Binnenland10 april 2001

Dader (14) dumpte lichaam in kliko

Maximale eis wegens
moord op Yasmina (5)

UTRECHT – Officier van justitie B. Steensma heeft gisteren tegen de 14-jarige V. K. een jaar jeugddetentie en plaatsing in een jeugdinrichting geëist wegens het vermoorden en aanranden van de 5-jarige Yasmina Habchi.

Steensma eiste de maximale straf die de wet kent voor minderjarigen. Het jaar jeugddetentie vond de aanklager noodzakelijk „gezien de afschuwelijke feiten.” In de jeugdinrichting zal K., als de rechtbank daartoe besluit, door deskundigen worden behandeld. Het verblijf in zo'n inrichting kan maximaal vier jaar duren.

Yasmina, buurmeisje van K., verdween in de vroege avond van 27 september vorig jaar. De politie vond haar ernstig verminkte lichaam op 3 oktober op een vuilstortplaats in Utrecht. Op 16 oktober arresteerde de politie V. K. en zijn 18-jarige broer.

Yasmina was verpakt in drie vuilniszakken. Op een daarvan trof de politie een vingerafdruk die afkomstig bleek van V. K. Van een van de andere vuilniszakken kon de politie vaststellen dat deze uit het huis van de familie K. afkomstig was. Op de dag van de arrestatie werd bovendien een schoentje van Yasmina op het dak van de schuur van de familie K. gevonden.

Gestoord
Twee dagen na zijn arrestatie bekende K. zijn buurmeisje op gruwelijke wijze te hebben mishandeld. Na haar in de vuilniszakken te hebben verpakt, dumpte hij haar –in bewusteloze toestand– in een vuilcontainer, een zogeheten kliko, in de tuin.

K.'s broer werd op 25 oktober vrijgelaten. Ofschoon er ook tijdens het proces gisteren nog van enige twijfel sprake bleek of K. het misdrijf alleen heeft gepleegd, hield de jongen dit ook ter zitting met stelligheid vol. „Ik heb het alleen gedaan”, verzekerde hij rechtbankvoorzitter J. Nieuwenhuijsen.

Op de bewuste dag klepperde Yasmina een aantal malen aan de brievenbus van het huis van K. De tiener was alleen thuis. K., die zich door het meisje gestoord voelde, haalde haar binnen en bood haar een ijsje aan. Op zijn kamer op de eerste verdieping betastte hij haar kortstondig onzedelijk. Nadat zij had gezegd dat dat niet mocht, hield hij op.

Op de zolderverdieping gaf hij haar het beloofde ijsje. Toen Yasmina zei dat zij naar huis zou gaan, knapte er iets in K. Hij raakte vervuld van angst dat het meisje het onzedelijke voorval aan haar familie zou vertellen. Hij sloeg Yasmina herhaaldelijk hard in het gezicht, drukte zijn hand op haar mond en neus, sloeg haar met haar hoofd op de grond en schopte haar een aantal malen in het gezicht. Uiteindelijk stak hij haar met een priem in haar hals.

Volgens K. is hij tijdens het toepassen van dit grove geweld buiten zichzelf getreden. Deze toestand van depersonalisatie, zoals de gedragsdeskundigen het hebben genoemd, eindigde toen hij de priem weer terugtrok.

Nadat K. de bewusteloze en bloedende kleuter in de kliko had gegooid, is hij in de uren daarna nog driemaal de tuin ingelopen om te luisteren of Yasmina nog geluid maakte. Overigens zijn de ernstige verminkingen aan het lichaam van Yasmina (gebroken ribben en rugwervel, schedelbreuk) ontstaan door de vuilnisauto die haar lichaam heeft vervoerd. De patholoog-anatoom heeft geen exacte doodsoorzaak kunnen vaststellen.

Onbekommerd meisje
Volgens de gedragsdeskundigen moet de als goedlachs bekendstaande K. langdurig behandeld worden aan zijn gebrek aan woedebeheersing. De jongen lijdt niet aan enige psychische stoornis, zo rapporteerden zij. K. is nooit eerder met justitie in aanraking geweest.

Officier Steensma heeft „tot op de dag van vandaag” de indruk dat K. niet het hele verhaal heeft verteld. Steensma betreurt dat, omdat de nabestaanden van Yasmina willen weten wat er is gebeurd. „En het is geen goede basis voor de toekomst van K.” Yasmina noemde hij „een onbekommerd meisje” dat „nooit begrepen kan hebben wat haar overkwam en waaróm het haar overkwam.”

De rechtbank doet uitspraak op 23 april.