Binnenland 2 december 2000

Dossier Christendom & Conservatisme

Bereidheid tot deelname aan progressief kabinet is onthutsend

ChristenUnie lijkt spoor bijster

Door B. J. Spruyt
Uitgerekend in de week waarin de christelijke fracties op het scherp van de snede het debat over de euthanasiewet voerden, verklaarde de ChristenUnie zich bereid tot gesprekken over deelname aan een progressief kabinet. Die verrassende stap is teleurstellend, en valt waarschijnlijk alleen te verklaren als een poging tot compensatie van enkele recente teleurstellingen.

Van Middelkoop
Professionaliteit kan in de politiek blijkbaar gemakkelijk omslaan in naïviteit. Wie aan het politieke spel in Den Haag meedoet, moet in principe bereid zijn regeringsverantwoordelijkheid te aanvaarden. Misschien is niemand meer van de noodzaak van die professionele houding doordrongen als het Tweede-Kamerlid E. van Middelkoop (RPF/GPV). Maar die professionaliteit verleidde hem deze week tot een wat erg naïeve reactie op een voorstel van de vice-voorzitter van de PvdA-fractie, A. Duivesteijn, om deel te gaan uitmaken van een progressief kabinet.

Duivesteijn publiceerde een artikel in het blad ”Socialisme en Democratie” waarin hij vraagtekens plaatste bij een voortzetting van de coalitie met de VVD. De samenwerking met de liberalen heeft het nodige opgeleverd, maar alle resultaten van paars zijn door ruilhandel totstandgekomen. Nu dienen zich maatschappelijke problemen aan die alleen door een progressief kabinet kunnen worden aangepakt, vindt Duivesteijn. Partners in zo'n kabinet zouden niet alleen PvdA, D66 en GroenLinks moeten zijn, maar ook de ChristenUnie.

Dat artikel is op persoonlijke titel geschreven. De inhoud wordt niet gedekt door de instemming van fractievoorzitter Melkert. Bovendien is duidelijk dat de strekking ervan een poging is tot 'VVD'tje-pesten', teneinde het progressieve deel van de PvdA-achterban, dat steeds onrustiger wordt over de koers van de partij, koest te krijgen.

Geen starre principes
Wie de status van het artikel en de spits ervan doorziet, zal beseffen dat het artikel eigenlijk vooral voor intern gebruik is en zich niet laten verleiden tot een al te serieuze, laat staan welwillende reactie. De politiek leider van het CDA, De Hoop Scheffer, liet tijdens een spreekbeurt in Rotterdam in ieder geval weinig van het voorstel heel. Maar RPF-leider Van Dijke verklaarde zich trots tot een gesprek bereid en Van Middelkoop liet zich samen met Duivesteijn op een trap in het kamergebouw fotograferen. In een begeleidend interview zei hij dat de ChristenUnie afspraken moet kunnen maken met PvdA, CDA, D66 en GroenLinks. „We nemen onze christelijke bagage mee, maar dat zijn geen starre principes zoals iedereen denkt” (Algemeen Dagblad, 25 november).

Die bereidheid is niet alleen naïef, maar eigenlijk vooral onthutsend, zeker nu zij niet zomaar door de eerste de beste verwoord is, maar door een intelligent en uiterst bekwaam kamerlid als Van Middelkoop. We hebben onlangs gezien hoe het protest van een christelijke minderheid in de Kamer tegen verdere liberalisering van abortus, het homohuwelijk en de legalisering van euthanasie op een progressieve coalitie stuitte, aangevoerd door D66, die geen onduidelijkheid over haar motieven heeft laten bestaan. Doel is de afbraak van de christelijke fundamenten van de samenleving. Twee wereldbeschouwingen botsten, geloof stond tegenover ongeloof, luidde de analyse van RPF'er Rouvoet. Twee dagen later moeten we in de krant lezen dat er met die progressieven eigenlijk best te praten valt en dat de christelijke uitgangspunten van de unie geen starre principes zijn.

Politieke schade
Het is pijnlijk te moeten constateren dat de ChristenUnie het spoor bijster lijkt. Laat het waar zijn dat D66 per ongeluk in het rijtje van Van Middelkoop terecht is gekomen. Maar dan nog: was het niet GroenLinks-kamerlid Halsema die de legalisering van euthanasie enthousiast begroette als een bevrijding van „onderdrukkende instituties als God, gezin, overheid en vorst”? Heeft GroenLinks het homohuwelijk niet verwelkomd als „de genadeslag aan het traditionele huwelijk als onderdrukkend en uitsluitend instituut”?

De gretigheid waarmee de ChristenUnie op de uitnodiging van Duivesteijn is ingegaan, is wellicht te verklaren uit de recente teleurstellingen die de ChristenUnie te verwerken heeft gekregen. Het „product ChristenUnie” vond op de kiezersmarkt niet het onthaal dat Van Dijke had verwacht. De aanwijzing van een nieuwe lijsttrekker leidt tot spanningen. Belangstelling van anderen is in zo'n situatie misschien een troost. Maar de politieke schade kan groot worden. De afstand tot de SGP, die het standpunt huldigt dat zij liever een concurrent rijker dan een bondgenoot armer is, dreigt groter te worden. En als het CDA inderdaad een conservatieve koers kiest –en daar ziet het naar uit– kan de ChristenUnie het wel vergeten in de achterban van die partij electoraal in te breken.

Retraite
In de huidige verwarring doet de ChristenUnie er wellicht goed aan in retraite te gaan en twee artikelen te lezen. Het eerste is het artikel dat Rouvoet onlangs op de opiniepagina van NRC Handelsblad publiceerde. Daarin wijst hij haarscherp aan dat de breuk in de huidige cultuur samenvalt met de frontlinie tussen premodern en postmodern. Aan de goede kant van die scheidslijn vinden christenen alleen de conservatieven aan hun zijde. Laat de ChristenUnie met hen een platform gaan vormen om sterker te staan in de strijd op het eigenlijke front.

Het tweede artikel is deze week verschenen in het ”Jaarboek parlementaire geschiedenis 2000”. Het is een recensie door Van Middelkoop van een studie over de omslag in de ARP in de jaren zestig. Van Middelkoop constateert daarin dat de ARP in die periode verlinkste en in toenemende mate werd „aangetrokken” door de PvdA. Hij vraagt dan: „Of moet ik misschien zeggen: bij de PvdA in het gevlei wilde komen als blijk van voltooide emancipatie en moderniteit?” Is dat niet precies de vraag die de ChristenUnie zich nu moet stellen?