Binnenland31 maart 2001

Enthousiaste menigte verwelkomt Willem-Alexander en Máxima

„We hebben voor je gebeden, jongen”

Door G. Th. A. Janssen en T. J. Lucas

DEN HAAG – „We hebben voor je gebeden, jongen”, zegt een Scheveningse vrouw en haar gezicht straalt. „Dank u wel”, antwoordt de prins. Duidelijk geroerd schudt hij haar de hand. „Dank u wel”, zegt ook Máxima. Voor het publiek bij Paleis Noordeinde is dit het hoogtepunt van de dag: een handenschuddende kroonprins en zijn toekomstige bruid Máxima Zorreguieta. Daar hebben duizenden mensen uren op gewacht.

„Dit is werkelijk een perfecte start”, zegt de Scheveningse. „Beter kan absoluut niet.” Haar ogen schitteren als ze Willem-Alexander en Máxima de hand geeft. Het volk juicht. „Oranje boven, leve Máxima.” Wolken confetti dalen neer op het prinselijk paar. Máxima is gekleed in een eenvoudige paarse jurk met korte mouwen. De koude avondlucht deert haar blijkbaar niet. Waarom zou dat ook? De warmte van het Nederlandse volk is voelbaar.

Willem-Alexander en Máxima nemen er duidelijk de tijd voor. Ze grijpen iedere toegestoken hand. Warme woorden over en weer. Máxima lacht en blijft lachen. Het is gemeend. De prins is duidelijk getroffen door het enthousiasme waarmee hij en zijn verloofde worden begroet.

Sommigen hebben uren staan wachten op dit hoogtepunt, terwijl ze eigenlijk niet precies wisten wat er zou gebeuren. Maar dat er iets bijzonders in de lucht hing, was duidelijk. Er stonden dranghekken, er waren tientallen agenten er stonden tv-wagens uit veertien landen. Journalisten liepen druk telefonerend heen en weer. En dat al om halfvier 's middags.

Het echtpaar Dikhooff uit Gouda is min of meer toevallig in de hofstad. „We komen net uit Madurodam en we dachten: Laten we nog even Den Haag bekijken. Terwijl we hier de Paleisstraat inliepen, verbaasden we ons over de drukte. We hadden wel iets op het nieuws gehoord over een toespraak van de Koningin en zo. Maar wat het allemaal voorstelt, weten we niet. Het is halfvier nu en we gaan straks toch echt naar huis. We horen het morgen wel.”

Etalage
Boekhandel Van Stockum, bijna buurman van Willem-Alexander, heeft in allerijl zijn etalage aangepast. Een grote foto van Willem-Alexander en Máxima, versierd met oranje sjerpen, staat achter de grote winkelruit. Daaromheen ligt lectuur over het Oranjehuis. De eigenaar van de antiekwinkel 100 meter verderop heeft een harnas naar buiten gesleept en eveneens uitbundig behangen met oranje.

Inmiddels wordt het steeds drukker voor Paleis Noordeinde. Niet iedereen is koningsgezind. „Belachelijk zeg, al die ophef. Willem-Alexander is niks meer dan ik. Als ik met een Koerdische man wil trouwen, mag dat niet. En hij mag zonder problemen met een buitenlandse trouwen”, zegt een zichtbaar opgewonden dame voor de tv-camera.

Student Daniël is ook niet zo blij met Máxima. „Ze mag niet automatisch koningin worden. We moeten als Nederlanders inspraak krijgen over de troonsopvolging. Deze vorm van monarchie is zeer ouderwets.”

De student en de boze dame vormen een minderheid op het plein, dat inmiddels aardig begint vol te stromen. De familie Dikhooff is ook weer terug. „We zingen het nog wel even uit tot zes uur, zegt het Goudse stel. „'t Is toch ook wel de moeite waard om een glimp op te vangen van Willem-Alexander en Máxima.”

Inmiddels krijgen ze gezelschap van het echtpaar Aardoom uit Ridderkerk. „Je kunt wel veel aversie hebben tegen Máxima, maar het is bijbels om de fouten van een vader niet in de schoenen van zijn dochter te schuiven. Er zijn ook nog goede dingen in Juda. We moeten maar veel voor dit verloofde stel bidden. Dat is beter dan alles afkeuren.”

Claus
Het geduld van de wachtende en steeds groeiende menigte wordt flink op de proef gesteld. Was het aanvankelijk de bedoeling dat het koninklijke stel om zeven uur naar buiten zou komen voor een balkonscène, pas tegen achten zwaaien de deuren van het paleis open. Zodra Máxima en Willem-Alexander zich vertonen, stijgt een daverend gejuich op. De Scheveningse straalt. „Wat een schitterend schouwspel. Laat ze maar gauw trouwen. Dan kan de ernstig zieke prins Claus die dag misschien nog meemaken.”