Binnenland4 januari 2001

Kroegbaas Veerman gebroken na bizarre brand in zijn café

Zeven keer de brandtrap op

Door G. ten Voorde
VOLENDAM – Jan Veerman verkeert in een ernstige shock. De kroegbaas in Volendam slikt na de bizarre brand in zijn café verschillende kalmerende medicijnen. Veerman is een bekende in het vissersdorp. Ongeveer de halve dijk langs de haven is eigendom van de oud-timmerman. De 54-jarige uitbater wijst elke verantwoordelijkheid voor de ramp van de hand. „Ik heb alles gedaan wat ik kon.”

De brand van oudejaarsnacht in café De Hemel aan de haven trekt diepe sporen in de plaatselijke gemeenschap. Iedere Volendammer is op de een of andere manier wel betrokken bij het drama dat tot nu toe aan tien personen het leven kostte. De brand woedde kort maar hevig. Het personeel had het vuur al onder controle voordat de brandweer arriveerde, maar de hitte en rookontwikkeling waren enorm.

Veerman zit in het verdachtenbankje. Hij voelt zich door sommige media al veroordeeld. De kerstversiering aan het plafond was niet geïmpregneerd tegen brand, de groene takken aan het plafond zouden te laag hebben gehangen, nooduitgangen waren niet of onvoldoende bereikbaar, een brandtrap voor 500 bezoekers ontbrak.

Boeman
De aangeslagen kroegbaas liet gisteren voor het eerst zelf van zich horen. De eerste dagen na de brand gaf Veerman alleen via raadsmannen commentaar. Tegenover het ANP en de NOS wees hij gisteren de beschuldigingen van de hand. „Ik heb alles gedaan wat ik kon. Ik krijg een beroerte als ik de kranten opensla. Ik heb gedacht: Zal ik mezelf ophangen? Ik word afgeschilderd als de boeman.”

Hij omschrijft zichzelf als geen gemakkelijke baas voor zijn personeel. „Altijd was ik bezig met de veiligheid van de zaak. Tot kwart over twaalf was alles goed georganiseerd. Toen kwam de duivel erin lopen”, zo luidt Veermans verklaring voor het ontstaan van het drama.

Veerman zat 100 meter verderop aan de Haven bij vrienden thuis, toen de brand uitbrak. Hij werd telefonisch gealarmeerd en rende naar zijn brandende en rokende zaak. Veerman hielp mee om mensen uit het pand te halen. „Zeven keer ben ik de brandtrap opgerend om mensen eruit te halen. Ik heb er zeven buiten in de sneeuw neergelegd. Sommigen waren bewusteloos en die kwamen weer bij. Dan had je een goed gevoel. Twee anderen bleven liggen. Dood. Ik wilde meer doen, maar het kon niet meer. Er lagen jongens op de grond. Dood, ze leken wel levend. Die hebben we geprobeerd die nacht weer op gang te krijgen, te reanimeren.” Tevergeefs.

Heldendaad
Met moeite spreekt Veerman over het reddingswerk van de 23-jarige Nico Kwakman, een oud-medewerker van het café. Hij was oudejaarsnacht niet in De Hemel aanwezig, maar arriveerde kort na het uitbreken van de brand om aanwezigen te redden. De jongen is inmiddels uitgeroepen tot held van Volendam. Diverse bezoekers hebben verklaard hun leven aan hem te danken te hebben.

Veerman: „Ik zei tegen hem: Ga weg. Ga naar de brandweer om je te laten besproeien. Dan ben je beschermd tegen het vuur. Nee, zei hij. Er liggen er nog meer. Hij heeft ze er allemaal uitgehaald.” Uiteindelijk is Nico zelf op tragische wijze om het leven gekomen. „De jongen lag dood op de grond. Hij had het zwaargewonde slachtoffer nog in zijn armen. Ze hebben het beiden niet gehaald.”

Veerman is op nieuwjaarsochtend om half acht weggegaan. Weggestuurd door de brandweer. Even later hoorde de café-eigenaar dat vijf bezoekers van zijn uitgaansgelegenheid waren overleden, onder wie een neef. En kinderen van vrienden. „Dan zakt alles je in de schoenen. Je wereld stort in. Ik kende ze allemaal”, zegt de ondernemer in zijn woning aan de Kathammerzeedijk. Tranen kan hij maar moeilijk onderdrukken. De kroegbaas bevestigt dat synthetische kleding van klanten door de hitte wegschroeide. Hij heeft meisjes weggedragen van wie vrijwel alle kleren waren verdwenen.

