Binnenland4 januari 2001

Vragen over overvol café in Utrecht

UTRECHT – De politie in Utrecht heeft in de nieuwjaarsnacht geen actie ondernomen toen een gemeenteraadslid zich beklaagde over geblokkeerde nooduitgangen in een overvolle Utrechtse horecagelegenheid.

VVD-raadslid H. Zijlstra had kaarten gekocht voor een feest in het bekende stadscafé Broers aan het Janskerkhof in de Utrechtse binnenstad. Zijlstra ergerde zich eraan dat er veel meer kaarten verkocht waren dan er mensen in de zaak konden. Toen hij constateerde dat twee nooduitgangen geblokkeerd waren –achter de ene was een tijdelijke garderobe ingericht en achter de andere was meubilair opgeslagen– sprak hij het personeel daarop aan. „De bedrijfsleider raadde me aan te vertrekken als het me niet beviel”, aldus Zijlstra, die vervolgens de politie belde. „De telefoniste meldde me na enig overleg dat optreden door politie niet nodig was, omdat de zaak al eerder op brandveiligheid was gecontroleerd. Bovendien was er geen personeel beschikbaar om langs te komen.”

Zijlstra, onwetend van het drama dat zich op dat moment in Volendam voltrok, liet het erbij zitten. De volgende dag, na het zien van de beelden uit Volendam, besloot hij alsnog de zaak aan te kaarten. Dat heeft hij gisteren gedaan in een serie vragen aan het college van B en W van Utrecht. Die moeten er wat Zijlstra betreft toe leiden dat er niet alleen controles plaatshebben tijdens de rustige uren in de horeca, maar ook wanneer daar evenementen plaatsvinden. Ook eist hij harde maatregelen tegen ondernemers die willens en wetens niet aan de voorschriften voldoen.

Eigenaar P. Westra van Broers is verbaasd over de actie die Zijlstra heeft ondernomen. „Ik was die nacht zelf aanwezig en ik noch mijn bedrijfsleider heb hem gesproken. We hebben vijf nooduitgangen, dus Zijlstra heeft er drie over het hoofd gezien. Bovendien waren de twee waar hij het over heeft wel degelijk vrij. Misschien leek het op het oog niet zo, maar het was wel degelijk zo.”