Binnenland19 december 2000

Nieuwe staatssecretaris wacht lastige klus bij vreemdelingenbeleid

Kalsbeek opvolgster Cohen

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – PvdA-Tweede-Kamerlid mr. N. A. (Ella) Kalsbeek (45) wordt de nieuwe staatssecretaris van Justitie. Als opvolgster van de bedaarde Cohen, die burgemeester van Amsterdam wordt, gaat de verbeten en snel geëmotioneerde sociaal-democrate zich vooral bezighouden met het jeugdbeleid en met de invoering van de Vreemdelingenwet.

Ella Kalsbeek
PvdA-fractievoorzitter Melkert heeft zijn fractiegenote gisteren bij premier Kok voorgedragen als opvolgster voor Cohen. Kok zal haar morgen voor een officieel gesprek in zijn torentje ontvangen. De benoeming van Kalsbeek moet op 1 januari ingaan.

Kalsbeek is sinds 1989 kamerlid voor de PvdA. Ze is gescheiden en moeder van drie kinderen. Ze groeide op in een gereformeerd milieu in Middelburg. Van dat milieu heeft zij zich kritisch gedistantieerd. „Mijn vroegste herinnering is van de kleuterschool. Een evangeliserend type vertelde een hel- en verdoemenisverhaal. Ik zie me nog naar huis lopen, vijf jaar oud. Een meisje dat denkt: Wat zou het heerlijk zijn als Jezus niet bestond.”

Het geloof, zo zei ze eens, heeft haar „lang belemmerd onbekommerd te genieten.” Ze verwijt de kerken er niet echt voor de armen te zijn en inzake het asielbeleid een halfslachtig standpunt in te nemen.

Kalsbeek studeerde rechten in Rotterdam en trad in 1983 bij de PvdA-fractie in dienst als medewerkster. Enige naam maakte zij vorig jaar als voorzitter van de commissie die onderzocht wat er in de praktijk terecht was gekomen van de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden, onder leiding van haar inmiddels overleden fractiegenoot Van Traa. De commissie-Kalsbeek ontdekte dat er tussen 1991 en 1994 15.000 kilo cocaïne op de Nederlandse markt was gekomen met medewerking van corrupte douaniers en politieambtenaren. Van Traa had deze feiten niet boven tafel weten te krijgen. Volgens Kalsbeek duren deze misdrijven mogelijk zelfs nog voort. Minister Korthals heeft nooit erg veel van die verhalen geloofd.

Inzet
Deze zomer verloor Kalsbeek de strijd om het vice-fractievoorzitterschap van haar collega Duivesteijn. Sindsdien is er aan het Binnenhof steeds van uitgegaan dat zij met een andere functie zou worden beloond voor haar inzet tijdens haar lange periode als kamerlid.

Kalsbeek krijgt als staatssecretaris vooral te maken met de lastige en omvangrijke klus om de nieuwe Vreemdelingenwet in de praktijk in te voeren. Cohen heeft deze wet pas twee weken geleden definitief door de Tweede en de Eerste Kamer geloodst. VVD-fractievoorzitter Dijkstal vond die klus vorige week zo zwaar dat hij daarom bezwaar maakte tegen het vertrek van Cohen naar Amsterdam.

Dijkstal was gisteren overigens ook de eerste die Kalsbeek „veel succes wenste met haar lastige portefeuille.” Ook CDA, D66 en GroenLinks reageerden positief op de voordracht van Kalsbeek, die ondanks haar betrekkelijk geringe ervaring met het vreemdelingenrecht alom als „een gedegen en deskundig kamerlid” wordt beschouwd. De PvdA wil morgen pas reageren, als de benoeming van Kalsbeek definitief wordt.

Kalsbeek is sinds 1998 het derde nieuwe gezicht in het tweede paarse kabinet-Kok. In het voorjaar van 1999 werd D66-minister Apotheker vervangen door zijn partijgenoot Brinkhorst, nadat Apotheker geen kans meer zag voldoende steun te verwerven voor zijn beleid. In maart 2000 nam PvdA-minister Peper van Binnenlandse Zaken ontslag na beschuldigingen over misbruik van overheidsgeld in de tijd dat hij nog burgemeester van Rotterdam was. Dat leidde tot het aantreden van de nieuwe staatssecretaris Bos op Financiën, omdat Pepers plek werd ingenomen door toenmalig minister De Vries van Sociale Zaken. De Vries werd vervangen door toenmalig staatssecretaris Vermeend van Financiën.

Beetje eng
Kalsbeek –die, licht slissend, sneller praat dan een mitrailleur ratelt– heeft zich als kamerlid ontwikkeld tot justitiespecialiste. In haar eigen fractie gold ze vooral de afgelopen jaren als degene die een thema dat vroeger bij uitstek met de rechtse fracties werd geassocieerd, namelijk de criminaliteitsbestrijding, van een eigen PvdA-geluid heeft voorzien. Kalsbeek liet bijvoorbeeld de roep om „meer blauw op straat” niet langer alleen aan de VVD of het CDA over. Inmiddels passen Kalsbeeks pleidooien heel goed in de algemene PvdA-lijn voor een sterkere publieke sector. Ook veiligheid moet in de ogen van de sociaal-democraten voor iedereen beschikbaar blijven en geen zaak worden van particuliere beveiligers.

Juist die sociaal-democratische invalshoek maakt de wijze waarop Kalsbeek bij de criminaliteitsbestrijding te werk wil gaan, ook een beetje eng. In een recent rapport bepleitte zij onder meer dat de staat de opvoeding zou moeten overnemen van ouders die daarin falen.

Kalsbeek kwam in de vorige kabinetsperiode regelmatig in aanvaring met D66-minister Sorgdrager. Haar verhouding met minister Korthals was evenmin ontspannen. Ze verweet hem „te veel te treuzelen” bij onderwerpen als jeugdcriminaliteit en corruptie bij bijvoorbeeld de douane. De afgelopen maanden liet ze Korthals in verband met gebleken fouten bij de dramatische Dover-zaak zelfs weten dat er wat haar betreft „een grens was bereikt.”

Kritisch gevolgd
In het asielbeleid heeft zij zich tot nu toe niet speciaal verdiept, terwijl juist dat onderwerp het zwaartepunt van haar nieuwe functie zal worden. De invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet geldt als een zware klus, ook al omdat er bij uitvoerende instanties als de IND en de vreemdelingenkamers van de rechtbanken grote werkachterstanden bestaan. Aan de problematiek van de uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers is Cohen nog nauwelijks toegekomen. Daarnaast zal zij zich moeten buigen over de steeds toenemende instroom van jonge alleenstaande asielzoekers.

Kalsbeek kan er dan ook van uitgaan dat zij de komende anderhalf jaar door de Tweede Kamer zeer kritisch zal worden gevolgd, met name door de doorgaans niet zachtzinnig formulerende H. Kamp van de VVD-fractie. Als zij slaagt, ligt in een volgend kabinet een ministerspost in het verschiet. Als zij de komende anderhalf jaar faalt, zal zij de geschiedenis ingaan als een goed kamerlid dat mislukte als staatssecretaris.