wij beseffen.

Bovendien doet men alsof de vraag om euthanasie altijd en alleen van de patiënt zelf uitgaat, terwijl artsen heel vaak in bedekte termen euthanasie voorstellen in de trant van: „Er zijn ook nog andere mogelijkheden voor u.” Van een dergelijke suggestie kan een heel dwingende kracht uitgaan.

Een aantal dingen zoals het al dan niet willen betalen van belasting, het al dan niet willen beëindigen van het eigen leven kunnen en mogen gewoonweg niet ter discussie gesteld worden, omdat wanneer je dat wel doet de fundamenten van een samenleving daarmee worden aangetast.

En dan het versluierende taalgebruik er omheen zoals de zorgvuldigheidseisen die een zorgvuldigheid moeten garanderen, terwijl dat in de praktijk gewoonweg allemaal niet te controleren valt. 'Ontluistering, mensonwaardig' zijn termen die zonder meer suggereren dat wanneer mensen geen euthanasie willen, zij dus wel ontluisterend en mensonwaardig bezig zijn. Het is nog slechts een kwestie van tijd en mensen die een natuurlijke dood willen afwachten zullen zich schuldig moeten voelen omdat zij zo'n groot beroep moeten doen op de omstanders en de samenleving. En zo kunnen mensen zich zelfs verplicht gaan voelen euthanasie aan te vragen. En dat allemaal in een tijd waarin de financiën van de zorg ter discussie staan.

Bij alle handelingen wordt er als het goed is na afloop nauwkeurig geëvalueerd. Euthanasie is een onomkeerbaar proces. Alleen al vanwege het feit dat je een dergelijke handeling met de patiënt zelf niet meer kunt evalueren, zou tot uiterste behoedzaamheid moeten leiden. Voor de patiënt zelf is er immers geen weg terug meer.

Het zou niet zo moeten zijn dat een arts zowel kan doden als genezen, dat is een tegenstrijdigheid in de beroepsuitoefening

Het is toch een aanfluiting voor de medische wetenschap dat er zoveel aanvragen zijn voor euthanasie en dat er een steeds ruimere wetgeving moet komen om het allemaal maar toe te staan. Het is toch een brevet van onvermogen dat wij kennelijk niet in staat zijn mensen op een zodanige wijze te begeleiden in de laatste levensfase dat zij niet naar de dood grijpen? Er zijn zoveel mogelijkheden van pijnbestrijding en palliatieve behandelingen als nog niet eerder in de geschiedenis het geval is geweest. En als dat onvoldoende zou blijken te zijn, dan zou de uitdaging juist moeten zijn om dat te verbeteren.

In de psychologie erkent men dat er in ieder mens slechte krachten zitten, er rust een taboe op om daarover te praten (maar denk alleen al aan het pesten van kinderen door kinderen). Wij zullen door een goede wetgeving (en dat is NIET het legaliseren van euthanasie) tegen onszelf beschermd moeten worden, inclusief artsen. Anders gaan straks onvermijdelijk ook economische motieven een rol spelen, zeker gezien de dubbele vergrijzing en het afnemend aantal zorgverleners in onze samenleving.

Het is toch genant voor Nederland als wij straks als enige land in Europa worden teruggefloten vanwege de verregaande euthanasiewet?

Vaak heb ik het gevoel dat Nederland met de zorgvuldigheidseisen in slaap wordt gewiegd. Als het woord zorgvuldigheid maar valt, zo lijkt het wel, dan is het goed. Het woord zorgvuldigheid functioneert als een slaapliedje:

Slaap Nederland slaap,
daar buiten loopt een schaap,
dat komt op zorgvuldige voetjes
en spuit z'n gif zo zoetjes.
Het lijkt zo goed geregeld,
menig lot wordt zo bezegeld.

Maar, wij moeten juist wakker worden en zingen:

Eerste kamer waak,
de wet is wel in de maak.
Laat het zover toch niet komen,
u zou toch niet moeten schromen
het leven ten volle te beschermen,
dat is pas beleiden
in die keus staat u voor echte menswaardigheid!”