Apathisch
Veerman schetst de situatie in café De Hemel. Bezoekers konden eruit via de gebruikelijke weg met een trap naar de beneden gelegen Wir War. Aan de zijkant was een nooduitgang met een brandtrap. Vier weken geleden is die een dag weggeweest. Veerman zegt hierover ziedend te zijn geweest. „Ik heb meteen met een paar klanten een betonnen trap aangelegd.” Ook achter in de zaak was een nooduitgang, van daaruit kwam men op een plat dak. Zijn personeel volgde kortgeleden nog een brandveiligheidscursus.

De kroegbaas zegt een brief van de gemeente over het impregneren van kerstversiering niet te kennen. „Dat heb ik nooit geweten. Al 27 jaar doen we het zo. Daar is nooit over gesproken.” De bedrijfsleidster van De Hemel, dochter Laura Veerman, verklaarde gisteren in De Telegraaf dat de brief arriveerde toen de kerstversiering al was opgehangen. Door de drukte was het personeel er niet meer aan toegekomen de versiering te behandelen.

Veerman heeft er geen verklaring voor waarom de klanten de zaak niet verlieten. „Je kunt je niet voorstellen wat er gebeurt. Iedereen wilde via de normale ingang eruit terwijl de nooduitgangen openstonden. Ze waren apathisch.” Terwijl hij mensen redde via de brandtrap, hoorde Veerman dat de brand was ontstaan door het aansteken van een bos sterretjes of vuurwerkpijltjes die iemand omhoog hield of omhoog gooide. „Er schijnt een hele bos van die dingen te zijn afgestoken. Dat geeft een kleine explosie en een steekvlam van 1100 graden. Dat doet zo'n jongen niet met opzet, zo gaat dat met de jeugd.”

Volgens Veerman wordt van zijn zaak onterecht het beeld geschetst van een soort zolderkamer. „In werkelijkheid is het een ruim opgezette gelegenheid.”

Ondernemer
Veerman heeft een aantal ouders van dodelijke slachtoffers bezocht. „Vaders en moeders vallen me om de nek”, zegt hij. De kroegbaas ervaart veel steun van de hechte gemeenschap in Volendam. Iedereen in Volendam kent Veerman. Dorpelingen geven wisselende reacties op de vermogende ondernemer.

Acht jaar geleden nam Jan Veerman café De Puul op Haven 154 over. Naast deze kroeg werd Jan geboren, bij de sigarenwinkel van zijn vader. Na het overlijden van zijn vader verbouwde zoon Jan de winkel in april 1973 tot grand café Wir War. Eind jaren zeventig werd de kelder omgebouwd tot café De Blokhut. De Hemel werd in de jaren negentig op de bovenste verdieping ingericht. De gemeente zou zich jarenlang hebben verzet tegen een derde café, boven op de twee andere.

De grote geldstroom sleepte de oud-timmerman –samen met zakenpartner L. Perk– eind jaren tachtig binnen met de verkoop van het afslankmiddel Voldafarma. Zijn huidige buurvrouw, de Volendamse Annie Schilder, zorgde voor landelijke bekendheid van het middel.

Het imperium Veerman is daarop snel uitgegroeid. Bij de kamer van koophandel wemelt het van bv's en vof's onder de vlag van Veerman: verschillende cafés, hotel-restaurant Old Dutch, een aannemersbedrijf, een ontwikkelingsmaatschappij voor vastgoed en een keuken- en sanitairhandel.

Niet zeuren
Veerman geldt als een succesvolle, hardwerkende en vermogende Volendammer. De rijkste van het dorp, beweren sommigen. Of garnalenvisser Klaas Puul. Dat zou ook net kunnen. „Veerman is een doorzetter. Niet zeuren, maar doen”, zeggen dorpsgenoten. Een man zonder kapsones. Drinkt alleen Spa blauw.” Toch is de ondernemer niet bij iedereen geliefd. „Volendam is in het algemeen geen fan van Jan Veerman”, zegt een anonieme Volendammer.

De caféhouder is ook een emotioneel persoon. In een advertentie op de voorpagina van De Telegraaf hebben „Familie Jan Veerman en medewerkers” hun medeleven met de slachtoffers van de brand betuigd. „Wij zijn diep bedroefd en verslagen door het noodlot dat zich binnen ons bedrijf heeft voltrokken.”

„Het is een emotioneel mens. De gebeurtenissen raken hem tot in het diepst van zijn hart”, zegt Veermans raadsman Schneider. „Ik zie hoe hij lijdt.”